Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 december 2015, met producties,
- de incidentele conclusie tot tussenkomst subsidiair voeging van [tussenkomende partij] ,
- de aanvullende productie van [eiseres] ,
- de mondelinge behandeling op 21 januari 2016, al waar de tussenkomst van [tussenkomende partij] door de voorzieningenrechter is toegestaan, omdat daartegen geen bezwaar van [eiseres] en Chemelot was en ook overigens wordt voldaan aan de voorwaarde van artikel 217 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering,
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van Chemelot,
- de pleitnota van [tussenkomende partij] .
2.Het geschil in de hoofdzaak en in de tussenkomst
3.De beoordeling
in de hoofdzaak en de tussenkomst
€ 816,00 (salaris advocaat) vermeerderd met nakosten en rente.
4.De beslissing
€ 199,00 met betekening, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, vanaf de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
€ 199,00 met betekening, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, vanaf vijftien dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening