In deze zaak vorderde Metroprop B.V., eigenaar van kantoorruimte te Heerlen, dat de gemeente Heerlen geen uitvoering mocht geven aan een huurovereenkomst met het UWV voor kantoorruimte in het Maankwartier. Metroprop stelde dat de huurprijs die de gemeente ontving hoger was dan de marktconforme huur en dat dit moest worden beschouwd als ongeoorloofde staatssteun van het UWV aan de gemeente. De voorzieningenrechter wees de vordering af, omdat Metroprop niet als verhuurder in aanmerking kwam en niet aan de criteria van artikel 107 VWEU voldeed. De voorzieningenrechter oordeelde dat de huurprijs niet-marktconform was, omdat de gemeente en het UWV een marktconforme huurprijs overeen waren gekomen. Metroprop had onvoldoende bewijs geleverd dat de huurprijs niet marktconform was en dat er sprake was van staatssteun. De voorzieningenrechter concludeerde dat Metroprop geen spoedeisend belang had bij haar vordering, aangezien zij al geruime tijd op de hoogte was van de huurovereenkomst. De vorderingen van Metroprop werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.