Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de akte van [eiseres] d.d. 26 oktober 2016,
- de antwoordakte van [gedaagde] d.d. 23 november 2016,
- de akte van [eiseres] d.d. 23 november 2016.
2.De verdere beoordeling
Romeinse busteen het
Romeinse zwaarddeels eigendom zijn van [eiseres] . Die eigendom blijkt ook niet uit het dossier. Het is conform de hoofdregel van art. 150 Rv aan [eiseres] , als degene die zich op de rechtsgevolgen ervan beroept, om haar mede-eigendom van deze twee zaken te bewijzen. De rechtbank zal haar, conform haar bewijsaanbod, in de gelegenheid stellen tot bewijslevering.
sluitsteenis. De gevorderde verklaring voor recht is dus in zoverre toewijsbaar.
steen met de uilenspiegelen de
kleine steen- de rechtbank gaat er van uit dat het gaat om de kleine steen waarop [gedaagde] in punt 57 van de conclusie van antwoord doelt - eigendom is van [eiseres] . Hij stelt dat hij de steen met de uilenspiegel van [naam zoon eiseres] heeft gekocht met als tegenprestatie de kwijtschelding van een lening van € 7.500 en de levering van enkele antieke kruiken en munten en dat [naam zoon eiseres] de kleine steen op de bodemvondstenbeurs op 16 maart 2014 aan hem heeft gegeven als vergoeding voor door [gedaagde] voorgeschoten standhouderskosten.