ECLI:NL:RBLIM:2015:9474

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 november 2015
Publicatiedatum
11 november 2015
Zaaknummer
03/721313-13 en 03/866138-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ramkraak, bedrijfsinbraken en tanken zonder te betalen met heropening van onderzoek

Op 11 november 2015 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder een ramkraak, vier bedrijfsinbraken, opzetheling van een auto en vier keer tanken zonder te betalen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 28 oktober 2015, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan alle tenlastegelegde feiten. De verdediging pleitte voor vrijspraak van enkele feiten en voerde aan dat de verdachte handelde uit putatief noodweer en psychische overmacht. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek niet volledig was en heropende de zaak voor nader onderzoek naar de betrokkenheid van politieambtenaren en de omstandigheden van de feiten. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten, met uitzondering van enkele punten waar hij werd vrijgesproken. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers, maar ook met de positieve ontwikkeling van de verdachte na zijn aanhouding. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 10 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn voor berechting.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/721313-13 en 03/866138-15 (ter terechtzitting gevoegd)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 november 2015
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum en plaats] ,
wonende te [adres en woonplaats]
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.L. Rinsma, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 28 oktober 2015. De verdachte
en diens raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De (gewijzigde) tenlasteleggingen zijn als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
03/721313-13
Feit 1:heeft geprobeerd om aan de politieambtenaren [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
enhen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling.
Feit 2:een auto heeft vernield en/of beschadigd.
Feit 3:een auto van de politie heeft vernield en/of beschadigd.
Feit 4:samen met een ander heeft ingebroken in een tankstation en daar goederen heeft gestolen.
Feit 5:een auto heeft gestolen, dan wel die auto heeft geheeld.
03/866138-15
Feit 1:brandstof heeft gestolen.
Feit 2:samen met (een) ander(en) heeft ingebroken in een filiaal van [gedupeerde 2] en daar goederen heeft gestolen.
Feit 3:samen met (een) ander(en) heeft ingebroken in een filiaal van [gedupeerde 3] en daar goederen heeft gestolen.
Feit 4:brandstof heeft gestolen.
Feit 5:samen met (een) ander(en) heeft ingebroken in een tankstation en daar goederen heeft gestolen.
Feit 6:samen met (een) ander(en) heeft ingebroken in een tabakszaak en daar goederen heeft gestolen
Feit 7:een auto heeft geheeld.
Feit 8:brandstof heeft gestolen.
Feit 9:brandstof heeft gestolen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat op grond van de bewijsmiddelen in het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle aan hem tenlastegelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
In de zaak met parketnummer 03/721313-13 heeft de raadsman (primair) vrijspraak bepleit van de feiten 1 en 5 primair. Ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten heeft de raadsman namens verdachte (subsidiair) een beroep gedaan op putatief noodweer en/of psychische overmacht. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
In de zaak met parketnummer 03/866138-15 heeft de raadsman - anders dan is vermeld in
zijn pleitnota - vrijspraak bepleit van het onder 7 tenlastegelegde feit. Ten aanzien van de overige feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Heropening van het onderzoek ter terechtzitting
Bij de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek op de terechtzitting van
28 oktober 2015 ten aanzien van de op de dagvaarding met het parketnummer 03/721313-13 aan de verdachte verweten feiten onder 1A, 1B, 2 en 3, niet volledig is geweest. De rechtbank zal daarom ter zake van die feiten de heropening van het onderzoek ter terechtzitting gelasten.
De rechtbank acht het noodzakelijk dat het dossier wordt aangevuld met een proces-verbaal, waarin gerelateerd wordt welke uitrusting (kleding) de in de tenlastegelegde feiten 1A en 1B genoemde medewerkers van de politie droegen tijdens hun optreden op de parkeerplaats naast [coffeeshop] te Heerlen op 22 augustus 2013. In het bijzonder dient hierbij aandacht te worden geschonken aan onderdelen van de uitrusting (kleding) waaruit zou kunnen blijken dat het ging om medewerkers van de politie. Er dienen duidelijke foto’s van de gedragen uitrusting (kleding) aan het dossier te worden toegevoegd. Eventuele bijzondere kenmerken zoals logo’s en teksten op de voorzijde, rugzijde, boord, armen en dergelijke dienen op de foto’s in detail zichtbaar te zijn. De foto’s dienen vergezeld te gaan van een beschrijving van de kenmerken, waaronder afmeting, kleur en soort materiaal (bijvoorbeeld wel of niet reflecterend). Eventuele verschillen per politieambtenaar dienen nadrukkelijk te worden aangegeven, met vermelding waarin deze verschillen dan bestaan. Daarenboven wordt de officier van justitie opgedragen te bewerkstelligen dat ter zitting kan worden beschikt over een exemplaar van de relevante kledingstukken.
De rechtbank acht het eveneens noodzakelijk dat het dossier wordt gecompleteerd met een DVD/gegevensdrager waarop de beelden van de verschillende camera’s (nr. 4-6-11 en 14) van [coffeeshop] zijn vastgelegd. Deze DVD/gegevensdrager dient tevens de software te bevatten waarmee de vastgelegde beelden kunnen worden bekeken.
Tevens dient het procesdossier te worden aangevuld met een goede kopie van de tekeningen (situatieschetsen) gemaakt door verbalisant [slachtoffer 5] tijdens zijn verhoor door de rijksrecherche (pagina 114 en volgende). De tekeningen (situatieschetsen) waarover de rechtbank nu beschikt zijn van een zeer slechte kwaliteit en daardoor onleesbaar.
Uit het dossier blijkt dat - uiteindelijk - het door de verdachte bestuurde voertuig tot stilstand is gekomen, onder andere tegen de rechtervoorzijde van het politievoertuig, merk Seat Altea, kenteken [kenteken 1] . Dit laatste voertuig werd hierbij beschadigd. Aan de verdachte wordt in de tenlastelegging onder feit 3 de vernieling en/of beschadiging van bedoeld politievoertuig verweten.
De rechtbank heeft geconstateerd, dat in het door de VOA ter zake van het gebeuren op de parkeerplaats van [coffeeshop] opgemaakte proces-verbaal (bijlage 4 van het rijksrecherchedossier, pagina 50 tot en met 86), het betreffende voertuig in het geheel niet voorkomt. De rechtbank is van oordeel dat - alsnog en bij aanvullend proces-verbaal - de betrokkenheid van de Seat Altea bij het gebeuren van 22 augustus 2013 op de parkeerplaats van [coffeeshop] dient te worden gerelateerd, dan wel dient te worden toegelicht waarom dit voertuig in het geheel niet voorkomt in het proces-verbaal van onderzoek van de VOA. De rechtbank wil worden voorgelicht over de schade aan de Seat Altea in relatie tot de snelheid van verdachtes voertuig op het moment van het botsen met de Seat Altea.
De rechtbank merkt op dat voorafgaand aan het onderzoek op de zitting van 28 oktober 2015 reeds gevraagd was om aanvulling van het dossier op een aantal van de hiervoor aangegeven onderdelen. Tijdens het onderzoek op de terechtzitting van 28 oktober 2015 was nog steeds niet aan de verzoeken voldaan. Niettemin heeft de rechtbank de strafzaak op deze zitting behandeld en vervolgens het onderzoek ter terechtzitting gesloten. Tijdens het beraad in raadkamer is de rechtbank vervolgens gebleken van de noodzaak om het dossier op de geschetste onderdelen te doen completeren.
Met betrekking tot de aan verdachte onder 1, 2 en 3 verweten feiten op de dagvaarding met parketnummer 03/721313-13 heeft de verdachte het verweer gevoerd niet te hebben geweten dat de mannen op de parkeerplaats medewerkers van de politie waren. De verdachte heeft verklaard niet te hebben gehoord dat geroepen werd “politie, politie”. Hij had enkel gehoord dat werd geroepen “eruit, eruit”. Verdachte heeft naar voren gebracht niet te hebben gezien dat het om medewerkers van de politie ging. De verdediging heeft in dit verband een beroep gedaan op putatief noodweer en psychische overmacht aan de zijde van de verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat ten behoeve van de toetsing van de aannemelijkheid van laatstbedoelde verweren nader onderzoek dient plaats te vinden. Dit onderzoek dient plaats
te vinden in de vorm van een reconstructie van de gebeurtenissen in de vroege avond van
22 augustus 2013 op de parkeerplaats bij [coffeeshop] [adres 1]
Zoals hiervoor reeds aangegeven zal de rechtbank heden het onderzoek in de strafzaak
tegen de verdachte heropenen voor wat betreft de op de dagvaarding met parketnummer 03/721313-13 onder 1A, 1B, 2 en 3 tenlastegelegde feiten. Op een vervolgzitting zal dan
de officier van justitie respectievelijk zullen de verdachte en zijn advocaat in de gelegenheid worden gesteld hun opmerkingen te maken aangaande de organisatie en de uitvoering van de reconstructie. De rechtbank zal vervolgens hierover een beslissing nemen.
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek op de terechtzitting van 28 oktober 2015 ten aanzien van de op de overige aan verdachte tenlastegelegde feiten wel volledig is geweest. De rechtbank zal ten aanzien van die feiten bij vonnis van heden uitspraak doen.
3.3.2
De overige feiten
Feit 4 (03/721313-13)
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte het onder 4 tenlastegelegde feit heeft gepleegd op de wijze zoals hierna is vermeld onder punt 3.4. De rechtbank baseert haar oordeel op de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte [1] van [aangever 1] , en
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting.
Feit 5 (03/721313-13)
De rechtbank heeft niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging gekregen dat de verdachte het onder 5 primair tenlastegelegde feit heeft begaan. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wel bewezen dat de verdachte het onder 5 subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan op de wijze zoals hierna is vermeld onder punt 3.4. De rechtbank baseert haar oordeel op de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte [2] van [aangever 2] , en
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting.
Feit 1 t/m 6 (03/866138-15)
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de onder 1 tot en met 6 tenlastegelegde feiten heeft begaan op de wijze zoals hierna is vermeld onder punt 3.4. De rechtbank baseert haar oordeel op de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte [3] van [aangever 3] (namens [gedupeerde 1] ),
- de aangifte [4] van [aangever 4] (namens [gedupeerde 2] ),
- de aangifte [5] van [aangever 5] (namens [gedupeerde 3] ),
- de aangifte [6] van [aangever 6] (namens [gedupeerde 4] ),
- de aangifte [7] van [aangever 7] (namens [gedupeerde 5] )
- de aangifte [8] van [aangever 8] , en
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting.
Feit 7 (03/866138-15)
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de in de tenlastelegging genoemde auto zelf heeft gestolen. De rechtbank heeft geen reden om aan deze verklaring te twijfelen en zal de verdachte daarom vrijspreken van het onder 7 tenlastegelegde feit (te weten: heling). De steler van een goed kan immers niet gelijktijdig de heler van datzelfde goed zijn.
Feiten 8 en 9 (03/866138-15)
Op 22 augustus 2013 heeft [aangever 9] , namens [gedupeerde 6] ,
via internet aangifte gedaan van diefstal van 10,6 liter diesel. Blijkens de aangifte zou deze diefstal zijn gepleegd op 21 augustus 2013 (omstreeks 22.37 uur), door twee personen die reden in een Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken 2] . [9]
Op 21 augustus 2013 heeft [aangever 10] , eigenaar van tankstation [gedupeerde 7]
, aangifte gedaan van diefstal. [aangever 10] heeft verklaard dat een medewerker had gezien dat op 21 augustus 2013 (omstreeks 23.06 uur) een Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , het tankstation kwam opgereden en stopte bij pomp 3. In deze auto zaten twee personen. De bijrijder had brandstof getankt voor een bedrag van € 50,05. De bestuurder van de Volkswagen Golf en de bijrijder waren vervolgens weggereden zonder de brandstof te betalen. Bij de aangifte is een uitdraai uit het kassasysteem gevoegd, waaruit blijkt dat er op
21 augustus 2013 (omstreeks 23.06 uur) 36,03 liter diesel is getankt bij pomp 3. [10]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 21 augustus 2013, samen met een ander, in een zwarte Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , naar [gedupeerde 6] is gereden om brandstof te stelen. Hij - verdachte - was de bestuurder van de Volkswagen Golf. Zijn bijrijder is uitgestapt en heeft getankt. Daarna zijn zij zonder te betalen weggereden. Verdachte heeft verklaard dat zij later die dag hetzelfde hebben gedaan bij [gedupeerde 7] .
De rechtbank acht op grond van bovenstaande bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte de onder 8 en 9 tenlastegelegde feiten heeft gepleegd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
03/721313-13
4.
op 15 januari 2013 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een tankstation, gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en geldlades inhoudende een hoeveelheid geld, toebehorende aan [aangever 1] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
5. ( subsidiair)
in de periode van 9 tot en met 17 juli 2013 in Nederland een personenauto, merk AUDI, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto wist
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
03/866138-15
1.
op 12 augustus 2013 in de gemeente Stein met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 22,15 liter diesel, toebehorende aan [gedupeerde 1] ;
2.
op 13 augustus 2013 in de gemeente [plaats 2] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand, gelegen aan de [adres 3] , heeft weggenomen een hoeveelheid rookwaren en headsets en telefoonhoesjes, toebehorende aan [aangever 4] en [gedupeerde 2] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder
hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
3.
op 13 augustus 2013 in de gemeente [plaats 3] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand, gelegen aan de [adres 4] , heeft weggenomen diverse parfums en eau de toilette en aftershaves en rookwaren en scheermesjes en voorbehoedsmiddelen, toebehorende aan [gedupeerde 3] , waarbij verdachte en
zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel
van braak;
4.
op 14 augustus 2013 in de gemeente [plaats 4] met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen 26,70 liter diesel, toebehorende aan [gedupeerde 4] ;
5.
op 14 augustus 2013 in de gemeente [plaats 5] , tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit [gedupeerde 5] , gelegen aan de [adres 5] , heeft weggenomen een hoeveelheid rookwaren en brandblussers, toebehorende aan [gedupeerde 5] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich
de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
6.
op 15 augustus 2013 in de gemeente [plaats 6] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand aan de [adres 6] , heeft weggenomen een hoeveelheid rookwaren, toebehorende aan [aangever 8] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
8.
op 21 augustus 2013 in de gemeente [plaats 7] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 10,60 liter diesel, toebehorende aan [gedupeerde 6] ;
9.
op 21 augustus 2013 in de gemeente [plaats 4] met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen 36,03 liter diesel, toebehorende aan [aangever 10] .
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte
zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 4 (03/721313-13):
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 5 subsidiair (03/721313-13):
opzetheling.
Feit 1 (03/866138-15):
diefstal.
Feit 2 (03/866138-15):
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 3 (03/866138-15):
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 4 (03/866138-15):
diefstal.
Feit 5 (03/866138-15):
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 6 (03/866138-15):
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 8 (03/866138-15):
diefstal.
Feit 9 (03/866138-15):
diefstal.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie heeft voorts gevorderd om aan het voorwaardelijke strafdeel de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te verbinden.
De rechtbank merkt op dat de door de officier van justitie gevorderde straf mede is gebaseerd op de feiten ter zake waarvan de rechtbank het onderzoek zal heropenen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - gelet op hetgeen volgens hem bewezen kan worden verklaard - verzocht
aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen waarvan de duur gelijk is aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht en daarnaast een taakstraf voor de duur van 240 uren, alsmede een (forse) voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan verbonden
de bijzondere voorwaarden, zoals deze door de reclassering worden geadviseerd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich - al dan niet samen met een ander of anderen - schuldig gemaakt aan een groot aantal vermogensdelicten, te weten: één ramkraak, vier bedrijfsinbraken, de heling van een auto en vier keer diefstal van brandstof. De veroorzaakte schade en overlast voor de slachtoffers is groot. Daarnaast zorgen dit soort feiten, waarbij de rechtbank met name doelt op de door de verdachte en zijn mededader(s) gepleegde ramkraak en bedrijfsinbraken, voor gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving en in het bijzonder bij winkeliers en hun personeel. De verdachte heeft zich ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten kennelijk niets aangetrokken van al deze nadelige gevolgen van zijn handelen en zijn eigen (financieel) belang voorop gesteld. Dit neemt de rechtbank de verdachte bijzonder kwalijk.
In het voordeel van de verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte
na zijn aanhouding (op 22 augustus 2013) niet meer met politie in justitie in aanraking is gekomen en hij zijn leven, zoals ook blijkt uit het reclasseringsrapport van 14 april 2015, klaarblijkelijk een positieve wending heeft gegeven.
De verdachte heeft ter terechtzitting openheid van zaken gegeven en laten blijken dat hij inzicht heeft in de strafwaardigheid van zijn handelen. Ook daar houdt de rechtbank ten gunste van de verdachte rekening mee.
Ten slotte houdt de rechtbank, overeenkomstig het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek
van Strafrecht, bij de strafmaat rekening met de omstandigheid dat de verdachte bij vonnis van 15 juli 2013, alsmede bij vonnis van 18 oktober 2013, is veroordeeld tot straffen en nu opnieuw schuldig is verklaard aan strafbare feiten die voor die datum zijn gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat met het oog op de juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met een andersoortige straf dan een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de hoogte van deze gevangenisstraf heeft de rechtbank de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht als uitgangspunt genomen.
De rechtbank acht - uitgaande van de oriëntatiepunten en al het voorgaande in aanmerking genomen - in beginsel een gevangenisstraf van 11 maanden passend. De rechtbank betrekt echter bij haar oordeel dat sedert de aanhouding en inverzekeringstelling van de verdachte
op 22 augustus 2013 en het wijzen van het onderhavige vonnis, meer dan twee jaren zijn verstreken, zonder dat er bijzondere omstandigheden aanwezig zijn die dit tijdsverloop rechtvaardigen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de redelijke termijn voor berechting, als bedoeld
in artikel 6 EVRM, is overschreden, hetgeen volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad dient te leiden tot strafvermindering. De rechtbank is van oordeel dat de overschrijding in
het onderhavige geval dient te leiden tot een strafvermindering van één maand, zodat de rechtbank aan verdachte zal opleggen een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek
ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van € 62,90 ter zake van
feit 1 op de dagvaarding met parketnummer 03/866138-15.
De benadeelde partij [benadeelde 2] vordert een schadevergoeding van € 2.750,00 ter zake
van feit 7 op de dagvaarding met parketnummer 03/866138-15.
De benadeelde partij [benadeelde 3] vordert een schadevergoeding van € 14,49
ter zake van feit 8 op de dagvaarding met parketnummer 03/866138-15.
De benadeelde partij [gedupeerde 7] vordert een schadevergoeding van € 50,05 ter zake van feit 9 op de dagvaarding met parketnummer 03/866138-15.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 3] en [gedupeerde 7] kunnen worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het ontstaan van de schade tot aan
de dag van volledige voldoening.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] kan volgens de officier van justitie worden toegewezen tot een bedrag van € 2.650,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het ontstaan van de schade tot aan de dag van volledige voldoening.
De officier van justitie heeft gevorderd om, in het geval van (gedeeltelijke) toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 3] en [gedupeerde 7] zijn niet weersproken door of namens de verdachte. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde [benadeelde 2] heeft de verdediging zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De vorderingen van [benadeelde 1] , [benadeelde 3] en [gedupeerde 7]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelden [benadeelde 1] , [benadeelde 3] en [gedupeerde 7] als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte (te weten diefstal van brandstof) rechtstreeks materiële schade hebben geleden. Nu de hoogte van de schade niet is betwist door of namens de verdachte, zal de rechtbank de vorderingen geheel toewijzen, onder vermeerdering met de gevorderde wettelijke rente.
Om te bevorderen dat de toegekende vorderingen door de verdachte worden voldaan, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank zal de verdachte ten slotte veroordelen in de proceskosten van de benadeelde partijen in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken, tot op heden telkens begroot op nihil.
De vordering van [benadeelde 2]
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, aangezien de verdachte zal worden vrijgesproken van het aan de vordering ten grondslag liggende feit.
De rechtbank zal de benadeelde partij Simonian veroordelen in de kosten, door de verdachte gemaakt ter verdediging tegen de vordering, tot op heden begroot op nihil.

8.Het beslag

De rechtbank stelt vast dat onder de verdachte een telefoon van het merk Samsung in beslag
is genomen. De rechtbank is van oordeel dat deze op de beslaglijst vermelde telefoon dient te worden teruggegeven aan de rechthebbende, zijnde de verdachte.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 63, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder 5 primair (parketnummer 03/721313-13) en
7parketnummer 03/866138-15) tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
4is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot
een gevangenisstraf van
10 maanden,
- beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • wijst de vordering van
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [benadeelde 1] een bedrag van € 62,90 te betalen, bij niet betaling te vervangen door een dag hechtenis,
met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft,
te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode vanaf 12 augustus 2013 tot aan de dag van volledige voldoening;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde 1] vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt verdachte in de kosten van de procedure, de kosten van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, en begroot deze kosten aan de zijde van de benadeelde partij [benadeelde 1] tot op heden op nihil;
  • wijst de vordering van
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [benadeelde 3] een bedrag van € 14,49 te betalen, bij niet betaling te vervangen door een dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke over de periode vanaf 21 augustus 2013 tot aan de dag van volledige voldoening;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [benadeelde 3] vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt verdachte in de kosten van de procedure, de kosten van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, en begroot deze kosten aan de zijde van de benadeelde partij Mengels Exploitatie BV tot op heden op nihil;
- wijst de vordering van
de benadeelde partij [gedupeerde 7], gevestigd te [adres 9] , toe tot een bedrag van € 50,05 te vermeerderen met de wettelijke rente, te berekenen over de periode vanaf 21 augustus 2013 tot aan de dag
van volledige voldoening;
  • legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [gedupeerde 7] een bedrag van € 50,05 te betalen, bij niet betaling te vervangen door een dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode vanaf 21 augustus 2013 tot aan de dag van volledige voldoening;
  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [gedupeerde 7] vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt verdachte in de kosten van de procedure, de kosten van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, en begroot deze kosten aan de zijde van de benadeelde partij [gedupeerde 7] tot op heden op nihil;
  • verklaart de benadeelde
  • veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 2] in de kosten, door de verdachte gemaakt ter verdediging tegen de vordering, tot op heden begroot op nihil.
Beslag
- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan de veroordeelde:
- GSM, merk: Samsung (beslagnummer 2240426);
Heropening
  • heropent het gesloten onderzoek ter zake van de feiten 1A, 1B, 2 en 3 vermeld op de dagvaarding met parketnummer 03/721313-13;
  • bepaalt dat het onderzoek ter terechtzitting ter zake van voornoemde feiten zal worden geschorst voor onbepaalde tijd, teneinde op een nog nader te bepalen (regie)zitting de verdere voortgang van de zaak te bespreken met de officier van justitie, de verdachte
en zijn raadsman;
  • beveelt de oproeping van verdachte tegen de dag en het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting in de hiervoor genoemde zaken zal worden hervat, met kennisgeving van die dag en dat tijdstip aan de raadsman van de verdachte.
  • beveelt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en de Nationale Politie, alsook de slachtoffers [slachtoffer 3] en [aangever 2] in kennis zullen worden gesteld van de dag en het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.A.F.M. Krol, voorzitter, mr. P.H.M. Kuster en mr. J.H. Klifman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Romme, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 november 2015.
Buiten staat
Mr. E.H.A.F.M. Krol is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De (gewijzigde) tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
03/721313-13
1A.
hij op of omstreeks 22 augustus 2013 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , (allen) brigadier van politie en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] , (beiden) hoofdagent van politie opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
toe te brengen, met dat opzet met een door hem, verdachte, bestuurde auto op genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] is ingereden en/of op een zodanige wijze met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft
gereden/gemanoeuvreerd dat genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] weg/opzij is/zijn moeten springen teneinde niet door
de door hem, verdachte, bestuurde auto aangereden dan wel overreden te worden, terwijl
de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1B.
hij op of omstreeks 22 augustus 2013 in de gemeente Heerlen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , (allen) brigadier van politie en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] , (beiden) hoofdagent van politie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend met een door hem, verdachte, bestuurde auto op genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ingereden en/of heeft hij, verdachte, op een zodanige wijze met een door hem, verdachte, bestuurde auto gereden/gemanoeuvreerd dat genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] weg/opzij is/zijn moeten springen teneinde niet door de door hem, verdachte, bestuurde auto aangereden dan wel overreden te worden;
2.
hij op of omstreeks 22 augustus 2013 in de gemeente Heerlen opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto, merk Ford Fiesta, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd;
3.
hij op of omstreeks 22 augustus 2013 in de gemeente Heerlen opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto, merk Seat Altea, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Politie Regio Zuid-Limburg, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd;
4.
hij op of omstreeks 15 januari 2013 te Amstenrade, in elk geval in de gemeente Schinnen, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een tankstation, gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en geldlades, inhoudende een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, waarbij verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft
en/of de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
hij op of omstreeks 09 juli 2013 in de gemeente Meerssen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto, merk AUDI gekentekend [kenteken 3] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte het
weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 9 tot en met 17 juli 2013 in de gemeente Meerssen, in elk geval in Nederland, een personenauto, merk AUDI, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
03/866138-15
1.
hij op of omstreeks 12 augustus 2013 in de gemeente Stein, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 22,15 liter diesel, in elk geval een hoeveelheid brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [gedupeerde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 13 augustus 2013 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 3] , heeft weggenomen een hoeveelheid rookwaren en/of headsets en/of telefoonhoesjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] en/of [gedupeerde 2] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij op of omstreeks 13 augustus 2013 in de gemeente Nuth, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen diverse parfums en/of eau de toilette en/of aftershaves en/of rookwaren en/of scheermesjes en/of voorbehoedsmiddelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [gedupeerde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
4.
hij op of omstreeks 14 augustus 2013 in de gemeente Meerssen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 26,70 liter benzine, in elk geval een hoeveelheid brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [gedupeerde 4]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
hij op of omstreeks 14 augustus 2013 in de gemeente Voerendaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit [gedupeerde 5] , gelegen aan de [adres 5] , heeft weggenomen een hoeveelheid rookwaren en/of brandblussers, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [gedupeerde 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
6.
hij op of omstreeks 15 augustus 2013 in de gemeente Vaals, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 6] heeft weggenomen een hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
7.
hij in of omstreeks de periode van 21 augustus 2013 tot en met 22 augustus 2013 in de gemeente Valkenburg aan de Geul, een personenauto (merk Volkswagen Golf, kenteken
[kenteken 2] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
8.
hij op of omstreeks 21 augustus 2013 in de gemeente Heerlen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 10,60 liter diesel, in elk geval een hoeveelheid brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[gedupeerde 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
9.
hij op of omstreeks 21 augustus 2013 in de gemeente Meerssen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 36,03 liter diesel, in elk geval een hoeveelheid brandstof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[aangever 10] , in elk geval aan [gedupeerde 7] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , als bijlage gevoegd bij het procesdossier
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , als bijlage gevoegd bij het procesdossier met proces-verbaalnummer 2013076359, pagina 97 en 98.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] (namens [gedupeerde 1] ), als bijlage gevoegd bij het procesdossier “Ketting”, voorzien van proces-verbaalnummer 2013090067, pagina
4.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] (namens [gedupeerde 2] ), als bijlage gevoegd bij het procesdossier “Ketting”, pagina 93 t/m 95.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] (namens [gedupeerde 3] ), als bijlage gevoegd bij het procesdossier “Ketting”, pagina 137 t/m 141.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] (namens [gedupeerde 4] ), als bijlage gevoegd bij het procesdossier “Ketting”, pagina 177 en 178.
7.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] (namens [gedupeerde 5] ), als
8.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 8] , als bijlage gevoegd bij het procesdossier “Ketting”, pagina 258 t/m 264.
9.De internetaangifte van [aangever 9] (namens [gedupeerde 6] ), als bijlage gevoegd
10.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 10] (namens [gedupeerde 7] ), als bijlage gevoegd bij het procesdossier “Ketting”, pagina 570 t/m 572.