ECLI:NL:RBLIM:2017:10727

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 november 2017
Publicatiedatum
6 november 2017
Zaaknummer
5767892 cv expl 17-2066
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de totstandkoming van een overeenkomst inzake een telefoonabonnement en de gevolgen van niet vastgestelde verbintenis

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 8 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Direct Pay Services B.V. (DPS) en een gedaagde partij. DPS vorderde betaling van € 1.222,52 van de gedaagde partij, die volgens DPS onbetaald gelaten facturen had. De gedaagde partij betwistte echter dat er een overeenkomst tot stand was gekomen met DPS of de eerdere partijen Euphony Nederland B.V. en Mobicross B.V. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verbintenis van de gedaagde partij niet kan worden vastgesteld op basis van de in het geding gebrachte stukken. Dit leidde tot de conclusie dat er geen rechtens afdwingbare overeenkomst was ontstaan tussen de partijen. De kantonrechter heeft de vordering van DPS afgewezen en DPS veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die zijn begroot op € 250,00.

De zaak draait om de vraag of er voldoende wilsovereenstemming was tussen DPS en de gedaagde partij, en of de essentiële elementen van de overeenkomst, zoals de prijs, voldoende bepaalbaar waren. De kantonrechter heeft benadrukt dat het op DPS rustte om te bewijzen dat er een overeenkomst tot stand was gekomen, maar dat dit niet is gelukt. De rechter heeft de argumenten van DPS niet overtuigend genoeg geacht om de vordering te honoreren, wat resulteerde in de afwijzing van de vordering en de veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5767892 \ CV EXPL 17-2066
Vonnis van de kantonrechter van 8 november 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
verder te noemen DPS,
gemachtigde Webcasso B.V.,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
verder te noemen [gedaagde partij] ,
gemachtigde mr. B.J.P. Toonen.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verloop van de verdere procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 9 augustus 2017;
  • de nadere conclusie na dupliek;
  • de antwoord conclusie gedaagde.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] heeft op 29 mei 2013 een formulier ‘Aanvraag mobiele telefonie’ van Euphony Nederland B.V. ondertekend.
2.2.
Mobicross B.V., voorheen handelende onder de naam Euphony Nederland B.V., heeft onderhavige vordering gecedeerd aan DPS.

3.Het geschil

3.1.
DPS vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van € 1.222,52, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Aan haar vordering legt DPS ten grondslag door [gedaagde partij] onbetaald gelaten facturen.
3.3.
Gedaagde partij voert verweer en stelt zich op het standpunt nimmer met Euphony of Mobicross gecontracteerd te hebben en voert verder aan dat de door DPS overgelegde overeenkomst onvoldoende bepaalbaar (artikel 6:227 BW) is.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter komt allereerst toe aan de beoordeling van de vraag of tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen is.
4.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod van de ene partij en de aanvaarding daarvan door de andere partij, die tezamen de voor een overeenkomst benodigde wilsovereenstemming vormen (de artikelen 6:217 e.v. juncto artikelen 3:33, 3:35 3:37 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: ‘BW’)). Om van een perfecte overeenkomst (wilsovereenstemming) te kunnen spreken, moeten aanbod en aanvaarding in ieder geval betrekking hebben op de hoofdzaken (essentialia) van de overeenkomst. De essentiële verbintenissen die daaruit voortvloeien dienen voldoende bepaalbaar te zijn (artikel 6:227 BW).
4.3.
Op DPS rust de stelplicht en bewijslast aangaande haar standpunt dat een overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen is, op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: ‘Rv’). Dit betekent dat DPS voldoende omstandigheden en feiten dienen te stellen, waaruit volgt dat aanbod en aanvaarding heeft plaatsgevonden met betrekking tot de essentialia van de overeenkomst en deze, gelet op de betwisting door [gedaagde partij] , tevens te bewijzen.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat niet gezegd kan worden dat voldoende bepaald is wat partijen zijn overeengekomen. Uit de door DPS als productie 3 bij conclusie van repliek in het geding gebrachte stukken blijkt duidelijk dat partijen bedoeld hebben een overeenkomst te sluiten. Echter, de verbintenis van [gedaagde partij] uit hoofde van de overeenkomst is op grond van de in het geding gebrachte stukken op geen enkele wijze vast te stellen.
4.5.
Bij nadere conclusie na dupliek gaat DPS verder niet in op het door [gedaagde partij] gevoerde bepaalbaarheids-verweer. Zij stelt enkel dat hetgeen in de onderhavige facturen in rekening is gebracht, conform overeenkomst is, maar dit is nu juist wat [gedaagde partij] betwist. Het had op de weg van DPS weg gelegen aan te tonen op welke wijze partijen overeenstemming hebben bereikt over de prijs. Verder stelt DPS dat de kosten inzake een mobiel abonnement bij Euphony standaard € 44,00 inclusief btw bedragen, maar laat na haar stelling hieromtrent te onderbouwen.
4.6.
Nu de verbintenis aan de zijde van [gedaagde partij] niet kan worden vastgesteld op grond van de in het geding gebrachte bescheiden, kan DPS ook geen nakoming daarvan vorderen. De prijs is een essentieel element van een overeenkomst als de onderhavige. Op grond van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat tussen partijen geen rechtens afdwingbare overeenkomst tot stand gekomen is.
4.7.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig DPS toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.8.
Gelet op het voorgaande dient de vordering van DPS te worden afgewezen. DPS zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde partij worden begroot op € 250,00 (2 x 1 en 1 x 0,5 x tarief € 100,00) ter zake salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt DPS in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde partij] gevallen en tot op heden begroot op € 250,00,
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: ksf
coll: