ECLI:NL:RBLIM:2017:7972

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 mei 2017
Publicatiedatum
15 augustus 2017
Zaaknummer
5605182 CV EXPL 16-11692
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichtingen bij tenaamstelling en betaling van boetes na overdracht van een scooter

In deze zaak heeft eiseres een scooter gratis overgedragen aan gedaagde, die heeft toegezegd de tenaamstelling te wijzigen en een vrijwaringsbewijs te regelen. Dit is echter niet gebeurd, waardoor eiseres boetes heeft ontvangen voor het niet verzekerd zijn van de scooter. Eiseres vordert dat de kantonrechter gedaagde verplicht om de tenaamstelling te wijzigen, een vrijwaringsbewijs te leveren en de boetes te betalen, inclusief verhogingen en kosten. Gedaagde erkent de eerste boete, maar betwist de verhogingen en latere boetes, omdat hij stelt dat eiseres de scooter had kunnen schorsen en hij nooit de boetebeschikkingen heeft ontvangen.

De kantonrechter oordeelt dat gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat hij de gevorderde verklaring voor recht moet krijgen. De kantonrechter zal gedaagde ook veroordelen tot wijziging van de tenaamstelling en het leveren van een vrijwaringsbewijs, met een dwangsom als hij hier niet aan voldoet. Wat betreft de geldvordering oordeelt de kantonrechter dat gedaagde zowel de eerdere als de latere boetes moet betalen, omdat hij met eiseres is overeengekomen dat hij deze zou betalen. De kantonrechter zal eiseres echter opdragen te bewijzen dat gedaagde tijdig in kennis is gesteld van de boetes, voordat de verhogingen en kosten verschuldigd waren. Indien eiseres hierin niet slaagt, zal gedaagde alleen de originele boetebedragen hoeven te betalen. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 5605182 CV EXPL 16-11692
Vonnis van de kantonrechter van 3 mei 2017
in de zaak van
[eiseres],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. A.J.J. Kreutzkamp,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
  • de rolbeschikking waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de e-mail van de zijde van [eiseres] van 27 januari 2017 met bijgevoegde productie
  • de e-mail van [gedaagde] van 6 februari 2017
  • het proces-verbaal van comparitie van 7 februari 2017
  • de e-mail van 16 maart 2017 van de zijde van [eiseres]
  • de brief van de griffier aan [gedaagde] waarin hem is gevraagd hierop te reageren.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 2013 heeft [eiseres] aan [gedaagde] gratis een (gedemonteerde) scooter gegeven.
2.2.
[gedaagde] heeft toegezegd de tenaamstelling te wijzigen en een vrijwaringsbewijs te regelen, wat niet is gebeurd.
2.3.
Op 12 december 2014 heeft [gedaagde] een schriftelijke verklaring opgesteld waarin staat dat hij de scooter en alle papieren in zijn bezit heeft en alle boetes die binnenkomen zal betalen.
2.4.
[eiseres] heeft in 2014 en 2015 meerdere boetebeschikkingen ontvangen omdat de scooter nog altijd op haar naam stond en onverzekerd was.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
voor recht zal verklaren dat [gedaagde] in de uitvoering van de overeenkomsten (zie r.o. 2.2. en 2.3.) is tekortgeschoten dan wel een onrechtmatige daad heeft gepleegd,
[gedaagde] zal veroordelen om binnen één week na betekening van dit vonnis ervoor te zorgen dat de scooter niet meer op naam is gesteld van [eiseres] en haar een vrijwaringsbewijs zal geven, op straffe van een dwangsom,
[gedaagde] zal veroordelen tot betaling van € 5.641,61, te vermeerderen met de wettelijke rente,
[gedaagde] zal veroordelen alle toekomstige boetes, inclusief verhogingen en/of kosten, aangaande het niet verzekerd zijn van de scooter te betalen,
[gedaagde] zal veroordelen tot betaling van de proceskosten en nakosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter zal de gevraagde verklaring voor recht geven. [gedaagde] heeft de overeenkomsten niet betwist en hij ook niet heeft betwist dat hij zijn verplichtingen uit die overeenkomsten niet is nagekomen.
4.2.
De kantonrechter zal [gedaagde] eveneens veroordelen tot wijziging van de tenaamstelling van de scooter en het leveren van een vrijwaringsbewijs aan [eiseres] en zal hieraan de gevorderde dwangsom verbinden, waartegen [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd. Ondanks dat [gedaagde] meermaals, laatstelijk ter comparitie, heeft toegezegd de wijziging tenaamstelling te regelen, heeft hij dit tot op heden niet gedaan. Dit blijkt uit de e‑mail die namens [eiseres] aan de rechtbank is gestuurd op 16 maart 2017. [gedaagde] heeft hierop, ondanks dat hij hiertoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd.
4.3.
De vraag is dan of de geldvordering kan worden toegewezen. Het bedrag is als volgt opgebouwd:
  • boetebeschikking 5062 5421 8324 4881 van € 337,- (die door [eiseres] op 2 oktober 2014 is betaald)
  • boetebeschikking 1062 5421 8608 9410 van € 997,-
  • boetebeschikking 1062 5421 8747 1080 van € 997,-
  • boetebeschikking 2062 5421 9032 4181 van € 997,-
  • boetebeschikking 0062 5421 9298 4635 van € 997,-
  • boetebeschikking 5062 5421 9598 7674 van € 999,-
  • deurwaarderskosten i.v.m. twee dwangbevelen van € 317,67.
4.4.
[gedaagde] erkent dat hij de eerste boete moet betalen, maar betwist dat hij de verhogingen en latere boetes moet betalen. Dit omdat [eiseres] de scooter had kunnen schorsen voor € 10,- per jaar en omdat [gedaagde] nooit (een kopie van de) boetebeschikkingen heeft ontvangen van [eiseres] .
4.5.
Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] alle boetebeschikkingen in zijn bezit, wat ook in één van de brieven van haar gemachtigde staat. Volgens [eiseres] heeft haar moeder alle boetes gekopieerd en aan [gedaagde] gegeven.
4.6.
De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] zowel de eerdere als de latere boetes moet betalen. Hij is dit immers met [eiseres] zo overeengekomen en hij kan aan deze afspraak worden gehouden. Dat hij niet beschikte over kopieen van de beschikkingen doet hier indien al juist - niet aan af; die voorwaarde is niet overeengekomen.
4.7.
De vraag is dan of [gedaagde] ook de verhogingen en deurwaarderskosten moet betalen. De kantonrechter oordeelt dat dit het geval is, mits hij de gelegenheid heeft gehad die kosten te voorkomen door de boetes tijdig te betalen. [gedaagde] betwist dat dit het geval is. De kantonrechter zal [eiseres] derhalve opdragen te bewijzen dat [gedaagde] tijdig (dat wil zeggen voordat de verhogingen en/of kosten verschuldigd waren) in kennis is gesteld van de boetes. Dit betekent dat [eiseres] de onder 4.3. genoemde boetebeschikkingen met uitzondering van die eindigend op 4881 (die niet is verhoogd) en 4181 (die al over is gelegd) over zal moeten leggen.
4.8.
Als [eiseres] niet slaagt in haar bewijsopdracht dan zal [gedaagde] alleen de originele boetebedragen hoeven te betalen, te weten 5 x € 337,- en 1 x € 339,-, oftewel € 2.024,-. Indien zij wel slaagt in de bewijsopdracht dan zal [gedaagde] het gehele gevorderde bedrag van € 5.641,61 moeten betalen.
4.9.
Hoe dan ook zal de kantonrechter [gedaagde] veroordelen tot betaling van alle toekomstige boetes aangaande het niet verzekerd zijn van de scooter. Zij zal echter bepalen dat [gedaagde] de verhogingen en/of kosten enkel verschuldigd is indien hij door [eiseres] tijdig in de gelegenheid is gesteld van de boetes kennis te nemen.
4.10.
Gelet op hetgeen is overwogen onder 4.7. zal de kantonrechter iedere verdere beslissing aanhouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
draagt [eiseres] op te bewijzen dat [gedaagde] tijdig (dat wil zeggen voordat de verhogingen en/of kosten verschuldigd waren) in kennis is gesteld van de boetes,
5.2.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
17 mei 2017voor akte aan de zijde van [eiseres] :
  • om bewijsstukken over te leggen en/of, als zij (tevens) bewijs wil leveren door het horen van getuigen, om de namen van de getuigen en de verhinderdata van alle betrokkenen – dus ook van [gedaagde] – op te geven voor enquête te houden in juni of juli 2017, en
  • om de onder 4.3. beschreven boetebeschikkingen, met uitzondering van die eindigend op 4881 en 4181, over te leggen,
5.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
type: GD