ECLI:NL:RBLIM:2016:3823

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 mei 2016
Publicatiedatum
4 mei 2016
Zaaknummer
03/661003-14
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor openlijke geweldpleging op het Kazerneterrein te Blerick wegens onvoldoende bewijs

Op 4 mei 2016 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging op het Kazerneterrein te Blerick. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 20 april 2016, waarbij de verdachte aanwezig was en zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte geen aandeel had in de openlijke geweldpleging en zich enkel had gemeld bij de politie na het horen van zijn naam.

De rechtbank heeft de verklaringen van de getuigen, de aangifte en de verklaringen van de verdachte en medeverdachten in overweging genomen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor het ten laste gelegde feit. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de openlijke geweldpleging.

Daarnaast was er een benadeelde partij, vertegenwoordigd door mr. R.F.P.J. Coppus, die een schadevergoeding van € 10.945,08 vorderde. Aangezien de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer, met mr. J. Wöretshofer als voorzitter, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/661003-14
Tegenspraak
Verkort vonnis van de meervoudige kamer d.d. 4 mei 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] .

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 20 april 2016. De verdachte is verschenen. De officier van justitie en de verdachte hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de openlijke geweldpleging gepleegd in de garderobe van een tent op het Kazerneterrein. Van het meer of andere ten laste gelegde dient verdachte te worden vrijgesproken.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft bepleit dat hij van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken nu hij geen enkel aandeel heeft gehad in de openlijke geweldpleging. Hij geeft aan dat hij zich bij de politie heeft gemeld, toen hij van anderen hoorde dat zijn naam werd genoemd.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht, evenals de verdachte, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd. De verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierbij dat de rechtbank, op grond van de aangifte, de verklaringen van de getuigen, de verklaring van verdachte en die van de medeverdachten, niet kan komen tot een bewezenverklaring, nu deze verklaringen in onderling verband gezien geen eenduidige beeld geven omtrent het aandeel van verdachte in het ten laste gelegde feit.

4.De benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer] , gemachtigde mr. R.F.P.J. Coppus, advocaat te Venlo, vordert een schadevergoeding van € 10.945,08.
Gelet op de omstandigheid dat de verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit;
Benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij, [slachtoffer] , gemachtigde mr. R.F.P.J. Coppus, advocaat te Venlo, niet-ontvankelijk in haar vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wöretshofer, voorzitter, mr. C.M.W. Nobis en mr. L.J.A. Crompvoets, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.P.J.M. Vugs, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 mei 2016.
Buiten staat
Mr. J. Wöretshofer is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij (op één of meer momenten) op 1 januari 2012 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten in het R&B-gedeelte en/of in de garderobe van een tent op het Kazerneterrein, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , welk geweld bestond uit het gooien van, althans het slaan met, een fles tegen het hoofd van genoemde [slachtoffer] en/of het meermalen slaan en/of trappen van genoemde
[slachtoffer] .