Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van Rabobank.
2.De feiten
de gehele inventaris en uitrusting die eigendom zijn of worden van het bedrijf, daaronder mede begrepen machines, installaties, werktuigen, gereedschappen, instrumentarium, apparatuur, transportmiddelen, daaronder mede begrepen zowel voorbehouden als voorwaardelijk eigendom”en wordt “transportmiddelen” gedefinieerd als “
alle al dan niet motorisch voortbewogen voertuigen en andere vervoermiddelen (…) die eigendom zijn of worden van de pandgever”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de verklaring van 14 juli 2017 van de bestuurder R.M.H. [naam loonwerkbedrijf] namens Loonwerkbedrijf [naam loonwerkbedrijf] en [naam holding] dat deze vennootschappen een hoofdelijke schuld aan de Rabobank hebben van ten minste € 1.150.000 en dat de financiering door de Rabobank is opgezegd en opgeëist,
- het recente faillissement van Loonwerkbedrijf [naam loonwerkbedrijf] , waaruit moet worden afgeleid dat die vennootschap haar schulden niet meer kon betalen,
816,00;