ECLI:NL:RBLIM:2017:10736

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 november 2017
Publicatiedatum
7 november 2017
Zaaknummer
03/700484-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige verkrachting en zware mishandeling in Heerlen

Op 7 november 2017 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 13 oktober 2016 in Heerlen een gewelddadige verkrachting en zware mishandeling heeft gepleegd. De verdachte, geboren in Tripoli, Libië, werd bijgestaan door advocaat mr. A. Çinar. Tijdens de zitting op 24 oktober 2017 zijn de verdachte en zijn raadsman verschenen, en zijn de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De tenlastelegging omvatte onder andere verkrachting en poging tot doodslag, maar de rechtbank achtte alleen de verkrachting en zware mishandeling bewezen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte de vrouw heeft verkracht en haar zwaar heeft mishandeld door haar meermalen met de vuist op het hoofd te slaan, wat leidde tot ernstig letsel, waaronder een schedel/hersentrauma. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij de vrouw heeft willen doden, en sprak hem vrij van dat onderdeel van de tenlastelegging. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 24 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer, die een bedrag van € 4.062,41 vorderde, waarvan € 3.765,- voor immateriële schade. De rechtbank wees deze vordering toe, met wettelijke rente vanaf de datum van het delict.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700484-16
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.
d.
7 november 2017
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te Tripoli (Libië) op [geboortedatum] ,
gedetineerd in de P.I. H.v.B. Grave (Unit A + B) te Grave.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A. Ҫinar, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 24 oktober 2017. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte mevrouw [naam slachtoffer] heeft verkracht of geprobeerd heeft haar te verkrachten (feit 1).
Ook wordt hij ervan verdacht dat hij geprobeerd heeft haar te doden, dan wel zwaar te mishandelen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan. Als dat niet bewezen kan worden, blijft een verdenking van eenvoudige mishandeling over (feit 2).

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht bewezen dat de verdachte op 13 oktober 2016 in Heerlen mevrouw [naam slachtoffer] heeft verkracht. Ook acht zij bewezen dat de verdachte geprobeerd heeft [naam slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door haar meermalen met de vuist op het hoofd te slaan, waardoor zij niet alleen verwondingen aan haar gezicht heeft opgelopen, maar ook een schedel/hersentrauma in de vorm van een subdurale bloeding.
De officier van justitie acht niet bewezen dat de verdachte geprobeerd heeft [naam slachtoffer] te doden. De verdachte heeft zijn vingers in de keel van [naam slachtoffer] gestoken, wat gevaarlijk zou kunnen zijn, omdat het een braakreflex kan oproepen, waardoor braaksel in de luchtpijp kan komen. Dat is echter in deze zaak onvoldoende om te spreken van een poging tot doodslag, aldus de officier van justitie.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 1. Niet bewezen kan worden dat de verdachte mevrouw [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot seks of dat geprobeerd heeft. Er was een afspraak tussen [naam slachtoffer] en de verdachte om tegen betaling seks te hebben. Er heeft ook seks plaatsgevonden, maar al met al heel beperkt en met wederzijdse instemming. De verklaringen van [naam slachtoffer] zijn inconsistent en niet betrouwbaar.
In het kader van feit 2 kan bewezen worden dat de verdachte [naam slachtoffer] mishandeld heeft. De verdachte heeft immers toegegeven dat hij haar in het gezicht heeft gestompt. Van ernstigere verwijten moet hij worden vrijgesproken. Er is geen bewijs dat de verdachte geprobeerd heeft [naam slachtoffer] te doden of dat hij het opzet had haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, aldus de raadsman.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte mevrouw [naam slachtoffer] heeft verkracht. Dit heeft zich afgespeeld in Heerlen op 13 oktober 2016 bij een elektriciteitshuisje, gelegen nabij de rotonde bij de Spoorsingel. [naam slachtoffer] en de verdachte werden aangetroffen door de politie. De verdachte lag op dat moment bovenop [naam slachtoffer] . [2]
De rechtbank baseert haar conclusie op de verklaring van [naam slachtoffer] , de verklaring van de verdachte en op het letsel dat [naam slachtoffer] heeft bekomen. Ook acht de rechtbank, gelet op het letsel, bewezen dat de verdachte haar zwaar heeft mishandeld door haar in het gezicht te stompen. Daarbij baseert de rechtbank zich op het hiervoor genoemde bewijs en op de conclusies van een forensisch geneeskundige.
De rechtbank zal eerst de bewijsmiddelen weergeven om daarna voorgaande conclusies toe te lichten en het verweer van de raadsman te bespreken. De rechtbank begint met de verklaring van de verdachte.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij met [naam slachtoffer] had afgesproken tegen betaling seks te hebben. Hij heeft haar betaald, maar zij bedacht zich en weerde hem af. De verdachte is daar erg boos om geworden en heeft zijn beheersing verloren. Hij heeft haar vervolgens geslagen omdat hij zijn geld terug wilde hebben. Daarop heeft [naam slachtoffer] aangegeven dat er alsnog seks kon plaatsvinden: [naam slachtoffer] ging liggen en zei: “Kom seksen”. Toen heeft de verdachte haar gevingerd en geprobeerd haar met zijn penis vaginaal te penetreren. Het lukte niet om helemaal binnen te dringen met zijn penis. [3]
De aangifte
[naam slachtoffer] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat zij op 13 oktober 2016 rond 1:00 uur met de verdachte heeft gesproken. De verdachte maakte met gebaren duidelijk dat hij seksuele diensten wilde hebben. Voor een bedrag van € 30,- zou zij hem pijpen. Zij zijn vervolgens over [adres] gelopen richting het stroomhuisje. Bij het stroomhuisje ontving zij het geld van de verdachte. Zij heeft hem oraal bevredigd.
Hierna had hij haar op een vreemde manier vast; ze kwam niet meer los. Toen heeft hij gemeenschap met haar gehad, waarna de verdachte haar met een vuist geslagen heeft op haar linker oogkas. Hij is op haar in blijven slaan; hij bleef haar toetakelen. De verdachte liet haar niet los en wilde een tweede keer gemeenschap hebben. Zij durfde geen nee te zeggen. Hij heeft haar ook meerdere keren opgepakt en ze zijn omgevallen. Ze heeft gevochten en - na de eerste keer gemeenschap en het slaan door de verdachte - gezegd dat ze het niet wilde.
De verdachte heeft verder twee vingers in haar luchtpijp gestoken en vastgemaakt in haar keel. Zij is toen gaan rochelen en dacht dat ze zou stikken. De verdachte heeft dit vier keer gedaan en telkens ook zijn vingers weer uit haar keel getrokken. [4]
Het letsel
[naam slachtoffer] had een zwelling in het gelaat, met name links rondom de oogkas (voorhoofd, jukbeen, bovenkaakbeen). Ze had ook schaafwonden/ontvellingen op beide knieën. Bij het onderzoek op de spoedeisende hulp van het Zuyderland ziekenhuis in Heerlen heeft zij aangegeven dat zij hoofdpijn had en pijn in de mond. Op foto’s zijn kleinere rode huidverkleuringen rondom de mond te zien, op haar kin (voornamelijk bloeduitstortingen) en ook verkleuringen achter in de mond op het gehemelte, mogelijk schaafwondjes of bloeduitstortingen.
Een CT-opname van de schedel/hersenen liet een subduraal haematoom zien (een verzameling stollend bloed dat zich vormt in de ruimte tussen het harde hersenvlies en het spinnenwebvlies binnen de schedel). Er was sprake van een schedel/hersentrauma met traumatisch subduraal bloed rechts. [5]
Overwegingen en conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs
De rechtbank kan op basis van de verklaringen van [naam slachtoffer] en de verdachte vaststellen dat er in elk geval één seksuele handeling heeft plaatsgevonden met [naam slachtoffer] . Bewezen kan worden dat de verdachte haar vaginaal gepenetreerd heeft met zijn penis, omdat dit door beiden is verklaard. Juridisch vertaald: er is sprake van seksueel binnendringen. Niet vereist is dat die penetratie volledig is geweest. Naast de verklaringen van beiden is er overigens ook nog DNA-bewijs voor het binnendringen. [6]
Een tweede, eerdere penetratie en het pijpen kunnen niet bewezen worden, omdat als bewijs alleen de verklaring van [naam slachtoffer] kan dienen en dat is niet genoeg, nu de verdachte dit nadrukkelijk ontkent. Ook voor het vingeren ontbreekt wettig bewijs, omdat mevrouw [naam slachtoffer] daar niets over heeft gezegd.
Het is ook niet relevant. Relevant is de vraag of het seksueel binnendringen dat de verdachte toegeeft gedwongen is geweest en of er geweld is gebruikt. Dat is het geval. De verdachte heeft [naam slachtoffer] met de vuist geslagen en wel voorafgaand aan het seksueel binnendringen. Hij verloor zijn beheersing nadat [naam slachtoffer] had aangegeven geen seks (meer) te willen en heeft haar toegetakeld door haar bij herhaling hard op het hoofd/gezicht te slaan. Het letsel van [naam slachtoffer] spreekt in dat opzicht boekdelen. Vervolgens is [naam slachtoffer] gaan liggen om alsnog toe te staan dat de verdachte seks met haar had. Onder die omstandigheden is dat niet vrijwillig te noemen: door het forse geweld en de dreiging van meer geweld is [naam slachtoffer] gezwicht om verdere geweldstoepassingen te voorkomen. Daarna is verdachte op haar gaan liggen (tot op het laatst aan toe) en heeft hij haar vastgehouden door zijn vingers herhaaldelijk ver in haar mond te stoppen/houden. Ook dat levert een vorm van geweld en dus van dwang op.
Het letsel van [naam slachtoffer] laat zien dat er geweld heeft plaatsgevonden op de manier waarop zij zegt dat het is gebeurd. Zij is niet alleen hard in het gezicht geslagen met de vuist, ook haar schaafwonden en ontvellingen op knieën passen bij haar verklaring dat er gevochten is, dat de verdachte haar heeft opgepakt en dat zij gevallen zijn. Het letsel in haar mond ondersteunt haar verklaring dat de verdachte zijn vingers in haar mond/keel heeft gestoken, waardoor zij pijn had en het gevoel kreeg te zullen stikken. Al deze bewijsbare aspecten van het gedrag van de verdachte bevestigen eens te meer dat er een gewelddadige verkrachting heeft plaatsgevonden. Daarmee acht de rechtbank feit 1 primair bewezen.
Dat oordeel wordt niet anders als de rechtbank in ogenschouw neemt dat [naam slachtoffer] aanvankelijk andere verklaringen heeft afgelegd. Dat geldt overigens ook voor de verdachte, die met meerdere verklaringen is gekomen over de oorzaak van het letsel van [naam slachtoffer] . De rechtbank gaat uit van zijn verklaring ter terechtzitting en acht de verklaring van [naam slachtoffer] bij de rechter-commissaris betrouwbaar ten aanzien van de essentiële elementen van deze zaak: het seksueel binnendringen onder druk van het geweld dat de verdachte op haar heeft uitgeoefend. Dat [naam slachtoffer] aanvankelijk niet verklaard heeft dat er sprake was van seks tegen betaling vindt de rechtbank wel begrijpelijk en gelet op al het medische steunbewijs maakt dat haar verklaring bij de rechter-commissaris niet minder geloofwaardig.
Het geweld van de verdachte levert naast verkrachting ook als strafbaar feit een zware mishandeling op. De rechtbank beoordeelt, anders dan de officier van justitie en de raadsman, het letsel als zwaar. [naam slachtoffer] is kort opgenomen geweest in het ziekenhuis, maar heeft nog een tijd lang veel pijn gehad aan haar oog en veel pijnlijke steken in het hoofd. De bloeduitstortingen zijn nog enkele weken zichtbaar geweest, zo blijkt uit de onderbouwing van haar vordering tot schadevergoeding. [7] Dat alles in samenhang met de bloeding in het hoofd van [naam slachtoffer] valt als zwaar lichamelijk letsel aan te merken, niettegenstaande het gegeven dat volstaan kon worden met een afwachtend medisch beleid en medisch ingrijpen niet noodzakelijk is geweest.
Door de verdediging is nog in twijfel getrokken of het subdurale haematoom wel ontstaan is door het slaan van de verdachte; mogelijk is het ontstaan door een val. Die mogelijkheid sluit de rechtbank echter uit. De forensisch geneeskundige die het letsel beschreven heeft, concludeert in zijn rapport dat het uitoefenen van stomp geweld, vuistslagen dus, niet alleen past bij het letsel rondom de oogkas, maar ook bij het subdurale haematoom. Het is mogelijk dat een dergelijk haematoom ontstaat door een val, maar gelet op het letsel in het gezicht van [naam slachtoffer] , acht hij het waarschijnlijker dat het ontstaan is door mishandeling. Niet te verklaren valt namelijk hoe [naam slachtoffer] , als zij met haar gezicht op de grond zou zijn gevallen, het relatief zware letsel rondom haar oogkas heeft gekregen, terwijl haar neus volledig intact is gebleven.
De vrijspraak
Uit het voorgaande wordt duidelijk dat de rechtbank de visie van de officier van justitie en de raadsman deelt dat er geen bewijs is dat de verdachte [naam slachtoffer] heeft willen doden. Het steken van vingers in de mond en keel heeft bij [naam slachtoffer] heel nare gevoelens opgeroepen, maar er is geen bewijs dat er daardoor een aanmerkelijke kans is geweest dat zij zou stikken. Dat betekent dat de verdachte van het primaire verwijt onder feit 2 zal worden vrijgesproken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1 primair
op 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen door geweld of een andere feitelijkheid te weten het
- bovenop die [naam slachtoffer] gaan en blijven liggen en
- met kracht met zijn, verdachtes, vuist slaan en/of stompen op/in het gezicht en op/tegen het hoofd van [naam slachtoffer] en/of met kracht met zijn, verdachtes, vuist blijven slaan en/of stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en
- met kracht duwen en/of stoppen en/of steken en/of houden van vingers in de mond en in de keel van die [naam slachtoffer]
die [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer]
feit 2 subsidiair
op 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een trauma capitis met traumatisch subduraal bloed rechts, heeft toegebracht door meermalen met kracht met zijn, verdachtes, vuisten te slaan en te stompen tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] .
De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 primair
verkrachting
Feit 2 subsidiair
zware mishandeling
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht de oplegging gevorderd van een gevangenisstraf van 3 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met aan aantal factoren. De verdachte heeft gehandeld in staat van dronkenschap. Hij heeft niet eerder soortgelijke feiten begaan. Verder heeft de media-aandacht voor de zaak gevolgen gehad voor zijn verblijf in de gevangenis. De verdachte is erg geïsoleerd geraakt en heeft al sinds een jaar geen contact meer met zijn familie. Dat alles is reden de straf te matigen. De eis van de officier van justitie is in elk geval te fors, aldus de raadsman.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft op 13 oktober 2016 op brute wijze mevrouw [naam slachtoffer] verkracht en mishandeld. De weergave van het letsel bij het bewijs heeft de rechtbank vrij zakelijk gehouden, maar op de foto’s van het dossier is te zien hoe erg mevrouw [naam slachtoffer] is toegetakeld en dan wordt extra duidelijk hoe afschuwelijk de feiten zijn. Ze zat onder het bloed, haar gezicht was opgezwollen, beschadigd en blauw. Zij werd apathisch aangetroffen op de plaats van het delict en de verbalisanten dachten dat ze dood was. Ook in het ziekenhuis was zij slecht aanspreekbaar. Zelf dacht ze dat ze het niet zou overleven. Uit de ernst van de feiten volgt dat niet volstaan kan worden met een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van de verdachte.
Uit de slachtofferverklaring van [naam slachtoffer] blijkt dat de lichamelijke gevolgen nog niet helemaal verdwenen zijn. Zij heeft nog steeds last van steken in haar hoofd. De psychische gevolgen zijn ook groot. Zij is van een spontaan mens veranderd in iemand die in zichzelf gekeerd is en wantrouwig is geworden. Zij is nog steeds bang en heeft last van herbelevingen en nachtmerries. Ze wordt ’s ochtends wakker met een neerslachtig gevoel en heeft geen plezier meer in de dingen waaraan ze vroeger wel plezier beleefde.
Tegen dit leed en de ernst van de feiten steekt de houding van de verdachte in schril contrast af. De verdachte is vooral begaan met zichzelf en hoe hij er nu voorstaat en heeft zich niet bekommerd om het slachtoffer. Hij heeft bij herhaling gezegd dat als [naam slachtoffer] hem zijn geld had teruggegeven, deze hele zaak niet nodig was geweest. Ze had zich gewoon aan de afspraken moeten houden. Hij heeft haar geen onrecht aangedaan of tot iets gedwongen. Voor het slaan heeft hij naar eigen zeggen ter plaatse zijn verontschuldigingen aangeboden. Kennelijk vindt de verdachte dat wel genoeg. Hij vermoedt dat het slachtoffer uit is op geld met haar beschuldiging. Hij ziet niet in dat als je een vrouw slaat en zij vervolgens aangeeft dat je seks met haar mag hebben, dit onder dwang plaatsvindt en strafbaar is. Hopelijk zal het hem met dit vonnis en de op te leggen straf voor eens en altijd duidelijk worden dat zijn handelswijze in deze maatschappij niet toelaatbaar is.
De rechtbank beschouwt de eis van de officier van justitie als een gepaste straf. De oriëntatiepunten voor de straftoemeting die de strafrechtspraak hanteert, vermelden als vertrekpunt voor verkrachting 24 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de ernst van het geweld, dat ook nog eens een zelfstandig strafbaar feit oplevert onder feit 2, is een verhoging van 12 maanden gepast en geboden. Met factoren als dronkenschap tijdens het plegen van de feiten, media-aandacht, het ontbreken van een strafblad en de door de verdachte ervaren zwaarte van zijn detentie houdt de rechtbank geen rekening. De verdachte heeft een en ander immers aan zijn eigen gewelddadige gedrag te wijten, waarvoor hij bovendien geen berouw heeft getoond, anders dan in de vorm van zelfmedelijden.
De rechtbank zal echter toch een lagere straf opleggen. De verdachte komt namelijk niet in aanmerking voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling, gelet op artikel 15, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht vanwege zijn status als vreemdeling. De verdachte heeft van de vreemdelingenpolitie een mededeling toepassing artikel 50, derde lid Vreemdelingenwet ontvangen: niet vastgesteld is dat hij rechtmatig verblijf heeft in Nederland. De rechtbank acht het zeer waarschijnlijk dat de verdachte ook geen legale verblijfstatus zal krijgen in Nederland, omdat hij zich eerder in Duitsland als vluchteling heeft gemeld. Toepassing van artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht brengt mee dat als de eis van de officier van justitie wordt gevolgd, hij langer van zijn vrijheid beroofd zal worden dan iemand die hier wél legaal verblijft en dezelfde feiten heeft begaan: die zou dan effectief 24 maanden moeten zitten. Effectief 24 maanden is kennelijk ook wat de officier van justitie voor ogen staat, want zij heeft -althans daar gaat de rechtbank van uit- geen rekening gehouden met voornoemde bepaling, maar zich gebaseerd op de algemene strafvorderingsrichtlijn van het openbaar ministerie voor verkrachting De toepassing van artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht is weliswaar niet op de terechtzitting aan de orde gekomen, maar de rechtbank heeft er ambtshalve acht op geslagen.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte niet meer straf zou moeten krijgen dan het geval zou zijn als hij wél legaal in Nederland zou verblijven. Dit in het kader van de rechtsgelijkheid. Dat betekent dat zij hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden op zal leggen, die hij dus volledig moet uitzitten.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [naam slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 4.062,41, waarvan € 3.765,- ter zake van geleden immateriële schade (smartengeld).
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering toewijsbaar. Zij heeft de oplegging gevorderd van de schadevergoedingsmaatregel, opdat de staat de vordering voor het slachtoffer kan incasseren bij de verdachte.
7.3
Het standpunt van de verdediging
Gelet op het vrijspraakverweer is de raadsman van mening dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van verkrachting, dan is de vordering goed onderbouwd, zij het dat het gevorderde bedrag voor kleding gehalveerd moet worden.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de vordering van [naam slachtoffer] toewijzen. Zij acht de gevorderde schade het rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde verkrachting en zware mishandeling. De verdachte is voor deze schade civielrechtelijk aansprakelijk. Inhoudelijk is de vordering vrijwel niet betwist, zodat deze voor toewijzing in aanmerking komt.
Uitzondering vormt de post kleding. De benadeelde partij heeft nieuwe kleding en schoenen gekocht, omdat de kleding die zij aanhad op 13 oktober 2016 niet meer te reinigen was. Zij was ook een schoen kwijt. De raadsman heeft de vordering in zoverre betwist dat hij van mening is dat niet de volledige nieuwprijs vergoed moet worden, maar een gedeelte daarvan aan de hand van afschrijvingspercentages.
De rechtbank zal bepalen dat de verdachte het gehele gevorderde bedrag moet vergoeden. De rechtbank heeft daarbij gelet op de lijn die het openbaar ministerie hierin volgt: tot een bedrag van € 250,- kan de nieuwwaarde worden gehanteerd. De benadeelde partij vordert weliswaar € 47,41 meer, maar de rechtbank vindt het redelijk en billijk dat mevrouw [naam slachtoffer] de kleding heeft vervangen door vergelijkbare nieuwe kleding en dat de verdachte deze kosten volledig vergoedt.
De schade moet worden vermeerderd met de wettelijke rente en de rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, voor het geval de verdachte de schade niet uit zichzelf zal betalen.

8.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen moeten worden teruggegeven aan de rechthebbende.

9.De voorlopige hechtenis

De raadsman heeft bij pleidooi verzocht het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op te heffen. Wanneer de rechtbank de bewijsverweren van de raadsman volgt, is de situatie van artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering aan de orde: het risico dat de verdachte door voortduren van dit bevel langer van zijn vrijheid beroofd zal blijven dan de duur van de op te leggen straf of maatregel.
De rechtbank wijst gelet op haar bewijsoordeel en de op te leggen gevangenisstraf het verzoek van de raadsman af. De situatie van artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering doet zich niet voor.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 57, 242 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde onder feit 2 primair;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor feit 1 primair en feit 2 subsidiair tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De voorlopige hechtenis
- wijst het verzoek tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis af;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
Beslag
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende:
3 1.00 STK Jas 855558
4 1.00 STK Schoeisel 855561 linkerschoen
5 1.00 STK Broek spijker 855511
6 2.00 STK Sok 855513
7 1.00 STK Kleding 855514
8 1.00 STK Shirt ADIDAS 855517
9 1.00 STK Ondergoed hemdje 855521
10 1.00 STK Ondergoed 855522
11 1.00 STK Riem 855526
12 1.00 PR Schoeisel NIKE AIR 855537
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter, mr. M.M. Beije en mr. G.L.A.M. van Doveren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 7 november 2017.
Buiten staat
Mr. G.L.A.M. van Doveren is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( onverhoeds) (met kracht) vastpakken en/of vasthouden van een persoon genaamd [naam slachtoffer] en/of (met kracht) met zich, verdachte, meetrekken en/of meevoeren van die [naam slachtoffer] en/of (met kracht) achter een electriciteitshuisje trekken en/of meevoeren van die [naam slachtoffer] en/of
- ( dreigend) aan die [naam slachtoffer] toevoegen van (de) woorden (van de strekking): "Ficken, ficken." en/of
- uittrekken en/of naar beneden doen van de broek en/of onderbroek van die [naam slachtoffer] en/of uittrekken van een schoen van die [naam slachtoffer] en/of
- uittrekken en/of naar beneden doen van zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek en/of
- bovenop die [naam slachtoffer] gaan en/of blijven liggen en/of
- ( met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) slaan en/of stompen op/in het gezicht en/of op/tegen het hoofd van [naam slachtoffer] en/of (vervolgens) (met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) blijven (in)slaan en/of stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of
- ( met kracht) duwen en/of stoppen en/of steken en/of houden van vier, althans een of meer vinger(s), in de mond en/of (diep achter) in de keel van die [naam slachtoffer] en/of (vervolgens) met steeds meer kracht en/of steeds verder/dieper duwen en/of stoppen en/of steken en/of houden van vier, althans een of meer vinger(s) in de keel van die [naam slachtoffer] (waardoor die [naam slachtoffer] geen lucht meer kreeg) en/of
- vastpakken en/of optillen en/of oppakken van die [naam slachtoffer] en/of terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer] droeg, lopen naar en/of in de richting van het spoor, althans een talud op en/of terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer] droeg, met die [naam slachtoffer] voorover op de grond vallen en/of op/over die [naam slachtoffer] (heen) vallen en/of in de struiken gooien van die [naam slachtoffer] en/of
- ( dreigend) aan die [naam slachtoffer] toevoegen van (de) woorden (van de strekking): "Lay, lay." en/of
- zijn, verdachtes, hand op/over de mond van die [naam slachtoffer] leggen en/of plaatsen en/of houden,
die [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer] ;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [naam slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer] , meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [naam slachtoffer] (onverhoeds) (met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of met zich, verdachte, heeft meegetrokken en/of meegevoerd en/of achter een elektriciteitshuisje heeft getrokken en/of meegevoerd en/of
- ( dreigend) aan die [naam slachtoffer] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): "Ficken, ficken." en/of
- de broek en/of de onderbroek van die [naam slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of naar beneden gedaan en/of een schoen van die [naam slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
- zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek heeft uitgetrokken en/of naar beneden heeft gedaan en/of
- bovenop die [naam slachtoffer] is gaan en/of blijven liggen en/of
- die [naam slachtoffer] heeft ge(tong)zoend en/of
- die [naam slachtoffer] (stevig) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- ( met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) op/in het gezicht en/of op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) (met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] is blijven (in)slaan en/of stompen en/of
- vier, althans een of meer vinger(s), in de mond en/of (diep achter) in de keel van die [naam slachtoffer] heeft geduwd en/of gestopt en/of gestoken en/of gehouden en/of (vervolgens) die vier, althans een of meer vinger(s) met steeds meer kracht en/of steeds verder/dieper in de keel van die [naam slachtoffer] heeft geduwd en/of gestopt en/of gestoken en/of gehouden (waardoor die [naam slachtoffer] geen lucht meer kreeg) en/of
- doende is geweest zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [naam slachtoffer] te duwen en/of te brengen en/of
- die [naam slachtoffer] heeft vastgepakt en/of opgetild en/of opgepakt en/of terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer] droeg, naar en/of in de richting van het spoor, althans een talud op is gelopen en/of terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer] droeg, met die [naam slachtoffer] voorover op de grond is gevallen en/of op/over die [naam slachtoffer] (heen) is gevallen en/of die [naam slachtoffer] in de struiken heeft gegooid en/of
- ( dreigend) aan die [naam slachtoffer] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): "Lay, lay." en/of
- zijn, verdachtes, hand op/over de mond van die [naam slachtoffer] heeft gelegd en/of geplaatst en/of gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( met kracht) vier, althans een of meer vinger(s) in de mond en/of (diep achter) in de keel van die [naam slachtoffer] heeft geduwd en/of gestopt en/of gestoken en/of gehouden en/of (vervolgens) die vier, althans een of meer vinger(s) met steeds meer kracht en/of steeds verder/dieper in de keel van die [naam slachtoffer] heeft geduwd en/of gestopt en/of gestoken en/of gehouden en/of
- ( met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) heeft geslagen en/of gestompt op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of (vervolgens) (met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) is blijven (in)slaan en/of stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten trauma capitis met traumatisch subduraal bloed rechts, heeft toegebracht door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) te slaan en/of te stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of (vervolgens) (met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) te blijven (in)slaan en/of stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of
- die [naam slachtoffer] op te tillen en/of op te pakken en/of te dragen en/of terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer] droeg (een talud op) te (gaan) lopen en/of (vervolgens) (met die [naam slachtoffer] ) voorover op de grond te vallen en/of op/over die [naam slachtoffer] (heen) te vallen;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( met kracht) vier, althans een of meer vinger(s), in de mond en/of (diep achter) in de keel van die [naam slachtoffer] heeft geduwd en/of gestopt en/of gestoken en/of gehouden en/of (vervolgens) die vier, althans een of meer vinger(s) met steeds meer kracht en/of steeds verder/dieper in de keel van die [naam slachtoffer] heeft geduwd en/of gestopt en/of gestoken en/of gehouden en/of
- ( met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) heeft geslagen en/of gestompt op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of (vervolgens) (met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) is blijven (in)slaan en/of stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of
- die [naam slachtoffer] heeft opgetild en/of opgepakt en/of gedragen en/of terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer] droeg (een talud op) is gelopen en/of (vervolgens) (met die [naam slachtoffer] ) voorover op de grond is gevallen en/of op/over die [naam slachtoffer] (heen) is gevallen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Heerlen [naam slachtoffer] heeft mishandeld door meermalen, althans eenmaal, (telkens),
- vier, althans een of meer vinger(s) in de mond en/of (diep achter) in de keel van die [naam slachtoffer] te duwen en/of stoppen en/of steken en/of houden en/of (vervolgens) die vier, althans een of meer vinger(s) met steeds meer kracht en/of steeds verder/dieper in de keel van die [naam slachtoffer] te duwen en/of te stoppen en/of te steken en/of te houden en/of
- ( met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) te slaan en/of te stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of (vervolgens) (met kracht) (met zijn, verdachtes, vuist(en)) te blijven (in)slaan en/of stompen op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] en/of
- die [naam slachtoffer] op te tillen en/of op te pakken en/of te dragen en/of terwijl hij, verdachte, die [naam slachtoffer] droeg (een talud op) te lopen en/of (vervolgens) (met die [naam slachtoffer] ) voorover op de grond te vallen en/of op/over die [naam slachtoffer] (heen) te vallen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten trauma capitis met traumatisch subduraal bloed rechts voor die [naam slachtoffer] ten gevolge heeft gehad.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het Eindproces-verbaal van politie Divisie regionale recherche, afdeling expertise centrum zeden, proces-verbaalnummer 2016189386, gesloten d.d. 7 december 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met 187.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 12.
3.De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting op 24 oktober 2017.
4.Het proces-verbaal van de rechter-commissaris van 30 augustus 2017, niet opgenomen in de doornummering.
5.Het deskundigenrapport van 16 mei 2017, opgemaakt door forensisch arts J. van Gastel, niet opgenomen in de doornummering.
6.Het deskundigenrapport van het NFI van 18 mei 2017, opgemaakt door [naam NFI deskundige] , NFI-deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA, niet opgenomen in de doornummering, vermeldende dat de resultaten van het onderzoek aan de bemonstering afkomstig van de eikel van de verdachte passen bij de aanwezigheid van vaginale cellen.
7.Het geschrift Verzoek tot schadevergoeding, met als bijlage het Schadeonderbouwingsformulier, niet opgenomen in de doornummering maar behorende bij de stukken van de benadeelde partij.