4.2.Draagkracht man
De vrouw is van mening dat het inkomensverlies van de man verwijtbaar en voor
herstel vatbaar is, doch in ieder geval tot het inkomensniveau van de man ten tijde van de
echtscheiding. De vrouw beschikt nog over een loonstrook van de man uit augustus 2008
waaruit blijkt dat hij destijds een bedrag van € 7.454,58 bruto per maand verdiende. Dit
salaris is derhalve als uitgangspunt genomen voor de hoogte van de partneralimentatie. De
vrouw is van mening dat de man dit bedrag aan inkomen kan verwerven, ook na ontslag.
Naast het feit dat de vrouw van mening is dat de man zich niet, dan wel onvoldoende heeft ingespannen om een baan in loondienst te vinden, is de vrouw van mening dat de man uit de
door hem te starten onderneming, in combinatie met de te ontvangen ontslagvergoeding
alsmede WW-uitkering en eigen vermogen, in staat moet worden geacht een inkomen te
verwerven op een gelijk niveau als in 2008/2010.
De vrouw is primair van mening dat bij een herberekening van de partneralimentatie
uitsluitend dient te worden gekeken naar de inkomens- en vermogenspositie van de man.
Dit volgt naar mening van de vrouw uit (de uitleg van) het echtscheidingsconvenant.
Partijen zijn namelijk uitdrukkelijk overeengekomen dat verhoging van de
partneralimentatie niet kan plaatsvinden bij gewijzigde omstandigheden en vermindering
uitsluitend bij werkloosheid en/of arbeidsongeschiktheid (van de man).
De behoeftigheid, behoefte en draagkracht van de vrouw zijn dan ook niet relevant. De man
dient conform zijn draagkracht partneralimentatie aan de vrouw te voldoen.
De man heeft de beschikking over de ontslagvergoeding ten bedrage van € 350.000,- bruto. Het nettobedrag van € 168.000,- kan worden gevolgd. De vrouw betwist daarnaast dat de man een bedrag van € 1.800,- netto per maand nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien. De man zal minimaal gedurende 26 weken een WW-uitkering ontvangen welke WW-uitkering de kosten van de man om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien (ruim) zal dekken.
De vrouw is van mening dat met de navolgende lasten van de man rekening mag worden
gehouden:
- woonlasten: € 185,25 per maand hypotheekrente en € 142,31 per maand VvE;
- ziektekosten: € 138,17 per maand en € 32,08 per maand eigen risico.
Met de advocaatkosten mag geen rekening worden gehouden, dan wel slechts gedurende 1
jaar, aangezien het geen terugkerende kosten betreft.
Behoeftigheid
De vrouw beschikt momenteel over een fulltime dienstverband, weliswaar voor 36 uur doch
dit is gebruikelijk bij haar werkgever. De vrouw heeft ook een vast contract zodat niet van
haar gevergd kan worden dat zij op zoek gaat naar een andere functie.
In 2008/2009 op het moment dat partijen uit elkaar zijn gegaan is de behoefte van de vrouw
niet vastgesteld.
Behoefte
Uitgaande van het jaarinkomen van de man in 2008 (aangezien inkomensgegevens uit 2009
niet voorhanden zijn), van € 72.586,-, en van de vrouw in 2009, van € 19.425,- is een
behoefteberekening opgemaakt naar de normen van 2009 (productie 3). Op basis van de Hof-formule hebben beide partijen een behoefte van (geïndexeerd naar 2016) € 3.491,- netto per maand. De vrouw beschikt momenteel over een eigen inkomen van € 2.046,- netto per maand, zodat aan behoefte resteert een bedrag van € 1.445,- netto per maand, zijnde plusminus € 2.167,- bruto per maand.
Jusvergelijking
De vrouw is van mening dat wanneer door de man het bedrag van € 1.445,83 per maand voldaan wordt zij niet in een betere positie dan de man komt.
Ingangsdatum
De vrouw is van mening dat de ingangsdatum voor een eventuele wijziging van de
partneralimentatie niet eerder gelegen kan zijn dan de datum van de beschikking,
aangezien de vrouw geen rekening heeft hoeven houden met een wijziging. Van de vrouw
kan niet gevergd worden dat zij een terugbetalingsverplichting aan de man heeft nu de
vrouw iedere maand de bijdrage van de man nodig heeft, zoals uit haar behoefte blijkt.
Zelfstandig verzoek
Door de man is nimmer de wettelijke indexering voldaan. De man dient derhalve nog € 3.629,36 tot en met augustus 2016 aan de vrouw te voldoen.
Indien de man vrijwillig de op hem rustende wettelijke verplichting zou hebben voldaan, had de vrouw ook geen reden gehad een deurwaarder in te schakelen. De kosten van het exploot komen derhalve voor rekening van de man. De man kan zich niet beroepen op verrekening . Primair is de vrouw van mening dat met partneralimentatie, en derhalve ook met de wettelijke indexering, geen kosten verrekend mogen worden aangezien partneralimentatie een hoge preferentie heeft. Subsidiair is de vrouw van mening dat de door de man genoemde kosten niet voor verrekening in aanmerking komen.