In deze zaak heeft de maatschap Innovista Accountants Adviespartner, gevestigd te Hegelsom, een vordering ingesteld tegen een voormalig klant, aangeduid als [gedaagde partij], in verband met onbetaalde facturen voor accountancywerkzaamheden. De samenwerking tussen partijen is begin 2016 beëindigd, waarna Innovista bij verstekvonnis op 31 augustus 2016 een vordering tot betaling van € 3.816,37 heeft toegewezen gekregen. De gedaagde partij heeft verzet aangetekend tegen dit vonnis en vordert dat de vordering van Innovista wordt afgewezen, alsook dat hij wordt ontheven van de veroordeling uit het verstekvonnis.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld en dat de gedaagde partij onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn verweer tegen de vordering van Innovista. De gedaagde partij betwist de noodzaak en juistheid van de gedeclareerde uren, maar de kantonrechter oordeelt dat de facturen gespecificeerd zijn en dat het verweer niet voldoende is onderbouwd. De gedaagde partij heeft ook aangevoerd dat Innovista de overeenkomst heeft opgezegd, maar de kantonrechter kan dit niet vaststellen op basis van de ingediende stukken.
In reconventie heeft de gedaagde partij gevorderd dat de overeenkomst wordt ontbonden en dat Innovista de reeds betaalde bedragen terugbetaalt. De kantonrechter wijst deze vordering af, omdat niet is vastgesteld dat Innovista tekort is geschoten in haar verplichtingen. De kantonrechter bekrachtigt het verstekvonnis en veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van de verzetprocedure en de procedure in reconventie.