ECLI:NL:RBLIM:2017:10326

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 oktober 2017
Publicatiedatum
25 oktober 2017
Zaaknummer
5975551 \ CV EXPL 17-4206
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen voor geleverde bomen en planten met geschil over tenaamstelling en btw

In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] BOOMTEELT B.V. betaling van openstaande facturen ter waarde van € 8.758,80 van de rechtspersoon naar buitenlands recht PFLANZENHANDEL [Y] GMBH & CO. KG. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst waarbij [X] BOOMTEELT B.V. in de periode van 28 november 2015 tot en met 13 juni 2016 een partij planten en bomen heeft geleverd. Ondanks het versturen van 11 facturen en een verzamelnota zijn deze niet betaald. De gedaagde partij heeft de betaling opgeschort, omdat zij meent dat de tenaamstelling van de facturen onjuist is en dat er onterecht btw in rekening is gebracht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat het Nederlandse recht van toepassing is. De rechter oordeelt dat de gedaagde partij onvoldoende onderbouwd heeft aangetoond dat er sprake is van een geoorloofd opschortingsrecht. De kantonrechter concludeert dat de vordering van [X] BOOMTEELT B.V. toewijsbaar is, aangezien er geen discussie bestaat over de hoogte van de facturen. De gedaagde partij wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.149,32. De kantonrechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

In reconventie heeft de gedaagde partij een voorwaardelijke vordering ingediend, maar deze is afgewezen. De kantonrechter heeft geen termen aanwezig geacht om de gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.W. Rijksen op 25 oktober 2017.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5975551 \ CV EXPL 17-4206
Vonnis van de kantonrechter van 25 oktober 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] BOOMTEELT B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde Hafkamp Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen:
de rechtspersoon naar buitenlands recht PFLANZENHANDEL [Y] GMBH & CO. KG,
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. D.J. von Rosenstiel.
Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft ter uitvoering van een tussen partijen gesloten overeenkomst aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een partij planten en bomen verkocht.
2.2.
In de periode van 28 november 2015 tot en met 13 juni 2016 zijn 11 facturen gestuurd. Op 18 augustus 2016 heeft [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] een verzamelnota gestuurd, samengesteld uit de hiervoor genoemde 11 facturen. De facturen zijn niet betaald.
2.3.
Per e-mail hebben partijen gecorrespondeerd over de tenaamstelling van de facturen en het vermelden van btw.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tot betaling van € 8.758,80, vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] vordert – samengevat – voorwaardelijke veroordeling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van € 660,00 en voert verweer tegen de vordering in conventie.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
De kantonrechter constateert dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, dat het Nederlandse recht van toepassing is en dat hij bevoegd is om van de zaak kennis te nemen.
in conventie
4.2.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] vordert betaling van de openstaande facturen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft de betaling nog niet verricht, althans de betaling opgeschort, omdat de tenaamstelling onjuist is en btw in rekening is gebracht. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] stelt dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] , ondanks herhaalde verzoeken daartoe, weigert om de facturen op een correcte wijze op te stellen.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] planten en bomen geleverd. Over de levering bestaat geen discussie tussen partijen, zodat de kantonrechter ervan uit gaat dat deugdelijk geleverd is. Ter zake bestaat dan ook geen grond om niet tot betaling over te gaan.
4.4.
Ter beoordeling ligt de vraag voor of [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een opschortingsrecht toekomt en als deze vraag bevestigend kan worden beantwoord of gehele opschorting van de facturen gerechtvaardigd is. Voor een geslaagd beroep op een opschortingsrecht geldt een aantal vereisten. Ten eerste moet sprake zijn van een opeisbare vordering op de wederpartij. De wederpartij moet met andere woorden ‘te laat zijn’ met bijvoorbeeld betalen of leveren. Daarnaast moet er samenhang bestaan tussen de opeisbare vordering en de op te schorten verplichting. Van samenhang is bijvoorbeeld sprake als de vordering en de verplichting voortvloeien uit dezelfde of een soortgelijke overeenkomst met de wederpartij. De opschorting moet bovendien proportioneel zijn. Tot slot brengen de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich, dat de wederpartij wordt geïnformeerd dat en op welke grond de betalingsverplichting opschort.
4.5.
In het onderhavige geval heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de betaling opgeschort omdat de tenaamstelling onjuist is en omdat btw in rekening is gebracht. Na daarop te zijn gewezen heeft [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] de tenaamstelling in een verzamelfactuur aangepast en op de daarbij behorende facturen de btw-bedragen doorgestreept. Deze aanpassingen hebben echter evenmin tot betaling geleid.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake is van een geslaagd beroep op opschorting aangezien niet wordt voldaan aan de hiervoor vermelde vereisten. Zo is er geen sprake van een opeisbare vordering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] op [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] . Bovendien heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ook niet aangetoond of aannemelijk gemaakt dat de naamsvermelding zonder “KG” tot onoverkomelijke problemen leidt. Dit geldt eveneens voor de doorstreping van de btw-bedragen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft haar verweer in onvoldoende mate onderbouwd, zodat dit gepasseerd wordt. Daar komt nog bij dat de tenaamstelling in de verzamelnota is aangepast.
4.7.
De kantonrechter komt op basis van vorenstaande overwegingen tot het oordeel dat er geen sprake is van een geoorloofde opschorting van de betaling van de facturen, zulks nog afgezien van de vraag of algehele opschorting gerechtvaardigd zou zijn. Dit brengt met zich dat de vordering van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] , nu ten aanzien van de hoogte van de facturen kennelijk geen discussie bestaat, kan worden toegewezen. Dit geldt eveneens voor de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten.
4.8.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4.9.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] toe te laten tot nadere bewijslevering.
in reconventie
4.10.
Nu [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] als de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, wordt de vordering in reconventie, die ziet op het toewijzen van de daadwerkelijke proceskosten, afgewezen.
in conventie en in reconventie
4.11.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] worden begroot op:
  • dagvaarding € 119,32
  • griffierecht 470,00
  • salaris gemachtigde conventie 500,00 ( 2 x tarief € 250,00
  • salaris gemachtigde reconventie
totaal € 1.149,32
4.12.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] te betalen een bedrag van € 8.758,80, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 7.750,00 vanaf 23 januari 2017 tot aan de voldoening,
in reconventie
5.2.
wijst de vordering af,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op € 1.149,32,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: sm