ECLI:NL:RBLIM:2016:4688

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 mei 2016
Publicatiedatum
2 juni 2016
Zaaknummer
C03/199165/HA ZA 14-865
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een overeenkomst en vergoeding van kosten en manuren in een civiele procedure

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Limburg, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Maastricht Instruments B.V. (hierna: MI) en de vennootschap CloudTag Active Ltd. (hierna: CloudTag) over de uitleg van een overeenkomst en de vergoeding van kosten en manuren. De zaak betreft een tussenvonnis van 25 mei 2016, waarin de rechtbank MI heeft opgedragen bewijs te leveren van de hoogte van het aantal gewerkte manuren en de betaalde materiaalkosten in het kader van het Gen-1 project tot 14 mei 2014. MI heeft verschillende producties overgelegd ter onderbouwing van haar claim, waaronder urenregistraties en verklaringen van medewerkers en een accountant. CloudTag heeft echter betwist dat MI voldoende bewijs heeft geleverd en heeft aangevoerd dat de urenspecificaties niet voldoen aan de eisen van redelijkheid en controleerbaarheid. CloudTag stelt dat MI onterecht uren voor het Gen-2 project in rekening heeft gebracht en dat de kosten niet marktconform zijn. De rechtbank heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat CloudTag een redelijk loon verschuldigd is, maar dat het nog niet kan worden vastgesteld welk bedrag voor toewijzing gereed ligt. De rechtbank heeft MI de gelegenheid gegeven om te reageren op de bezwaren van CloudTag en heeft een termijn gesteld voor verdere aktewisseling. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/199165 HA ZA 14-685
Vonnis van 25 mei 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAASTRICHT INSTRUMENTS B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat mr. drs. T.G.L.M. Meevis,
tegen
de vennootschap naar Engels recht
CLOUDTAG ACTIVE LTD.,
gevestigd te Radlett Herts (Engeland),
gedaagde in conventie, eiseres is reconventie,
advocaat mr. T. Ensink.
Partijen zullen hierna MI en CloudTag genoemd worden.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verloop van de procedure na het tussenvonnis van 18 november 2015 blijkt uit:
  • de akte na tussenvonnis van MI
  • de akte overlegging producties van MI
  • de antwoordakte overlegging producties van CloudTag.
1.2.
Ten slotte is wederom vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling in conventie

2.1.
In het tussenvonnis is aan MI te bewijzen opgedragen de hoogte van het aantal gewerkte manuren en de betaalde materiaalkosten in het kader van het Gen-1 project tot 14 mei 2014.
De aktes
2.2.
MI heeft vervolgens een aantal producties overgelegd met de volgende motivering:
  • In productie 28 is per medewerker aangegeven hoeveel uren hij aan het Gen-1 project heeft gewerkt en welke werkzaamheden hij heeft verricht.
  • In producties 29 en 30 staat aangegeven hoeveel uren de betreffende medewerkers hebben gewerkt aan het Gen-1 project in 2013 en in 2014 tot 14 mei 2014.
  • Productie 31 betreft een Controleverklaring van de Onafhankelijke Accountant waarin [naam accountant] RA het volgende verklaart:
  • Productie 32 betreft schriftelijke verklaringen van de betreffende medewerkers waarin zij verklaren dat zij producties 28 tot en met 30 hebben gecontroleerd voor wat betreft de door hen aan het project bestede tijd en de omschrijving van de activiteiten en dat zij de juistheid en volledigheid bevestigen. Bij iedere verklaring zit een legalisatie die betrekking heeft op de handtekening van de betreffende medewerker van notaris mr. [naam notaris] .
  • Productie 33 betreft een overzicht van de inkopen die in het kader van het project zijn gedaan, te weten reis- en materiaalkosten en uitbesteed werk.
  • Productie 34 betreft de facturen en overige bescheiden die deze inkopen onderbouwen, waarbij een deel van inkopen liep via Vakgroep IDEE van de Universiteit Maastricht maar die zijn via een rekening-courant met MI verrekend.
2.3.
CloudTag concludeert dat MI niet is geslaagd in haar bewijsopdracht en voert hiertoe het volgende aan. MI volstaat met het plompverloren vanuit haar urenschrijfsysteem doorbelasten aan CloudTag. CloudTag moet in staat worden gesteld om de door MI gestelde manuren te laten verifiëren in het kader van een deskundigenbericht. MI heeft, door geen getuigenverhoren te houden, CloudTag de gelegenheid ontnomen om wedervragen te stellen, de getuigen te confronteren met hun verklaring of een contra-enquête te openen. CloudTag is bovendien niet betrokken bij de eenzijdig opgemaakte zogenaamde “beëdigde” verklaringen. De vergoeding bij voortijdig eindigen van de opdracht moet ingevolge artikel 7:411 BW naar redelijkheid worden bepaald. Een deskundige kan uitsluitsel geven over de vraag of de in rekening gebrachte tijd redelijk is. CloudTag heeft volstrekt geen voordeel genoten van de werkzaamheden van MI, maar krijgt wel een enorme rekening gepresenteerd. De urenspecificatie van productie 28 schiet tekort door slechts totalen te geven en niet te verwijzen naar enige datum. CloudTag wordt hierdoor in haar verdediging geschaad. Er kan vaak niet worden afgeleid wanneer welke handelingen zijn verricht. Hetzelfde geldt voor producties 29 en 30, waarin alleen staat geschreven hoeveel uren door een medewerker zijn gemaakt in een bepaalde maand, maar waaruit niet kan worden opgemaakt om welke fases of handelingen het gaat. Evenmin kan worden vastgesteld of nagegaan of de uren in redelijkheid, en met de nodige efficiency, zijn gemaakt. Slechts een deskundigenopdracht kan deze duidelijkheid geven. In productie 28 zijn verder aantoonbaar uren voor het Gen-2 project in rekening gebracht, wat niet mag, te weten op pagina 1 ‘
Telefonisch overleg over GEN 1 en GEN 2 plus nabespreking’, op pagina 3 ‘
Tijdsplanning maken generation 1 en generation 2’en op pagina 4 ‘
Overleg met Imec over samenwerking betreffende GEN 1 en GEN 2’. Ook een deskundige zal hierop alert kunnen zijn. Het kan zijn dat MI ook heimelijk Gen-2 uren in rekening heeft gebracht. De genoemde fases corresponderen niet met de fases die zijn genoemd in de Technische Annex (TA) van de Gen-1 overeenkomst. De fase T0 komt bijvoorbeeld helemaal niet voor in de TA, evenmin de fase T1.2. Desalniettemin worden op deze twee fases in totaal 3.006 uren in rekening gebracht. De urenspecificatie strookt bovendien niet met de Impact Summary die MI eerder in het geding heeft gebracht (productie 8 bij dagvaarding). T2.1 en T2.2 uit de Impact Summary verwijzen naar T1.1 en T1.2 uit productie 28. De overige fases uit de Impact Summary, zoals T0, T2.4, T2.5 en T3.1, waarmee al gestart was of die al bijna afgerond waren, komen helemaal niet terug in productie 28. Als 69 uur is besteed aan
‘product requirements & certification’, zou hiervan een enorm papieren dossier moeten zijn, maar dit is niet overgelegd aan CloudTag (vgl. art. 7:403 BW) of in deze procedure. Bovendien, elf uur schrijven voor het maken van afspraken door Roger Tilman? Inefficiënt werken kan niet zomaar worden doorbelast zonder enige inhoudelijke toets. In fase T1.1 is volgens productie 28 621,5 uren aan
‘field test models’besteed. Wat precies, wordt niet aangegeven en er worden ook geen verdere specificaties gegeven dus CloudTag kan niet weten wat hier nu is gedaan. Ook valt niet af te leiden wanneer de tests zijn uitgevoerd en waarvoor deze tests nodig waren. Opmerkelijk is dat 190 van de 621,5 uur als
‘Fase 2.0 Field Test Modellen’zijn gespecificeerd. Gaat het hier om Gen-2? Er worden 1.356 uren geschreven voor
‘embedded software’. Dat is extreem veel en niet marktconform. 26,6 uur voor
‘boot loader & algorithm’kan niet kloppen want bij weten van CloudTag is deze software nooit geschreven of gedemonstreerd.
‘Scrum meetings’(101,5 uur) komen niet in de overeenkomst terug. Bij een goede scrum meeting wordt in 15 minuten per dag door een development team kort uitgewisseld wat de progressie naar de
‘sprint goal’is. CloudTag heeft hiervoor nooit opdracht gegeven, terwijl het om een bedrag van meer dan € 10.000,- gaat. CloudTag zou betalen voor deliverables, niet voor interne meetings. De verklaring van de accountant (productie 31) is niet concludent. Wie zegt dat de accountant onafhankelijk is? CloudTag heeft niet met deze keuze ingestemd. Bovendien gaat de accountant slechts uit van de informatie die hij ontvangt van zijn opdrachtgever, maar hij onderzoekt niet of die informatie correct is en er is geen inzicht verstrekt in de methodiek die gevolgd is bij het vaststellen van de audit, de onderliggende stukken of rapportages. Het blijkt niet of hij heeft gecontroleerd of na bekendwording met het vonnis van 18 november 2015 nog uren zijn ingevoerd. Hij is bovendien niet deskundig op het gebied van het maken en ontwerpen van hoogtechnologische producten, dus hij kan de redelijkheidstoets niet toepassen, de betrokkenen niet kritisch interviewen en niet beoordelen of de gevorderde manuren ook redelijk zijn. Kennelijk heeft de accountant gemist dat er openlijk Gen-2 uren in rekening zijn gebracht. In het overzicht in productie 33 onder nummers 4, 5, 6, 7, 25, 28 en 36 staan reiskosten, dus geen materiaalkosten, opgenomen. Bovendien gaat het wederom om kosten gemaakt voor het Gen-2 project. Er is geen meeting geweest op 6 november 2011 (nummer 36). Uit het bankafschrift kan niet worden afgeleid of nummers 10 en 11 behoren bij Gen-1. Tussen 3 en 5 december 2013 is er geen ontmoeting geweest, dus het is onduidelijk waarom de auto onder nummer 28 gehuurd is. Bovendien, waarom een auto huren terwijl eventueel een kilometervergoeding zou kunnen volstaan? Onder nummer 52 staat een soortgelijke declaratie. Moet CloudTag betalen voor de aanschaf van een Ipad (nummer 34)? CloudTag heeft van Philips een prijsopgave ontvangen van € 32.618,- voor 300 Boards, dus het kan niet kloppen dat MI € 10.500,- opvoert voor 10 boards van Philips (nummer 37). Bij het maken van kosten moet MI zorgvuldig handelen (art. 7:401 BW) wat betekent dat zij had moeten onderhandelen voor een lagere prijs. Een deskundige zou hierover een vakkundig oordeel kunnen geven. Nummers 24, 41, 43, 44, 49 en 51 zien op de inhuur van externe consultants en betreffen dus geen materiaalkosten, waar de bewijsopdracht op ziet. MI moet de werkzaamheden uitvoeren en kan niet zelf, zonder overleg, externe consultants inhuren. Het bureau Tass Technology Solutions zegt CloudTag niets (nummers 41, 44, 49 en 51) en er zijn geen werkzaamheden gespecificeerd.
De beoordeling
2.4.
Artikel 7:411 BW, waar CloudTag een beroep op doet, bepaalt dat bij het voortijdig eindigen van een opdracht, zoals in deze zaak is gebeurd, de opdrachtnemer, in dit geval MI, recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. CloudTag miskent echter dat partijen in hun overeenkomst van deze bepaling zijn afgeweken. Partijen zijn immers overeengekomen dat in het geval van de beëindiging van de overeenkomst CloudTag
‘the amounts for the work performed’aan MI verschuldigd is. Dit houdt trouwens in dat de verschuldigdheid niet alleen manuren en materiaalkosten betreft. Dat dit zo in de bewijsopdracht is opgenomen, komt doordat MI zelf het etiket materiaalkosten gebruikt, niet omdat de rechtbank van oordeel was dat
‘the amounts for the work performed’niets anders omvat dan manuren en materiaalkosten. Dat laat overigens onverlet dat de kosten door MI wel in redelijkheid - zowel naar noodzaak om ze te maken als naar hoogte - moeten zijn gemaakt.
2.5.
De rechtbank heeft in het tussenvonnis al geoordeeld dat CloudTag, nu geen uurtarief is overeengekomen, een redelijk loon verschuldigd is en dat dit redelijke loon € 100,- per uur bedraagt (zie r.o. 4.8.). De vraag die resteerde was hoeveel manuren MI heeft geïnvesteerd in het Gen-1 project tot het moment van beëindiging en welke materiaalkosten (waaronder blijkens vorenstaande dus mede overige kosten moeten worden verstaan) gemaakt zijn, waarvan MI in het tussenvonnis bewijs is opgedragen. De vraag is dan of dit nu in rechte kan worden vastgesteld. Het antwoord hierop is vooralsnog ontkennend, omdat CloudTag voldoende verweer heeft gevoerd tegen de inhoud van de door MI als bewijs ingebrachte stukken. MI heeft hierop nog niet kunnen reageren. De rechtbank zal MI derhalve nog in de gelegenheid stellen bij akte te reageren en haar hiertoe een termijn van vier weken stellen, waarna CloudTag ook vier weken de tijd zal krijgen voor het nemen van een akte. Partijen zullen zich in de aktes tevens dienen uit te laten over het aantal en de te benoemen deskundige(n), de hoogte en draaglast van het voorschot en de aan de deskundige voor te leggen vragen, voor het geval de rechtbank ook na de komende aktewisseling niet in rechte kan vaststellen welk bedrag voor toewijzing gereed ligt.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
22 juni 2016voor het nemen van akte aan de zijde van MI,
in conventie en in reconventie
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
type: GD