Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van belanghebbende
5.De beoordeling
6.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 3 november 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, aangeduid als [minderjarige]. De Gecertificeerde Instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg (hierna: de GI) had verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. Dit verzoek was ingediend op 12 september 2016 en de moeder van de minderjarige was opgeroepen, maar verscheen niet ter zitting. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder, bij wie de minderjarige ook woont. In een eerdere beschikking van 3 november 2015 was de ondertoezichtstelling al verlengd. De GI onderbouwde het verzoek met een motivering en rapportage, maar de kinderrechter merkte op dat de GI niet ter zitting aanwezig was om het verzoek verder toe te lichten.
De kinderrechter oordeelde dat de GI onvoldoende had aangetoond dat de noodzakelijke zorg niet of onvoldoende door de moeder werd geaccepteerd. De moeder had inmiddels een baan en werkte mee aan de hulpverlening. Gezien deze omstandigheden concludeerde de kinderrechter dat het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling niet kon worden toegewezen. De kinderrechter wees het verzoek af, en deze beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.