ECLI:NL:RBLIM:2017:12881
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- J.N.F. Sleddens
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortgezet verblijf in verpleeginrichting op basis van de Wet Bopz
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 27 juli 2017 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot machtiging tot voortgezet verblijf van betrokkene in een verpleeginrichting. De officier van justitie had op 3 juli 2017 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een machtiging op basis van artikel 15 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Betrokkene verbleef op dat moment reeds op basis van een voorlopige machtiging in de verpleeginrichting.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 juli 2017 zijn betrokkene, haar advocaat mr. C. Reijntjes-Wendenburg, en drs. S.L. de Kunder, arts, gehoord. Ook de dochter van betrokkene was aanwezig. De rechtbank heeft de overgelegde stukken en de verkregen inlichtingen beoordeeld. Hieruit bleek dat betrokkene lijdt aan een stoornis van de geestvermogens, die ook na de geldigheidsduur van de lopende machtiging aanwezig zal zijn. Deze stoornis vormt een gevaar voor betrokkene zelf en voor anderen, en kan niet worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten de verpleeginrichting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene verzet toont tegen haar verblijf in de verpleeginrichting. Gezien de omstandigheden heeft de rechtbank besloten om de machtiging tot voortgezet verblijf voor een periode van maximaal zes maanden te verlenen. De beschikking is uitgesproken door rechter mr. J.N.F. Sleddens en kan door belanghebbenden worden aangevochten bij de Hoge Raad der Nederlanden, met inachtneming van de gestelde termijnen.