Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ LANDGOED VAESHARTELT B.V.,
1.De procedure
- het op 17 maart 2017 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen,
- het verweerschrift, met bijlagen
- de nader ingezonden bijlagen aan de zijde van [verzoeker]
- de mondelinge behandeling d.d. 16 mei 2017, waar beide gemachtigden aan de hand van een pleitnota de stellingen over en weer nader hebben toegelicht.
2.De feiten
“Wij hebben dit (de opzegging van de arbeidsovereenkomst op 1 april, opm. kantonrechter) zonder toestemming van het UWV gedaan, daar wij uw arbeidsovereenkomst hebben opgezegd ná de dag waarop u de AOW gerechtigde leeftijd hebt bereikt. Wettelijk is dat volgens ons mogelijk.
3.Het geschil
Primair:I. de opzegging tegen 1 februari 2017 te vernietigen althans te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst vanaf 1 februari 2017 onverminderd voortduurt;
€ 40.000,00, dan wel een door de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding;
4.De beoordeling
19 december 2012 alsmede de daaraan gehechte besluitenlijst. Vaeshartelt betwist het bestaan van een dergelijke afspraak.
“
De werkgever kan eenmalig gebruik maken van het recht om zich te beroepen op het bereiken of bereikt hebben van de pensioengerechtigde leeftijd door de werknemer als ontslaggrond, zonder dat het UWV om toestemming hoeft te worden gevraagd of ontbinding nodig is. Wel moet de werknemer dan voor het bereiken van die leeftijd in dienst zijn geweest. Het derde lid (thans vierde lid, opm. kantonrechter) ziet niet op de situatie waarin de werknemer pas na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd in dienst is gekomen bij de werkgever. Is de werknemer pas na het bereiken van die leeftijd in dienst gekomen, dan gelden de gebruikelijke regels voor opzegging en ontbinding.”
€ 400,00 (2,0 punt x € 200,00 tarief) aan gemachtigdensalaris.