ECLI:NL:RBLIM:2017:10437
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executoriaal beslag op auto en hond in kort geding met verzet van derde
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiser de opheffing van executoriaal beslag op een auto en een hond. De achtergrond van het geschil ligt in een eerdere rechtszaak waarin de koopovereenkomst van een woning tussen gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 is ontbonden. Eiser, de zoon van gedaagde sub 2, stelt dat de auto zijn eigendom is en dat het beslag onrechtmatig is. Gedaagde sub 1 betwist dit en stelt dat de auto eigendom is van gedaagde sub 2. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat hij de eigenaar van de auto is. De rechter wijst erop dat gedaagde sub 2 de auto regelmatig gebruikt en dat het kenteken op haar naam staat. Eiser heeft geen objectief bewijs overgelegd van de gestelde koop van de auto. De voorzieningenrechter concludeert dat gedaagde sub 2 vermoedelijk de rechthebbende is en dat het beslag op de auto en de hond niet onrechtmatig is. De vorderingen van eiser worden afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde sub 1.