ECLI:NL:RBLIM:2016:11588
Rechtbank Limburg
- Wraking
- E. van Unen
- J.H. Klifman
- J.S. Holthuis
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens schijn van vooringenomenheid tijdens onderzoek ter terechtzitting
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 juli 2016 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een gedetineerde, die zich in een strafzaak bevond. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.M. Peeperkorn, verzocht om wraking van mr. F.M. van Maanen Winters, de politierechter die betrokken was bij zijn zaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend tijdens een openbare zitting op 8 juli 2016, waarin de politierechter een beslissing nam over de voorlopige hechtenis van de verzoeker. De politierechter had in zijn uitspraak de woorden "het feit dat u heeft gepleegd" gebruikt, wat volgens de verzoeker de schijn van vooringenomenheid wekte.
De wrakingskamer heeft op 21 juli 2016 de behandeling van het verzoek tot wraking voortgezet, waarbij de verzoeker niet aanwezig was, maar zijn raadsvrouw wel. De wrakingskamer heeft de opmerkingen van de politierechter in de context van de fase van het onderzoek ter terechtzitting beoordeeld. De kamer kwam tot de conclusie dat de opmerking van de rechter de schijn van vooringenomenheid had gewekt, wat leidde tot een objectief gerechtvaardigde twijfel aan de onpartijdigheid van de rechter.
Daarom heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking toegewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. E. van Unen en de leden mr. J.H. Klifman en mr. J.S. Holthuis, met mr. C.K. Spronk als griffier. De beschikking werd in het openbaar uitgesproken op dezelfde dag.