Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- het proces-verbaal van bevindingen van de Politie Eenheid Limburg, district Noord- en Midden-Limburg, Basisteam Venray/Gennep, Proces-verbaalnummer PL2300-2015229651-6 d.d. 12 december 2015, p. 3 van het procesdossier;
- het proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee District Landelijke en Buitenlandse Eenheden Brigade Recherche, Forensische Techniek, KMar ID-desk Eindhoven, Mutatienr: PL27QR/15-107125 d.d. 18 december 2015, p. 6 van het procesdossier, betreffende de valsheid van het door de verdachte overhandigde Kroatische rijbewijs;
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op 12 december 2015, p. 18 van het procesdossier.
4.De strafbaarheid
(…)
Doordat artikel 231 Sr een specialis vormt ten opzichte van artikel 225 Sr, is er sprake van een situatie als bedoeld in artikel 55, tweede lid, Sr en geldt de regel dat de bijzondere bepaling van artikel 231 Sr de werking van de algemene bepaling van artikel 225 Sr uitsluit. Voor het strafmaximum maakt dat geen verschil, maar wel voor de inhoud van de tenlastelegging en de kwalificatie van het strafbare feit.
5.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.3 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;