Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiser sub 2],
1.de naamloze vennootschap [naam nv] ACCOUNTANTS N.V.,
[naam maatschap] ACCOUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS,
[gedaagde sub 3], accountant bij [naam maatschap] Accountants & Belastingadviseurs,
4.[gedaagde sub 4] ,
MR. REMCO JOHANNES MARIA CORNELIS ROSBEEK Q.Q.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 december 2013
- de conclusie van antwoord van [naam nv] N.V., de maatschap en [gedaagde sub 3]
- de conclusie van antwoord van de curator en [gedaagde sub 4]
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek van [naam nv] N.V., de maatschap en [gedaagde sub 3]
- de conclusie van dupliek van de curator en [gedaagde sub 4]
- de akte van Debelma en [eiser sub 2]
- de antwoordakte van [naam nv] N.V., de maatschap en [gedaagde sub 3]
- de antwoordakte van de curator en [gedaagde sub 4] .
2.De feiten
Bijgaand gelieve u aan te treffen een afschrift van de concept-dagvaarding waarin is vervat mijn motivering terzake uw aansprakelijkheid. Mocht u van mening zijn dat deze motivering niet strookt met de werkelijkheid, zo ben ik bereid om u tot uiterlijk 31 april 2005 in gelegenheid te stellen uw bezwaar tegen de inhoud van de dagvaardingschriftelijk en gemotiveerd(dat wil zeggen onderbouwt door stukken waaruit de juistheid van de door u geuite bezwaren blijkt) aan mij kenbaar te maken.”
Rapport Verweer concept-dagvaarding curator Intercontex B.V. en Tricotververij Limburg B.V.”) de conclusies van zijn onderzoek vermeld (productie 3 bij dagvaarding).
de wijze waarop u in deze zaak heeft gerapporteerd onrechtmatig achten”, bij schrijven van 11 mei 2005 (productie 8 bij conclusie van dupliek) aansprakelijk gesteld voor alle door Debelma en [eiser sub 2] geleden en te lijden schade. Daarnaast hebben Debelma en [eiser sub 2] op 11 mei 2005 een klacht tegen [gedaagde sub 3] ingediend bij de Raad van Tucht voor Registeraccountants en Accountants Administratieconsulenten te ’s-Gravenhage (verder: ‘de Raad’).
Het College is van oordeel dat, gelet op de wijze waarop betrokkene de aan hem verleende opdracht in het rapport heeft geformuleerd en ook gelet op de verklaring van de curator terzake, niet valt staande te houden dat deze opdracht was beperkt in de door betrokkene bepleite zin. Zoals de raad van tucht immers terecht heeft overwogen sluit het gebruik van de termen afwentelen en baten onthouden in zich dat het onderzoek zich heeft gericht op (ongeoorloofde) menselijke gedragingen.
3.De vorderingen
Debelma en [eiser sub 2] - gedaagden sub 1 t/m 3
eenzijdige” rapport van [gedaagde sub 3] van 11 december 2003 gebrekkig was. Dit temeer gelet op de rapportage van Doggen RA van 29 april 2005. Debelma en [eiser sub 2] stellen dat de curator, hoewel door de onder 2.7 en 2.8 genoemde uitspraken duidelijk was dat dit rapport, gebrekkig was zich bovendien in hoger beroep is blijven beroepen op het rapport van 11 december 2003.
4.Het verweer en de beoordeling van het geschil
[naam nv] N.V.
anderszins ondermaats werk heeft geleverd of dat [gedaagde sub 3] niet onpartijdig in zijn oordeel is geweest” geen grond aanwezig geacht.
3.4.2 (…) De faillissementscurator kan wegens een onzorgvuldige uitoefening van zijn wettelijke taak tot beheer en vereffening van de boedel persoonlijk aansprakelijk zijn jegens degenen in wier belang hij die taak uitoefent, te weten de (gezamenlijke) schuldeisers, en jegens derden met de belangen van wie hij bij de uitoefening van die taak rekening heeft te houden, zoals de gefailleerde. Voor zover de faillissementscurator bij de uitoefening van zijn taak niet is gebonden aan regels, komt hem in beginsel een ruime mate van vrijheid toe. De curator dient zich te richten naar het belang van de boedel, maar het is in beginsel aan zijn inzicht overgelaten op welke wijze en langs welke weg dat belang het beste kan worden gediend. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop hij rekening houdt met andere bij het beheer en de afwikkeling van de boedel betrokken belangen en voor de wijze waarop hij bij dat beheer of die afwikkeling uiteenlopende, soms tegenstrijdige belangen tegen elkaar afweegt. Bij het te gelde maken van het actief van de boedel, waarop de verwijten zien die [verweerder] de Curator in deze zaak maakt, komt de faillissementscurator de hier bedoelde vrijheid toe.
… het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (HR 29 juni 2007, LJN BA3516, NJ 2007/353). Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM.”
5.000,00(2,5 punten × tarief € 2.000,00)
5.000,00(2,5 punten × tarief € 2.000,00)