Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2016 in de zaak tussen
[naam] , te Susteren, eiser,
Maatschap [naam Maatschap]te Susteren.
Procesverloop
Overwegingen
ontwerpbesluitzienswijzen konden worden ingediend, een kennelijke misslag betreft, omdat van een ontwerpbesluit geen sprake is en het indienen van zienswijzen derhalve niet van toepassing kan zijn. Zowel uit het besluit als de publicatie blijkt duidelijk dat er een vergunning is verleend en geen ontwerpbesluit is vastgesteld. De rechtbank houdt het ervoor dat eisers gemachtigde dat ook zo heeft opgevat nu hij geen zienswijzen bij verweerder heeft ingediend, maar bezwaar heeft gemaakt tegen dat besluit. Dat bezwaar is echter niet ingediend binnen zes weken na bekendmaking van dat besluit, door verzending op 2 juli 2015. Zeker van een professionele rechtshulpverlener mag worden verwacht dat hij ervan op de hoogte is dat een bezwaar binnen zes weken na bekendmaking van een besluit moet worden ingediend. Voor zover de tegenstrijdigheid van de publicatie met de rechtsmiddelenverwijzing van het besluit en de tegenstrijdigheden in het besluit zelf voor verwarring bij eisers gemachtigde hebben gezorgd over de aanvang van de bezwaartermijn, had het op diens weg gelegen om daarover contact met verweerder op te nemen. Dat was begin augustus 2015, toen zijn cliënt bij hem kwam, zonder meer mogelijk geweest omdat de bezwaartermijn eerst op 13 augustus 2015 is verstreken. Dat eisers gemachtigde zulks heeft nagelaten en evenmin zo spoedig mogelijk een pro forma bezwaar heeft ingediend, maar pas op 21 augustus 2015 en derhalve te laat, per gewone post een bezwaarschrift bij verweerder heeft ingediend, moet voor risico van eiser blijven. Gelet op voormelde overwegingen is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van verschoonbaarheid als bedoeld in artikel 6:11 van de Awb.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2016.