ECLI:NL:RBLIM:2017:4494

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 mei 2017
Publicatiedatum
16 mei 2017
Zaaknummer
02 5465279 CV EXPL 16-10184
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake geschil tussen accountantskantoor en voormalig klant over opzegging overeenkomst en declaratie uren

In deze zaak heeft de maatschap Innovista Accountants Adviespartner, gevestigd te Hegelsom, een vordering ingesteld tegen een voormalig klant, aangeduid als [gedaagde partij], in verband met onbetaalde facturen voor accountancywerkzaamheden. De samenwerking tussen partijen is begin 2016 beëindigd, waarna Innovista bij verstekvonnis op 31 augustus 2016 een vordering tot betaling van € 3.816,37 heeft toegewezen gekregen. De gedaagde partij heeft verzet aangetekend tegen dit vonnis en vordert dat de vordering van Innovista wordt afgewezen, alsook dat hij wordt ontheven van de veroordeling uit het verstekvonnis.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld en dat de gedaagde partij onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn verweer tegen de vordering van Innovista. De gedaagde partij betwist de noodzaak en juistheid van de gedeclareerde uren, maar de kantonrechter oordeelt dat de facturen gespecificeerd zijn en dat het verweer niet voldoende is onderbouwd. De gedaagde partij heeft ook aangevoerd dat Innovista de overeenkomst heeft opgezegd, maar de kantonrechter kan dit niet vaststellen op basis van de ingediende stukken.

In reconventie heeft de gedaagde partij gevorderd dat de overeenkomst wordt ontbonden en dat Innovista de reeds betaalde bedragen terugbetaalt. De kantonrechter wijst deze vordering af, omdat niet is vastgesteld dat Innovista tekort is geschoten in haar verplichtingen. De kantonrechter bekrachtigt het verstekvonnis en veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van de verzetprocedure en de procedure in reconventie.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5465279 \ CV EXPL 16-10184
Vonnis van de kantonrechter van 17 mei 2017
in de zaak van:
de maatschap INNOVISTA ACCOUNTANTS ADVIESPARTNER,
gevestigd te Hegelsom,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in verzet in conventie,
verweerder in reconventie,
verder te noemen InnoVista,
gemachtigde Hafkamp Gerechtsdeurwaarders B.V.
tegen:
[gedaagde partij] , h.o.d.n. [X] , h.o.d.n. MAATSCHAP GEBROEDERS [Y],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in verzet in conventie,
eisende partij in reconventie,
verder te noemen [gedaagde partij] ,
gemachtigde mr. C.E.M. Leunissen-Bocken (DAS Rechtsbijstand),

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:
  • het door de kantonrechter op 31 augustus 2016 tussen Innovista als eisende partij en [gedaagde partij] als gedaagde partij bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer 5304399 CV EXPL 16-8153;
  • de verzetdagvaarding tevens houdende een eis in reconventie;
  • de conclusie van antwoord in verzet tevens houdende een antwoord in reconventie;
  • de conclusie van repliek in verzet en van repliek in reconventie, tevens houdende wijziging van eis;
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
InnoVista heeft ter uitvoering van tussen partijen tot stand gekomen overeenkomsten ten behoeve van [gedaagde partij] accountancy werkzaamheden verricht.
2.2.
Op de tussen partijen gesloten overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van InnoVista van toepassing.
2.3.
Begin 2016 is de samenwerking tussen partijen geëindigd.

3.Het geschil

3.1.
InnoVista heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde partij] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.816,37 vermeerderd met de wettelijke handelsrente en de proceskosten.
3.2.
Bij verstekvonnis van 31 augustus 2016 is de vordering aan InnoVista toegewezen, met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
3.3.
[gedaagde partij] vordert in het verzet te worden ontheven van de bij het verstekvonnis uitgesproken veroordeling en dat de vordering van InnoVista alsnog wordt afgewezen. [gedaagde partij] vordert daarnaast zoals in de conclusie van repliek tevens houdende wijziging van eis is geformuleerd en voert verweer tegen de vordering in conventie.
3.4.
InnoVista heeft verweer gevoerd tegen de vordering in reconventie.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Uit de overgelegde processtukken blijkt dat het verzet tijdig is ingesteld, zodat [gedaagde partij] in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
4.2.
Aan haar vordering legt InnoVista ten grondslag de navolgende door [gedaagde partij] onbetaald gelaten facturen:
Factuurdatum verval-/verzuimdatum factuur factuurbedrag
26-03-2015 28-04-2015 € 292,15
16-04-2015 19-05-2015 € 639,29
25-06-2015 28-07-2015 € 421,52
14-07-2015 16-08-2015 € 1.124,78
15-10-2015 17-11-2015 € 473,29
23-02-2016 27-03-2016
€ 313,16
€ 3.264,19
InnoVista heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde partij] accountancywerkzaamheden verricht, die InnoVista middels gespecificeerde facturen bij [gedaagde partij] in rekening heeft gebracht. De door InnoVista uitgevoerde werkzaamheden waren noodzakelijk om correcte stukken aan de Belastingdienst te kunnen overleggen.
4.3.
[gedaagde partij] stelt zich op het standpunt dat InnoVista onterecht gemaakte uren heeft gefactureerd en zij tevens uren factureert die na 11 november 2015 zijn gemaakt, terwijl InnoVista zelf op die datum de overeenkomst bij de Belastingdienst heeft opgezegd. De door InnoVista verrichte werkzaamheden rechtvaardigen niet de hoogte van de door InnoVista bij [gedaagde partij] in rekening gebrachte facturen.
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt.
[gedaagde partij] betwist de noodzakelijkheid en/of de juistheid van het aantal door InnoVista gemaakte uren. De facturen waarvan InnoVista thans betaling vordert zijn uitgebreid gespecificeerd. Gelet op deze specificaties kan [gedaagde partij] niet volstaan met de algemene stelling dat InnoVista gebruik kon maken van eerdere, door een andere accountant, uitgevoerde werkzaamheden, hetgeen overigens door InnoVista is betwist. De gefactureerde werkzaamheden zien bovendien grotendeels op de jaren 2014/2015. Het door [gedaagde partij] gevoerde verweer is onvoldoende onderbouwd, zodat dit wordt verworpen.
4.5.
[gedaagde partij] stelt zich op het standpunt dat InnoVista de overeenkomst tussen partijen heeft opgezegd bij de Belastingdienst. InnoVista betwist dat zij de overeenkomst heeft opgezegd dan wel heeft beëindigd.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan op grond van de thans in het geding zijnde stukken niet worden vastgesteld dat InnoVista de overeenkomst heeft opgezegd. De brief van de belastingdienst noemt niet de belastingconsulent die heeft medegedeeld dat hij de aangifte van [gedaagde partij] niet meer zou verzorgen. Nu [gedaagde partij] in een recent verleden van 2Count is overgestapt naar InnoVista, zou door de belastingdienst ook zomaar 2Count kunnen zijn bedoeld. De brief van de belastingdienst biedt daarom onvoldoende ondersteuning van de door [gedaagde partij] gestelde opzegging door InnoVista.
Daarnaast betwist [gedaagde partij] niet dat InnoVista na november 2015 nog werkzaamheden heeft verricht. [gedaagde partij] betwist slechts dat deze rechtmatig zijn verricht. Nu niet kan worden vastgesteld dat InnoVista de overeenkomst heeft opgezegd, moet ervan worden uitgegaan dat de overeenkomst na november 2015 nog bestond. De door InnoVista verrichte werkzaamheden zijn dan rechtmatig verricht en dienen door [gedaagde partij] te worden betaald.
4.6.
[gedaagde partij] doet tevens een beroep op opschorting van zijn verplichtingen tegenover InnoVista. [gedaagde partij] onderbouwt echter niet op grond van welke tekortkoming aan de zijde van InnoVista een recht van opschorting bestond. Voor zover hij heeft bedoeld op te schorten op grond van de ‘onjuiste’ opzegging door InnoVista, wordt verwezen naar hetgeen daarover hiervoor is overwogen. Dit verweer kan dan ook niet slagen.
4.7.
Gelet op het voorgaande dient het door [gedaagde partij] gevoerde verweer integraal te worden verworpen. De vordering van InnoVista komt daarmee vast te staan. Het door [gedaagde partij] gedane algemene niet gespecificeerde bewijsaanbod zal de kantonrechter als niet ter zake doende passeren.
4.8.
Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden bekrachtigd.
4.9.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet worden veroordeeld. De kosten worden aan de zijde van InnoVista begroot op € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde van InnoVista.
in reconventie
4.10.
[gedaagde partij] vordert in reconventie, zoals geformuleerd in de conclusie van repliek tevens houdende wijziging van eis:
om primair voor recht te verklaren dat de tussen partijen gesloten overeenkomst is ontbonden, dan wel die overeenkomst te ontbinden en InnoVista te veroordelen tot terugbetaling van de reeds betaalde bedragen in het kader van deze overeenkomst;
InnoVista in haar oorspronkelijke vordering niet ontvankelijk te verklaren, dan wel InnoVista deze te ontzeggen;
dan wel subsidiair de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden in evenredigheid met de door InnoVista verrichte werkzaamheden;
InnoVista te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente vanaf de datum van betekening van de verzetdagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening over het sub b gevorderde;
de buitengerechtelijke incassokosten vast te stellen op een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag.
4.11.
Aan zijn vordering legt [gedaagde partij] ten grondslag de tekortkoming in de nakoming van op InnoVista rustende verplichtingen. InnoVista heeft de overeenkomst tussen partijen opgezegd, waaruit [gedaagde partij] heeft moeten afleiden dat InnoVista tekort zou schieten in de nakoming van de verbintenis. De overeenkomst dient dat ook te worden ontbonden, waardoor ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan en InnoVista het gehele door [gedaagde partij] aan InnoVista betaalde bedrag aan [gedaagde partij] dient terug te betalen.
4.12.
InnoVista betwist ten stelligste dat zij de overeenkomst heeft opgezegd. InnoVista heeft de door haar gefactureerde werkzaamheden uitgevoerd en heeft daarom recht op betaling van de facturen.
4.13.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Uit de conclusie van repliek tevens houdende wijziging van eis leidt de kantonrechter af dat [gedaagde partij] zijn vordering niet langer grondt op schadevergoeding als gevolg van een tekortkoming, maar zijn vordering baseert op ongedaanmakingsverplichtingen als gevolg van ontbinding van de overeenkomst (als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis).
Zoals reeds in conventie is overwogen kan op grond van de in het geding gebrachte stukken niet worden vastgesteld dat InnoVista de overeenkomst tussen partijen heeft opgezegd. InnoVista heeft de haar opgedragen werkzaakheden uitgevoerd totdat zij daartoe door [gedaagde partij] niet meer in de gelegenheid werd gesteld. De kantonrechter ziet niet welke tekortkoming InnoVista kan worden verweten, die vervolgens dan ook nog de gehele dan wel gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst zou rechtvaardigen.
4.14.
Voor het geval [gedaagde partij] zijn vordering tot schadevergoeding wel heeft bedoeld te handhaven overweegt de kantonrechter dat de vordering op die grond ook niet kan slagen. Niet kan immers worden vastgesteld dat InnoVista tekortgeschoten is in enige op haar rustende verbintenis uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst. InnoVista is haar verplichtingen nagekomen. Bovendien zijn de door [gedaagde partij] gevorderden kosten van de nieuwe accountant, wat daar verder ook van zij, op geen enkele wijze onderbouwd, zodat ook al daarom de vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt.
4.15.
Nu de vordering afgewezen wordt, volgt de vordering tot betaling van buitengerechtelijke en proceskosten eenzelfde lot.
4.16.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig [gedaagde partij] toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.17.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in reconventie. De kosten aan de zijde van InnoVista worden begroot op € 300,00 (2 x 0,5 x tarief € 300,00) inzake salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
bekrachtigt het door de kantonrechter op 31 augustus 2016 onder zaaknummer 5304399 CV EXPL 16-8153 gewezen verstekvonnis,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van InnoVista tot op heden begroot op € 200,00, voor gemachtigdensalaris,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst de vordering af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij] in de kosten van de procedure in reconventie, aan de zijde van InnoVista tot op heden begroot op € 300,00, voor gemachtigdensalaris,
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk en in het openbaar uitgesproken.
type: ksf
coll: