Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiser sub 2],
[eiser sub 4],
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 6],
[gedaagde sub 8],
9.de coöperatie COÖPERATIEF MSB ATRIUM-ORBIS U.A., en
STICHTING ZUYDERLAND MEDISCH CENTRUM,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie tot voeging;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van [eisers] ;
- de pleitnota van de gedaagden;
- de pleitnota van MSB c.s.;
- het mondelinge vonnis in het incident tot voeging, waarbij de voeging is toegestaan.
2.De feiten
: 243.500,00
: 121.750,00 + inkoopgarantie
: 243.500,00 * 2 = 487.000,00
- [eiser sub 4] ontvangt 487.000,00 zonder concurrentiebeding
- [eiser sub 2] ontvangt 212.000,00
- [naam plastisch chirurg 1] ontvangt 106.000,00 + garantie op toetreding in de vakgroep Sittard voor zowel de verzekerde als de onverzekerde zorg
3.Het geschil
4.De beoordeling
in de hoofdzaak
voelen(cursivering door de voorzieningenrechter) dat de continuïteit van de medische zorg aan deze patiënten gewaarborgd blijft. Uit een dergelijk verantwoordelijkheidsgevoel, hoe nobel ook, vloeit echter niet de door [eisers] bedoelde rechtsplicht van de gedaagden voort.
816,00;