Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2017 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2017.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 augustus 2017 uitspraak gedaan in een vorderingsprocedure waarbij eiser, een oudere bestuurder, werd verplicht om mee te werken aan een onderzoek naar zijn rijvaardigheid. De aanleiding voor deze vordering was een brief van familieleden waarin zorgen werden geuit over de rijgeschiktheid van eiser, die op dat moment ouder dan 80 jaar was. De rechtbank oordeelde dat de inhoud van de brief, hoewel afkomstig uit een subjectieve bron, voldoende basis bood voor het vermoeden dat eiser niet langer voldeed aan de eisen van geschiktheid voor het besturen van motorvoertuigen. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van het wegverkeer voorop staat en dat verweerder in redelijkheid de brief als basis voor zijn besluit heeft kunnen nemen, zonder voorafgaand onderzoek naar de juistheid van de informatie in de brief. Eiser had in beroep aangevoerd dat de brief onjuistheden bevatte en dat hij de Verklaring van geschiktheid naar waarheid had ingevuld. De rechtbank oordeelde echter dat de vraag of de gegevens in de brief feitelijk juist waren, niet ter zake deed. Het was voldoende dat verweerder een gerechtvaardigd vermoeden had dat eiser niet geschikt was om te rijden, gebaseerd op de informatie uit de brief. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.