Vaeshartelt stelt daartoe het volgende.
De krakers maken inbreuk op haar eigendomsrecht van het pand.
Het pand verkeert in een zodanig slechte staat dat zij er niet in is geslaagd daarvoor een opstalverzekering af te sluiten. Dat illustreert ook dat de veiligheid van de krakers niet is gewaarborgd. Dat feit, alsmede het feit dat in het pand asbest is verwerkt, kan op grond van artikel 6:174 BW leiden tot aansprakelijkheid van haar voor eventuele schade van de krakers, bijvoorbeeld indien als gevolg van door krakers in het pand uitgevoerde werkzaamheden asbest vrijkomt. Dit risico van aansprakelijkheid wenst Vaeshartelt niet te lopen en evenmin het risico om aansprakelijk gesteld te worden.
Verder heeft zich een kandidaat-koper voor het pand bij haar gemeld, die het pand, na renovatie, wil gaan gebruiken als proeflokaal voor ter plaatse geteelde groenten en fruit. Omdat het pand is gekraakt, is een geplande bezichtiging van het pand op 8 september jongstleden geannuleerd. De kandidaat-koper dreigt af te haken – hetgeen Vaeshartelt probeert te voorkomen – waardoor Vaeshartelt schade zal lijden.
Verder staat het bestemmingsplan het regulier bewonen van het pand niet toe; slechts bewoning als bedrijfswoning is toegestaan en daarvan is geen sprake. Dit in strijd handelen met het bestemmingsplan is op grond van artikel 2.1 lid 1 sub c Wabo verboden. Als Vaeshartelt niet optreedt tegen de onrechtmatige bewoning van het pand, waaronder mede is te beschouwen het laten gebruiken van het pand door anderen, handelt zij in strijd met het bestemmingsplan, hetgeen evenzeer volgens genoemde bepaling is verboden.
Nu er sprake is van handelen in strijd met het bestemmingsplan, zal het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente overgaan tot bestuursrechtelijke handhaving en het uitvaardigen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom. Door het handelen in strijd met artikel 2.1 lid 1 sub c Wabo handelt zij tevens in strijd met artikel 6 lid 1 onder 5 WED, en riskeert daardoor hechtenis of een geldboete.
Het pand voldoet, wegens de slechte staat waarin het verkeert, bovendien niet aan de eisen die het Bouwbesluit 2010 aan gebouwen met een woonfunctie stelt, in het bijzonder niet aan de eisen van de hoofdstukken 2, 6 en 7 daarvan. Zeer aannemelijk is daarom dat het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente (zonder voorafgaande waarschuwing) zal overgaan tot bestuursrechtelijke handhaving. Het handelen in strijd met het Bouwbesluit is volgens artikel 1a onder 2 WED een economisch delict. Vaeshartelt riskeert op grond daarvan zes maanden hechtenis of een geldboete van € 20.500,-.
Voorts heeft Vaeshartelt een zorgplicht jegens Engie Retail Nederland (verder te noemen: Engie) – de leverancier van elektriciteit – met wie een leveringsovereenkomst bestaat voor de levering van energie. De aansluiting van de levering bevindt zich in het pand. Vanuit dat pand worden diverse delen van het terrein van Vaeshartelt van elektriciteit voorzien. Als contractuele wederpartij van Engie rust op Vaeshartelt een zorgplicht, inhoudende dat zij ervoor moet waken dat er geen ongeoorloofde handelingen worden verricht met de aansluiting, zoals het verbreken van zegels, en dat geen elektriciteit wordt afgenomen zonder dat dit door een meter wordt geregistreerd. Doordat de krakers zonder recht of titel het pand in gebruik hebben genomen, kan Vaeshartelt niet aan haar zorgplicht voldoen en schiet zij aldus tekort in de nakoming van haar overeenkomst met Engie.