ECLI:NL:RBLIM:2017:5417
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van Wob-verzoek inzake Luchthavenbesluit Maastricht
In deze zaak hebben eisers, wonende te [woonplaats], een zienswijze ingediend tegen het ontwerp Luchthavenbesluit Maastricht. In hun zienswijze verwezen zij naar een Wob-verzoek dat was ingediend door de Alliantie Tegen Uitbreiding van het vliegveld MAA bij het college van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verweerder, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, heeft het bezwaar van eisers tegen het niet verstrekken van informatie niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij van mening was dat er geen sprake was van een Wob-verzoek. Hiertegen hebben eisers beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om het gebruik van de verlengde startbaan van de luchthaven te verbieden.
De voorzieningenrechter heeft in deze zaak niet alleen uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening, maar ook op het beroep. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek van eisers wel degelijk als een Wob-verzoek moet worden aangemerkt en dat verweerder het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De voorzieningenrechter heeft verweerder opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak.
De voorlopige voorziening is afgewezen, omdat de gevraagde voorziening niet past binnen een beroep in het kader van de Wob en omdat er al in de hoofdprocedure was voorzien. De voorzieningenrechter heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om zo spoedig mogelijk een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eisers. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht aan eisers moet vergoeden.