Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het proces-verloop
2.De beoordeling
3.De beslissing
7 juni 2016 om 10:00 uurin het Gerechtsgebouw te Maastricht, St. Annadal 1;
Rechtbank Limburg
In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, uitgesproken op 25 mei 2016, is de bewindvoerder met onmiddellijke ingang geschorst. De aanleiding voor deze schorsing is een vermoeden van niet gescheiden houden van geldstromen, waarbij cliëntengelden vermengd zijn met het ondernemingsvermogen van de bewindvoerder. De bewindvoerder, werkzaam als professioneel bewindvoerder, heeft in het verleden meerdere keren gesprekken gehad met kantonrechters over zijn functioneren. De beroepsvereniging BPBI heeft in november 2015 aangegeven dat de bewindvoerder per 1 januari 2016 geschorst wordt als lid, wat aanleiding gaf tot een onderhoud met de kantonrechter. Tijdens dit onderhoud heeft de bewindvoerder verklaard dat er geen vermenging meer plaatsvond, maar deze verklaring werd niet ondersteund door recente accountantrapportages.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk sprake was van vermenging van cliëntengelden met het ondernemingsvermogen van de bewindvoerder, wat in strijd is met de wet en de kwaliteitseisen voor bewindvoerders. Dit leidde tot de conclusie dat er gewichtige redenen zijn om de bewindvoerder in al zijn zaken te ontslaan. De kantonrechter heeft GGN Bewindvoering B.V. benoemd als tijdelijk opvolgend bewindvoerder en heeft de bewindvoerder opgedragen om alle dossiers en bescheiden onmiddellijk af te geven. Tevens is er een onderzoek bevolen naar de vraag of de bewindvoerder heeft gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend bewindvoerder. De bewindvoerder zal op 7 juni 2016 worden gehoord in het Gerechtsgebouw te Maastricht.