ECLI:NL:RBLIM:2017:11100
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- W.TH.M. Raab
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partnerbijdrage en verzoek om alimentatieverzekering in echtscheidingszaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 16 november 2017, is een verzoek tot wijziging van de partnerbijdrage en een verzoek tot betaling van de premie voor een alimentatieverzekering aan de orde. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.M.A. Kok-Verheijde, verzoekt de rechtbank om de partnerbijdrage te verhogen naar € 1.250,- per maand, onder verwijzing naar gewijzigde omstandigheden, waaronder de verkoop van de echtelijke woning en de verlaging van de hypotheekrente. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.C.M. Muris, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de vrouw door de lagere hypotheeklasten in een financieel gunstigere positie verkeert.
De rechtbank overweegt dat de partnerbijdrage kan worden gewijzigd indien er sprake is van gewijzigde omstandigheden die de eerdere uitspraak niet langer aan de wettelijke maatstaven laten voldoen. De rechtbank concludeert dat de vrouw, ondanks de lagere hypotheekrente, meer te besteden heeft door de lagere woonlasten en dat er geen aanleiding is om de partnerbijdrage te verhogen. Het verzoek van de vrouw wordt dan ook afgewezen.
Daarnaast verzoekt de vrouw de man om medewerking te verlenen aan het ondertekenen van een gezondheidsverklaring voor een alimentatieverzekering. De rechtbank wijst dit verzoek af, omdat de man bereid is de verklaring te ondertekenen, maar niet wil worden verplicht tot het betalen van de premie. De rechtbank oordeelt dat er geen omstandigheden zijn die een dergelijke voorziening in redelijkheid noodzakelijk maken. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.