Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van de gemeente Voerendaal.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 10 mei 2017, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen de gemeente Voerendaal en een gedaagde partij. De gemeente Voerendaal, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.A.J. Stollenwerck, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die werd bijgestaan door advocaat mr. R. Jacobs. De procedure volgde op een vaststellingsovereenkomst die partijen ten gronde hadden gesloten, waarbij enkel de proceskosten nog ter beoordeling stonden.
Tijdens de zitting erkende de gedaagde dat hij een bedrag van fl. 69.150,-- verschuldigd was aan de gemeente Voerendaal, dat verzekerd was met een recht van hypotheek. Dit betekende dat de gemeente Voerendaal het recht had om over te gaan tot executoriale verkoop van het verhypothekeerde goed. De voorzieningenrechter merkte op dat de gedaagde deze erkenning eerder had kunnen doen, wat had geleid tot een snellere afhandeling van de zaak zonder zitting.
De gemeente Voerendaal stelde dat de proceskosten dienden te worden gecompenseerd, gezien de houding van de gedaagde. De voorzieningenrechter was het met de gemeente eens en besloot dat de proceskosten tussen partijen dienden te worden gecompenseerd, wat inhield dat iedere partij haar eigen kosten zou dragen. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga.