ECLI:NL:RBLIM:2017:10453

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 november 2017
Publicatiedatum
30 oktober 2017
Zaaknummer
04 5866226 CV EXPL 17-3032
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van schade toegebracht aan recreatiewoningen ten behoeve van huisvesting van buitenlandse werknemers

In deze zaak vordert de besloten vennootschap [X] B.V., handelend onder de naam Camping Leudal en FlexHotels, betaling van schade die is toegebracht aan recreatiewoningen die verhuurd zijn aan Royal Uitzendbureau B.V. De partijen zijn een huurovereenkomst aangegaan voor de huur van vakantiewoningen, waarbij de Recron-voorwaarden van toepassing zijn. De eisende partij vordert een totaalbedrag van € 8.252,53, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten, terwijl Royal in reconventie een bedrag van € 1.840,00 vordert. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de feiten die zich hebben voorgedaan. De kantonrechter oordeelt dat de eisende partij in conventie recht heeft op betaling van de gevorderde bedragen, omdat de facturen voor de schade en huur correct zijn en Royal onvoldoende verweer heeft gevoerd. De vordering in reconventie van Royal wordt afgewezen, omdat niet is aangetoond dat een waarborgsom is betaald. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van de eisende partij toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5866226 \ CV EXPL 17-3032
Vonnis van de kantonrechter van 1 november 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V., handelend onder de naam Camping Leudal, teven handelende onder de naam FlexHotels,
statutair gevestigd te Veghel,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
gemachtigde G.J.C. Rooijmans-Schakenraad LLB,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ROYAL UITZENDBUREAU B.V.,
gevestigd te Roermond,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. M. Fidder-Bulder, Stichting Achmea Rechtsbijstand.
Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] en Royal genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn met elkaar een huurovereenkomst aangegaan ter zake de huur van vakantiewoningen. Het betreft een handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a BW.
Op de overeenkomst zijn de “Recron-voorwaarden voor vakantieverblijven” van toepassing.
2.2.
In de overeenkomst zijn de volgende bepalingen opgenomen:
Terzake opzegging
Accommodaties worden verhuurd in hele kalendermaanden, met een wederzijdse opzegtermijn van één maand. Reservering en betaling geschiedt enkel in hele maanden.
Terzake schade
Eventuele schade aangericht door uw gasten wordt aan u gefactureerd conform de in de recreatiewoningen gepubliceerde prijzen. Waar geen prijzen zijn gepubliceerd maakt de verhuurder de inschatting van de herstelkosten. Deze is niet bediscussieerbaar of aanvechtbaar. Schade wordt door de verhuurder hersteld. Enkel na schriftelijke toestemming kan dispensatie worden verleend, zodat de huurder zelf de schade kan herstellen.
2.3.
In het jaar 2015 heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] recreatieobject 10 aan Royal verhuurd. Op 14 december 2015 is voor de in de periode van 10 november 2015 tot en met 12 december 2015 verbruikte energie een bedrag van € 116,20 gefactureerd.
2.4.
Op 15 december 2015 heeft Royal de betreffende huurovereenkomst opgezegd. Op 6 januari 2016 heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] de laatste huurfactuur ad € 397,50 inclusief btw voor de maand januari 2016 verzonden.
2.5.
Bij facturen van 14 september 2015, 24 november 2015 en 11 januari 2016 is diverse schade in de verhuurde recreatieobjecten bij Royal in rekening gebracht. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van € 6.633,15.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] vordert – samengevat – veroordeling van Royal tot betaling van € 8.252,53 (hoofdsom € 6.633,15, € 624,40 rente en € 994,98 aan buitengerechtelijke kosten), vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.2.
Royal vordert – samengevat – veroordeling van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] tot betaling van € 1.840,00, vermeerderd met kosten en voert verweer tegen de vordering in conventie.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
De kantonrechter stelt het volgende voorop. Bij conclusie van dupliek in reconventie had [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] enkel haar stellingen naar voren moeten brengen met betrekking tot de vordering in reconventie. Zij is echter ook uitgebreid ingegaan op de vordering in conventie. Dit is niet toegestaan en al hetgeen in die conclusie omtrent de vordering in conventie naar voren is gebracht, zal buiten beschouwing worden gelaten.
in conventie
4.2.
De hoofdsom is opgebouwd uit vijf facturen. Deze facturen zullen hierna afzonderlijk, dan wel gezamenlijk worden besproken.
4.3.
Factuur d.d. 14 december 2015 ad € 116,20 betreffende energie
Royal voert tegen deze factuur aan dat er allerlei begin- en eindstanden worden genoemd, maar dat niet valt na te gaan waarop [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] deze standen baseert. Bewijs is ook niet overgelegd.
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] stelt dat de energiemeters zichtbaar in de huisjes aanwezig zijn en door iedereen af te lezen. Op verzoeken om samen de huisjes te controleren is Royal niet ingegaan. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft daarom zelf de meterstanden opgenomen, aldus [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] .
De kantonrechter overweegt dat er, gelet op het niet onderbouwde verweer, geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de factuur en de daarop vermelde meterstanden. Bovendien blijkt ook niet dat Royal tegen deze factuur heeft geprotesteerd, zodat het thans gevoerde verweer als tardief wordt aangemerkt. Dit deel van de vordering wordt toegewezen.
4.4.
De factuur d.d. 6 januari 2016 ad € 397,50 ter zake huur januari 2016
Ten aanzien van dit deel van de vordering stelt [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] dat er een huurovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan die niet van rechtswege eindigt. Overeengekomen is dat de huisjes in kalendermaanden worden verhuurd zodat de huurovereenkomst, gelet op de opzegging op 15 december 2015, per 1 februari 2016 zou eindigen. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft echter maar tot 8 januari 2016 gefactureerd en hiermee Royal al ruimschoot tegemoet gekomen.
Royal beroept zich op artikel 3 van de Recron-voorwaarden. In dit artikel is bepaald dat een overeenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, zonder dat opzegging vereist is. Van deze bepaling mag niet ten nadele van de huurder worden afgeweken, aldus artikel 2 lid 5 van die voorwaarden.
De kantonrechter is van oordeel dat Royal gehouden is de factuur van 6 januari 2016 te voldoen en overweegt daartoe als volgt. Royal is geen recreant als bedoeld in de Recron-voorwaarden. Volgens artikel 1 onder c. van die voorwaarde is een recreant diegene die met de ondernemer de overeenkomst inzake het vakantieverblijf aangaat. De ratio van de regeling beoogt de consument/recreant die voor korte duur en ten behoeve van recreatieve ontspanning een recreatieverblijf huurt. Partijen handelen beide in de uitoefening van een bedrijf en hebben een overeenkomst voor een langere duur voor het huisvesten van buitenlandse werknemers gesloten. Partijen zijn daarbij uitdrukkelijk overeengekomen dat de accommodaties in kalendermaanden worden verhuurd, met een wederzijdse opzegtermijn van één maand. Royal heeft de huurovereenkomst op 15 december 2015 opgezegd, hetgeen inhoudt dat de huurovereenkomst eerst per 1 februari 2016 eindigt. Royal is daarom gehouden de tot 8 januari 2016 in rekening gebrachte huur te voldoen.
Dit deel van de vordering wordt daarom toegewezen.
4.5.
De schadefacturen van 14 september 2015, 24 november 2015 en 11 januari 2016
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] stelt dat diverse schades zijn geconstateerd en vastgesteld met Royal. Er is geen sprake van dubbeltelling of andere onjuistheden. Evenmin is sprake van geschatte bedragen maar gaat het om daadwerkelijk gemaakte kosten en om de in de huisjes gepubliceerde prijzen.
Royal voert aan van meet af aan om nadere toelichting en onderbouwing te hebben gevraagd. Bij e-mail van 7 oktober 2015 zijn twijfels geuit over de facturering door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] . Zo is er om verduidelijking van de schilderwerkzaamheden ad € 1.000,00 gevraagd en gaat het bij de facturen van 7 september 2015 en 14 september 2015 om nagenoeg dezelfde bedragen. Ook uit de brief van 5 februari 2016 kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat Royal zich niet kan vinden in de gezonden facturen.
Royal betwist de gestelde schade en dit is door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] ook niet aangetoond.
Het beding dat de herstelkosten niet aangevochten mogen worden, is niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van boek 6 en 7 van het burgerlijk wetboek.
Ten aanzien van de schadefacturen oordeelt de kantonrechter als volgt. Zoals hiervoor reeds is overwogen gaat het om twee rechtspersonen die handelen in de uitoefening van een bedrijf. Royal heeft de huurovereenkomst met alle daarin voorkomende artikelen en bedingen voor akkoord ondertekend. Ter zake schade zijn partijen een specifiek beding overeengekomen, zoals hiervoor in rechtsoverweging 2.2. geciteerd.
Royal heeft onvoldoende gemotiveerd betwist waarom dit specifieke beding buiten toepassing moet blijven. De enkele stelling dat dit beding in strijd is met de wettelijke bepalingen van boek 6 en 7 van het burgerlijk wetboek is in elk geval, zonder nadere toelichting, onvoldoende.
Ten aanzien van de facturen op zich is de kantonrechter van oordeel dat Royal hiertegen onvoldoende gemotiveerd verweer heeft gevoerd. Uit de facturen blijkt om welke schade aan welke objecten het gaat en welke bedragen daarvoor in rekening zijn gebracht.
Dat de hoogte van de bedragen niet geverifieerd kunnen worden omdat er geen lijsten in de recreatiewoningen aanwezig waren, is niet aangetoond. Dit verweer wordt daarom gepasseerd. Dit geldt eveneens voor de overige bedragen. In het litigieuze beding hebben partijen de bediscussieerbaarheid of aanvechtbaarheid uitgesloten.
4.6.
Nu het verweer van Royal wordt verworpen kan de gevorderde hoofdsom aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van opeisbaarheid van de respectievelijke facturen tot de dag der algehele voldoening. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] vordert weliswaar contractuele rente, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd. Zo ontbreekt onder meer het rentepercentage.
4.7.
De kantonrechter is verder van oordeel dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in voldoende mate heeft aangetoond dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die toewijzing van incassokosten rechtvaardigen. Gelet op de hoofdsom zal een bedrag van € 706,66 worden toegewezen.
in reconventie
4.8.
In reconventie vordert Royal terugbetaling van de waarborgsom ad € 1.840,00. Ter adstructie legt Royal een kopie van een rekeningafschrift over waaruit blijkt dat een bedrag van € 900,00 is voldaan.
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] betwist uitdrukkelijk dat een waarborgsom is betaald.
4.9.
De kantonrechter is van oordeel dat Royal niet heeft aangetoond dat een waarborgsom van € 1.840,00 is betaald. Het overlegde rekeningafschrift kan niet tot bewijs dienen, nu de bedragen niet corresponderen en bovendien een omschrijving ontbreekt. De vordering in reconventie wordt daarom afgewezen.
in conventie en in reconventie
4.10.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig Royal toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.11.
Royal zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] worden begroot op:
  • dagvaarding € 85,21
  • griffierecht 470,00
  • salaris in conventie 500,00 ( 2 x tarief € 250,00)
  • salaris in reconventie
totaal € 1.205,21
4.12.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt Royal om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] te betalen een bedrag van € 7.339,81, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 6.633,15 vanaf de datum van opeisbaarheid van de respectievelijke facturen tot aan de voldoening, een en ander een bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaand,
in reconventie
5.2.
wijst de vordering af,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt Royal in de proceskosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op € 1.205,21, vermeerderd met de wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis is betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: