ECLI:NL:RBLIM:2016:1895

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 maart 2016
Publicatiedatum
4 maart 2016
Zaaknummer
03/866176-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in kinderpornografiezaak wegens gebrek aan bewijs

Op 4 maart 2016 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het verspreiden en bezitten van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank oordeelde dat niet kon worden vastgesteld of de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten in de aangegeven periode. De verdachte erkende wel dat hij kinderporno had gehad tot ongeveer een half jaar voor de huiszoeking, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat het materiaal dat op de in beslag genomen computer stond, ook al in die periode op die computer aanwezig was.

De zaak werd inhoudelijk behandeld op 19 februari 2016, waarbij de verdachte en zijn advocaat aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat het ten laste gelegde feit bewezen was, maar de verdediging betwistte dit en stelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank concludeerde dat de bewijsmiddelen niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen voor het verspreiden of bezitten van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank wees op het gebrek aan bewijs dat de verdachte in de ten laste gelegde periode over het materiaal beschikte.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om aan te tonen dat de verdachte daadwerkelijk schuldig is aan de beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/866176-15
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 4 maart 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 februari 2016. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt dat het tenlastegelegde feit bewezen is, in dier voege dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte in de tenlastegelegde periode kinderpornografisch materiaal heeft aangeboden en in bezit heeft gehad.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt dat niet bewezen is dat de verdachte zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden, dan wel bezitten van kinderpornografisch materiaal en dat daarom de verdachte van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. De in de tenlastegelegging genoemde bestanden, inhoudende pornografische afbeeldingen, zijn aangetroffen op een gegevensdrager welke op 19 februari 2014 onder de verdachte werd inbeslaggenomen. Of deze zelfde bestanden zich in de tenlastegelegde periode ook al op die gegevensdrager bevonden valt aan de hand van de bewijsmiddelen niet na te gaan. De verdachte heeft op 17 en 18 november 2012 en op 1 januari 2013 een aantal zogenoemde chats met een ander gevoerd, waarin verschillende foto’s en video’s zijn uitgewisseld. De verdachte heeft echter niets verklaard over de inhoud van die bestanden. Evenmin kan worden vastgesteld of de bestanden, die bij gelegenheid van die bewuste gesprekken naar verluidt zijn werden uitgewisseld, zijn onderzocht.
De verdediging stelt zich subsidiair op het standpunt dat verdachte van het tenlastegelegde partieel dient te worden vrijgesproken daar een van de beschrijvingen niet valt te herleiden tot de een van de tenlastegelegde foto’s ( [bestandsnaam 1] ).Voorts blijkt in elk geval niet uit de bewijsmiddelen dat de verdachte kinderpornografisch materiaal heeft verspreid, zodat hij in elk geval daarvan moet worden vrijgesproken..
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat op 16 februari 2013 een persoon, genaamd [betrokkene] , is aangehouden voor het bekijken van kinderpornografisch materiaal. Er is nader onderzoek ingesteld en uit dat onderzoek is gebleken dat [betrokkene] via de internetdienst genaamd Skype contact heeft gehad met [verdachte] . In het dossier bevindt zich een lijst met chats via Skype tussen verdachte en [betrokkene] (pagina’s 27-31). Uit deze lijst volgt dat op 17 november 2012, 18 november 2012 en 1 januari 2013 zulke chats hebben plaatsgevonden, waarbij -zo blijkt uit die lijst- ook bepaalde bestanden werden verstuurd. Uit het aan de rechtbank overgelegde dossier blijkt niet of deze in die lijst genoemde bestanden kinderpornografische afbeeldingen bevatten en voorts heeft de verdachte tijdens zijn verhoor niet verklaard over de inhoud van die bestanden.
Blijkens het proces-verbaal van bevindingen op pagina’s 139/140 van de doornummering zijn tussen 1 februari 2014 en 5 februari 2014 18 bestanden vanaf het IP-adres van verdachte ge-upload via een website met het adres [website] . Dat is vastgesteld door middel van een internettap op het IP-adres van de verdachte. Naar het oordeel van de verbalisant bevatten 7 van deze 18 bestanden kinderpornografisch materiaal. Deze afbeeldingen zijn echter niet verder gespecificeerd, zodat de rechtbank niet kan nagaan of zij de conclusie van de verbalisant, dat deze bestanden afbeeldingen bevatten van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt betrokken is, ook tot de hare kan maken. Wellicht ten overvloede zij voorts gememoreerd dat de periode waarin deze bestanden werden ge-upload buiten de periode valt binnen welke volgens de tenlastelegging de verdachte de beschikking zou hebben gehad over een gegevensdrager met dergelijke bestanden. Ten slotte stelt de rechtbank vast dat op 19 februari 2014 een systeemkast onder de verdachte in beslag is genomen. Blijkens het proces-verbaal van onderzoek aan de gegevensdrager van dit in beslag genomen goed (pagina’s 150 tot en met 154) zijn bestanden aangetroffen bevattende 675 foto’s en 91 video’s met kinderpornografische afbeeldingen/beelden. De rechtbank kan echter niet vaststellen of de foto’s/video’s die in de tenlastelegging nader zijn omschreven, ook al in het bezit van de verdachte zijn geweest in de thans ten laste gelegde periode.
De rechtbank is -gelet op hetgeen hiervoor is overwogen- van oordeel dat niet kan worden vastgesteld of verdachte in de ten laste gelegde periode zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden althans bezitten van kinderpornografisch materiaal. Daarbij merkt de rechtbank op dat verdachte wel erkent dat hij kinderporno heeft gehad tot ongeveer een half jaar voor de huiszoeking echter de rechtbank kan niet vaststellen dat de kinderporno die op de in beslag genomen computer van verdachte stond ook al op die computer stond in de tenlastegelegde periode. De rechtbank zal derhalve verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde.

4.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. van Blaricum, voorzitter, mr. F.M. van Maanen Winters en mr. M.E. Kramer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.M. Penders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 maart 2016.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2012 tot en met 31 januari 2013 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 671 foto('s) en/of 91 video('s) - en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) - (te weten een computer en/of (een) harddisk(s)) heeft verspreid (door het verzenden van een of meer afbeeldingen via een chatsite en/of via skype) en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - (onder meer) bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
( [bestandsnaam 1] , zie p. 152 van het proces-verbaal)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam 2] , zie p. 153 van het proces-verbaal en/of
[bestandsnaam 3] , zie p. 153 van het proces-verbaal en/of
[bestandsnaam 4] , zie p. 153 van het proces-verbaal)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is);
( [bestandsnaam 1] , zie p. 152 van het proces-verbaal)
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)