In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, vordert de besloten vennootschap Scania Nederland B.V. betaling van facturen die verband houden met reparaties aan een vrachtwagen. De gedaagde partij, [X] Transport en Logistiek B.V., beroept zich op afspraken met Scania en stelt dat zij de reparaties niet hoeft te betalen. De kantonrechter heeft de gedaagde partij toegelaten om bewijs te leveren van haar stellingen, maar deze is hierin niet geslaagd. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de reparaties niet betaald hoeven te worden. De kantonrechter wijst de vordering van Scania tot betaling van de facturen toe, inclusief de kosten van een diagnose die in Koblenz is uitgevoerd na een uitval van de vrachtwagen. De gedaagde partij heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de uitval van de vrachtwagen te maken heeft met de eerdere reparatie in Amsterdam. Daarnaast worden de vorderingen van de gedaagde partij in reconventie afgewezen, omdat niet is aangetoond dat Scania aansprakelijk is voor de schade. De gedaagde partij wordt veroordeeld in de proceskosten.