Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 maart 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te Roermond, eiser
Nationale Politie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 maart 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen het niet tijdig beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Eiser, gevestigd te Roermond, had de Nationale Politie aansprakelijk gesteld voor schade, maar de rechtbank oordeelde dat het verzoek geen schade betrof als gevolg van een onrechtmatig besluit. Hierdoor was de rechtbank niet bevoegd om kennis te nemen van het beroep.
Eiser had op 18 juli 2014 de Nationale Politie aansprakelijk gesteld, maar na het uitblijven van een beslissing, werd beroep ingesteld op basis van artikel 8:55b van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overwoog dat de verzoekschriftprocedure voor schadevergoeding geregeld is in titel 8.4 van de Awb, en dat de bestuursrechter alleen bevoegd is om te oordelen over verzoeken die voortkomen uit onrechtmatige besluiten.
De rechtbank concludeerde dat de reactie van de Nationale Politie op de aansprakelijkstelling geen besluit was in de zin van artikel 1:3 van de Awb, waardoor de bestuursrechter niet bevoegd was om het beroep te behandelen. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tevens werd opgemerkt dat de Nationale Politie erkende dat er nog steeds geen beslissing was genomen op de aansprakelijkstelling en dat excuses waren aangeboden aan eiser. De rechtbank ging ervan uit dat de Nationale Politie zo spoedig mogelijk inhoudelijk zou reageren op de aansprakelijkstelling.