ECLI:NL:RBLIM:2017:8565

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 augustus 2017
Publicatiedatum
1 september 2017
Zaaknummer
C/03/239214 / KG ZA 17-421
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegangsontzegging en concurrentiebeding in kort geding tussen medisch specialist en ziekenhuis

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert de eiser, een orthopedisch chirurg, dat het Zuyderland Medisch Centrum hem weer toegang verleent tot het ziekenhuis. De eiser is sinds 2004 werkzaam in het Zuyderland MC en heeft plannen om een zelfstandig behandelcentrum, CortoClinics, op te richten, wat door het ziekenhuis als concurrentie wordt gezien. De Raad van Bestuur van het Zuyderland MC heeft de toegang van de eiser ontzegd op basis van een vermeende schending van het concurrentiebeding in de Ledenovereenkomst. De eiser stelt dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan deze schending en dat de maatregelen van het ziekenhuis disproportioneel zijn. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiser met zijn plannen inderdaad in strijd handelt met het concurrentiebeding en dat de toegangsontzegging gerechtvaardigd is. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten. De zaak benadrukt de strikte naleving van concurrentiebedingen door medisch specialisten en de gevolgen van het overtreden daarvan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/239214 / KG ZA 17-421
Vonnis in kort geding van 31 augustus 2017
in de zaak van

1.[eiser, gedaagde in reconventie sub 1] ,

wonend te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASIMIR DELUX B.V.,
gevestigd te Roosteren, gemeente Echt-Susteren,
eisers,
gedaagden in reconventie
advocaat mr. B. Nijhof en mr. N.H.A. Kampschreur,
tegen
1. de stichting
STICHTING ZUYDERLAND MEDISCH CENTRUM,
gevestigd te Heerlen,
2. de coöperatie
COÖPERATIEF MSB ATRIUM-ORBIS U.A.,
gevestigd te Heerlen,
gedaagden,
eisers in reconventie,
advocaat mr. K.D. Meersma.
Partijen zullen hierna [eiser, gedaagde in reconventie] en het Ziekenhuis en waar nodig voor het begrip van dit vonnis Zuyderland MC en MSB genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 augustus 2017, met producties 1 t/m 24,
  • de conclusie van antwoord, tevens akte houdende overlegging producties en akte houdende een voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1 t/m 21,
  • de brief van 16 augustus 2017 van [eiser, gedaagde in reconventie] , met producties 25 t/m 28,
  • de mondelinge behandeling, met pleitnota van [eiser, gedaagde in reconventie] en notitie van [eiser, gedaagde in reconventie sub 1] en de pleitaantekeningen (en voorwaardelijke eis in reconventie) van het Ziekenhuis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser, gedaagde in reconventie] is orthopedisch chirurg en sinds 2004 werkzaam in het Zuyderland MC, met de vestiging in Sittard als standplaats. [eiser, gedaagde in reconventie] voert alle orthopedische ingrepen uit en heeft zich toegelegd op knie- en heupaandoeningen.
2.2.
[eiser, gedaagde in reconventie sub 1] is met zijn werkmaatschappij Casimir Delux B.V. lid van MSB sinds de oprichting in 2015. MSB heeft een Samenwerkingsovereenkomst met het Zuyderland MC. MSB heeft daarnaast ledenovereenkomsten gesloten met elke medisch specialist en hun werkmaatschappijen. Ook [eiser, gedaagde in reconventie] heeft zo’n Ledenovereenkomst gesloten.
2.3.
[eiser, gedaagde in reconventie] heeft vanwege de beperkingen die het werken in een algemeen ziekenhuis met zich brengen, met name op het gebied van innovatie in de zorg, kwaliteit en kostenbeheersing en op het terrein van patiëntenzorg, en met de overtuiging dat niet het zorgsysteem leidend moet zijn, maar de behoefte van de patiënt en de intrinsieke motivatie van de zorgprofessionals, plannen gemaakt om een zelfstandig behandelcentrum op het gebied van knie- en heupaandoeningen, met een specialisatie op knie- en heupprothesiologie op te richten los van het Zuyderland MC.
2.4.
[eiser, gedaagde in reconventie] heeft de Raad van bestuur van het Zuyderland MC geïnformeerd over zijn plannen betreffende CortoClinics met een presentatie op 25 februari 2017 en hij heeft MSB op 27 februari 2017 ook ingelicht. Tevens heeft [eiser, gedaagde in reconventie] zijn plannen besproken in zijn vakgroep orthopedie. [eiser, gedaagde in reconventie] heeft aangegeven dat hij wil samenwerken met MSB en het Zuyderland MC op basis van een samenwerkingsovereenkomst.
2.5.
[eiser, gedaagde in reconventie] is van plan zich met CortoClinics te vestigen in Weert. Een kliniek of behandel- en operatieruimte is evenwel nog niet gebouwd of gehuurd. Wel heeft [eiser, gedaagde in reconventie] een vergunning op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi), die hem onder andere recht geeft om rechtstreeks met zorgverzekeraars te onderhandelen en afspraken te maken. CortoClinics heeft een website, waarop wordt aangegeven dat deze “under construction” is. [eiser, gedaagde in reconventie] heeft contacten gelegd met in ieder geval het academisch ziekenhuis (MUMC) te Maastricht.
2.6.
De vakgroep heeft op 5 april 2017 aangegeven het initiatief alleen te steunen als het ondergebracht wordt binnen het eigenaarschap van de vakgroep als geheel. MSB en Zuyderland MC hebben op 10 mei 2017 te kennen gegeven dat zij een vennootschapsrechtelijke deelneming in CortoClinics verlangden. Op 8 juni 2017 is besproken dat elk 50% van de aandelen verlangden in het zelfstandig behandelcentrum CortoClinics. [eiser, gedaagde in reconventie] heeft bij brief van zijn adviseur [naam adviseur] van 18 juni 2017 medegedeeld dat dit niet zijn bedoeling was: [eiser, gedaagde in reconventie] en zijn mede-initiatiefnemer zijn niet bereid zeggenschap prijs te geven aan Zuyderland MC en/of MSB, maar zij kunnen zich wel een vorm van participatie voorstellen, waarbij MSB of individuele leden kunnen profiteren van het initiatief en waarbij samenwerking op medisch gebied en inzake R&D nog altijd wordt beoogd.
2.7.
Op 7 juli 2017 heeft [eiser, gedaagde in reconventie] met vertegenwoordigers van MSB en de Raad van Bestuur van het Zuyderland MC gesproken. [naam lid van Raad van Bestuur] , lid van de Raad van Bestuur van het Zuyderland MC, heeft aldaar [eiser, gedaagde in reconventie] te kennen gegeven niet te willen samenwerken op zijn condities.
2.8.
Bij brief van 26 juli 2017 deelt MSB aan [eiser, gedaagde in reconventie] mee dat MSB de initiatieven rondom CortoClinics en zijn betrokkenheid daarbij als in strijd met artikel 14 lid 2 en 3 van de Ledenovereenkomst beschouwt en dat MSB voornemens is de Ledenovereenkomst op te zeggen met onmiddellijke ingang. [eiser, gedaagde in reconventie] wordt uitgenodigd zijn zienswijze te geven. Na overleg gaat MSB akkoord dat dit uiterlijk op 4 augustus 2017 zal gebeuren.
2.9.
Bij (e-mail)brief van 27 juli 2017 deelt het Zuiderland MC [eiser, gedaagde in reconventie] mee dat hem per direct, te weten 18.00 uur, de toegang wordt ontzegd tot het ziekenhuis. Als reden wordt opgegeven dat de Raad van Bestuur het gelet op de ontstane situatie niet wenselijk acht dat [eiser, gedaagde in reconventie] die avond en de daarop volgende dag patiëntenzorg levert en dat het schriftelijk besluit tot ontzegging van de toegang op korte termijn zal worden toegestuurd en wordt ingegeven vanwege de concurrerende activiteiten.
[eiser, gedaagde in reconventie] heeft bij e-mail diezelfde avond gereageerd. Hij geeft daarin aan dat hij ondanks de aangekondigde opzegging van de Ledenovereenkomst hij deze voornemens is volledig na te komen en dat hij de werkzaamheden ook in de toekomst zal uitvoeren.
2.10.
[eiser, gedaagde in reconventie] heeft bij monde van zijn raadslieden op 28 juli 2017 nader gereageerd op de toegangsontzegging en op het voornemen de Ledenovereenkomst op te zeggen. Herhaald is dat [eiser, gedaagde in reconventie] zich beschikbaar houdt voor werk.
2.11.
Bij brief van 31 juli 2017 heeft het Zuyderland MC MSB gemotiveerd geïnformeerd over het besluit tot ontzegging. Onder verwijzing naar artikel 2.1. van de Samenwerkingsovereenkomst wijzen zij er op dat participatie van een medisch specialist in zorgaanbod dat concurreert met dat van het Zuiderland MC niet toegestaan is, omdat dit reeds volgt uit de verplichtingen van een goed opdrachtnemer jegens de opdrachtgever. [eiser, gedaagde in reconventie] is ex artikel 2.2 van de Ledenovereenkomst ook gebonden aan de Samenwerkingsovereenkomst en het daarin opgenomen concurrentiebeding. Op grond van artikel 14 van de Samenwerkingsovereenkomst is [eiser, gedaagde in reconventie] voorts de toegang ontzegd op grond van omstandigheden van zo ernstige aard of een gegrond vermoeden van zo ernstige aard dat zijn aanwezigheid in het Zuyderland MC niet langer geaccepteerd kan worden.
Relevant zijn in ieder geval de volgende passages uit de brief:
De heer [eiser, gedaagde in reconventie] heeft de bepalingen geschonden die concurrentie met Zuyderland verbieden. Hij heeft te kennen gegeven voornemens te zijn een eigen kliniek - CortoCllnics - te starten die zich toelegt op heup- en knieprothesiologle. Daartoe heeft hij CortoClinics B.V. opgericht waar hij via zijn vennootschap Casimur Delux B.V. en Hypolito B.V. enig aandeelhouder en bestuurder van is. CortoClinks heeft een toelating op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen en is dus voornemens met Zorgverzekeraars te contracteren.
De Raad van Bestuur realiseert zich dat een medisch specialist ook gedurende de uitvoering van een opdracht, alleen of gezamenlijk met anderen, kan oriënteren op andere werkzaamheden buiten het ziekenhuis, Dat hoeft de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst niet onmiddellijk te raken. De wijze waarop de heer [eiser, gedaagde in reconventie] met zijn plannen bezig is, interfereert echter zodanig met het belang van Zuyderiand dat het wel een schending van de samenwerkingsovereenkomst oplevert, althans onrechtmatig is jegens Zuyderland. Daarbij heeft de Raad van Bestuur met name het oog op de volgende feiten.
De heer [eiser, gedaagde in reconventie] heeft een website van zijn nieuwe onderneming
www.cortoclinics.comin de lucht. Daarop staat zijn foto beeldschermvullend met als begeleidende tekst ‘CortoClinics, hip and knee care by dr. [eiser, gedaagde in reconventie] ” en ‘Taking the next step’. Daarmee maakt de heer [eiser, gedaagde in reconventie] voor iedereen zichtbaar dat hij zich verbonden heeft aan een concurrerend initiatief. Aan te nemen valt dat met deze uiting wordt beoogd de markt in kennis te stellen van zijn voornemen om een gespecialiseerde kliniek op te richten en moet het bekendheid verschaffen aan de naam van de kliniek.
Daarnaast heeft de Raad van Bestuur kennis genomen van een brochure die de heer [eiser, gedaagde in reconventie] heeft opgesteld voor CortoCitnics. Die brochure gebruikt hij naar het zich laat aanzien om de samenwerking te zoeken met andere ziekenhuizen. De Raad van Bestuur heeft recentelijk een versie toegespeeld gekregen die bedoeld lijkt te zijn voor het aangaan van een samenwerking met Maastricht UMC, een directe concurrent van Zuyderland. Ook daarin is zijn persoon nadrukkelijk aanwezig als initiatiefnemer en dragend medisch specialist. De Raad van Bestuur heeft echter ook van andere ziekenhuizen gehoord dat de heer [eiser, gedaagde in reconventie] contact heeft gezocht, aangenomen wordt dat hij daar vergelijkbaar foldermateriaal heeft achtergelaten.
De heer [eiser, gedaagde in reconventie] positioneert CortoClinics nadrukkelijk als zijn persoonlijk initiatief. Dat doet hij door zijn foto prominent op de commerciële uitingen te plaatsen, het initiatief te laden met zijn naam (“by dr. [eiser, gedaagde in reconventie] ”) en de speelse verwijzing in de naam van de kliniek. Inzet van dat professioneel kapitaal ten behoeve van CortoClinics maakt dat dit niet meer voor Zuyderland beschikbaar is.
Die profilering van CortoClinics en de betrokkenheid van de heer [eiser, gedaagde in reconventie] is daarmee voor iedereen – patiënten, zorgverzekeraars, verwijzers, concurrenten – zichtbaar. De Raad van Bestuur wordt zoals gezegd hierop aangesproken door collega-bestuurders van ziekenhuizen in de omgeving. Naar wij begrijpen geldt dat ook voor de collega’s van de heer [eiser, gedaagde in reconventie] in de vakgroep. Dit doet afbreuk aan de corrurrentiekracht van Zuyderland en de geloofwaardigheid van Zuyderland als aanbieder van orthopedische zorg. Dat gaat zich wreken in gesprekken met zorgverzekeraars en huisartsen over de orthopedie. De concurrentie kan de wetenschap dat de heer [eiser, gedaagde in reconventie] bezig is met CortoClinics ook benutten. Huisartsen die naar de heer [eiser, gedaagde in reconventie] doorverwijzen zullen dat mogelijk gaan doen met de bijsluiter dat hij op termijn vanuit zijn eigen kliniek gaat werken. Dat alles is schadelijk voor Zuyderland.
Zuyderland kwalificeert dit als een schending van het concurrentiebeding dat met het MSB is afgesproken en dat het MSB de leden heeft opgelegd. Het is voorts in strijd met hetgeen Zuyderland van een goed opdrachtnemer mag verwachten. Zuyderland vindt het handelen van de heer [eiser, gedaagde in reconventie] voorts onrechtmatig jegens het ziekenhuis.
En tevens relevant is een passage in reactie op de brief van [eiser, gedaagde in reconventie] van 28 juli 2017:
De Raad van Bestuur realiseert zich dat de toegangsontzegging de zwaarste maatregel is, en heeft zich de vraag gesteld of het met lichtere maatregelen kon volstaan. De Raad van Bestuur meent dat dat niet kan. Daarbij komt betekenis toe aan het feit dat een waarschuwing wellicht veroorzaakt dat de voorbereidingen die de beer [eiser, gedaagde in reconventie] treft minder zichtbaar worden voor de buitenwereld, maar dat neemt niet weg dat de heer [eiser, gedaagde in reconventie] al ruime bekendheid heeft gegeven aan zijn voornemen. Dat kan niet meer ongedaan gemaakt worden en blijft schadelijk zolang de heer [eiser, gedaagde in reconventie] werkzaam is in Zuyderland. Zijn vertrek stelt Zuyderland in de gelegenheid de toekomst van de orthopedische functie geloofwaardig vorm te geven zonder de heer [eiser, gedaagde in reconventie] . Toegangsontzegging werpt voorts een noodzakelijke drempel op voor de heer [eiser, gedaagde in reconventie] om personeel en patiënten te bewegen met hem over te stappen naar CortoClinics.
[…] De uitholling van het bedrijfsdebiet van Zuyderland door openlijk ruchtbaarheid te geven aan de concurrerende plannen en samenwerking te zoeken met concurrenten is echter niet aanvaardbaar. Van een (indirect) opdrachtnemer mag verwacht worden dat hij zich volledig inzet voor het belang van zijn opdrachtgever. De heer [eiser, gedaagde in reconventie] dient echter twee belangen, waarbij aan te nemen valt dat hij zijn eigen belang bij CortoClinics steeds als daar gelegenheid toe is, voorrang za! geven boven het belang van Zuyderland als opdrachtgever.
Tot slot merkt Zuyderland MC op dat de Raad van Bestuur wat betreft het tijdstip van het ingaan van de ontzegging opmerkt dat betekenis is toegekend aan het feit dat de ontstane situatie er menselijkerwijs toe kan leiden dat [eiser, gedaagde in reconventie] de patiëntenzorg, waarvoor hij stond ingeroosterd, niet meer optimaal kon leveren en dat men op dat punt ieder risico heeft willen vermijden.
2.12.
Bij brief van 4 augustus 2017 heeft MSB gemotiveerd met onmiddellijke ingang de Ledenovereenkomst met [eiser, gedaagde in reconventie] opgezegd op grond van artikel 5.1. aanhef en sub g van de Ledenovereenkomst.
Relevant zijn in ieder geval de volgende passages uit de brief:
De profilering van CortoClinics en uw persoonlijke betrokkenheid daarbij maakt voor iedereen –patiënten, zorgverzekeraars, verwijzers, concurrenten – zichtbaar dat u Zuyderland gaat verlaten en uw eigen kliniek gaat starten. De Raad van Bestuur van het ziekenhuis wordt hierop aangesproken door collega-bestuurders van ziekenhuizen in de omgeving. Uw collega’s in de vakgroep worden hierop aangesproken door medisch specialisten uit andere ziekenhuizen. Dit doet afbreuk aan de concurrentiekracht van Zuyderland en het MSB en de geloofwaardigheid van Zuyderland en het MSB als aanbieder van orthopedische zorg. Inzet van uw professioneel kapitaal ten behoeve van CortoClinics maakt dat dit niet meer voor Zuyderland beschikbaar is.
Dat gaat zich wreken in gesprekken met zorgverzekeraars en huisartsen over de orthopedie. De concurrentie kan de wetenschap dat u bezig bent met CortoClinics ook benutten. Huisartsen die naar u doorverwijzen zullen dat mogelijk gaan doen met de bijsluiter dat u op termijn vanuit uw eigen kliniek gaat werken. Dat alles is schadelijk voor Zuyderland en daarmee voor het MSB.
Zuyderland kwalificeert dit als een schending van het concurrentiebeding dat met het MSB is afgesproken en dat het MSB de leden heeft opgelegd. Het is voorts in strijd met hetgeen Zuyderland van een goed opdrachtnemer mag verwachten. Zuyderland vindt het handelen van u voorts onrechtmatig jegens het ziekenhuis. Dat is reden voor de toegangsontzegging geweest.
Het MSB is van oordeel dat u met deze activiteitenartikel 14.3 van de Ledenovereenkomst hebt geschonden. Dat is reden de Ledenovereenkomst met u met onmiddellijke ingang op te zeggen.
Het MSB realiseert zich dat opzegging met onmiddellijke ingang de zwaarste maatregel is, en heeft zich de vraag gesteld of het met lichtere maatregelen kon volstaan. Het MSB meent dat dat niet kan.
Allereerst is schending van art. 14.3 in de ledenovereenkomst specifiek als opzeggingsgrond benoemd. Het niet nakomen van andere bepalingen uit de Ledenovereenkomst kunnen slechts tot opzegging leiden na een waarschuwing, maar schending van het concurrentiebeding is in de rechtsverhouding die tussen ons geldt zo ernstig bevonden dat op grond van de overeenkomst niet vooraf hoeft te gaan door een waarschuwing. Die contractuele regeling reflecteert het belang dat het MSB stelt in het voorkomen dat leden met het MSB en de opdrachtgever gaan concurreren.
[…]
De situatie waarin u - voor een uitsluitend door u te bepalen periode - ten behoeve van uw inkomensvoorziening nog met één been in het ziekenhuis staat, maar met uw andere been er al buiten bent en actief naar buiten treedt met CoftoClinics, is ongewenst en onhoudbaar. Uw collega’s hebben dat ook onderkend door vast te stellen dat u niet langer voorzitter van de vakgroep kan zijn.
Daarbij vindt het MSB de ernst van de overtreding zodanig dat die onmiddellijke opzegging rechtvaardigt. Dat schuilt met name in het feit dat de schade die aangebracht wordt blijvend is en met uw voortdurende aanwezigheid alleen maar wordt vergroot. Uw uitingen hebben ervoor gezorgd dat iedereen weet dat u gaat vertrekken en een concurrerend initiatief beoogt te starten. Met u als Lid kan het MSB voorts in goede gemoede richting Zuyderland niet volhouden dat het bijdraagt aan “een in alle opzichten concurrerend zorgaanbod” (art. 2.1 van de Samenwerkingsovereenkomst).
En tevens relevant is een passage in reactie op de brief van [eiser, gedaagde in reconventie] van 28 juli 2017:
Onjuist is de stelling in de brief van uw raadslieden dat de opzegging plaatsvindt tegen de achtergrond van het stranden van de gesprekken met u en uw adviseurs over samenwerking. Het MSB kan – hoe onwelkom ook – niet in alle gevallen voorkomen dat u gedurende uw lidmaatschap plannen maakt en betrokken bent bij de totstandkoming van andere initiatieven. Maar hoe dan ook geldt dat wanneer u met die plannen actief naar buiten treedt met website en brochure, en daarmee concurrenten, verwijzers, patiënten en zorgverzekeraars benadert en/of bereikt, de grens van het toelaatbare is overschreden. De uitholling van het bedrijfsdebiet van het MSB en Zuyderland door openlijk ruchtbaarheid te geven aan de concurrerende plannen en samenwerking te zoeken met concurrenten is niet aanvaardbaar. Van een opdrachtnemer mag verwacht worden dat hij zich volledig inzet voor het belang van zijn opdrachtgever. Dat is ook tot uitdrukking gebracht in artikel 14.2 van de Ledenovereenkomst. U dient echter twee concurrerende belangen, waarbij aan te nemen valt dat u uw eigen belang bij CortoClinics steeds als daar gelegenheid toe is, voorrang zal geven boven het belang van het MSB en Zuyderland als opdrachtgever.
2.13.
De volgende artikelen uit de Ledenovereenkomst zijn van belang.
Artikel 2 Algemene verplichtingen, luidt voor zover relevant:
2.1
Deze Ledenovereenkomst verplicht het Lid en de Medisch Specialist alle verplichtingen die voor ieder van hen voortvloeien uit de Samenwerkingsovereenkomst integraal en onverwijld na le komen.
2.2
Het Lid en de Medisch Specialist stemmen ermee in dat het Ziekenhuis jegens ieder van hen een rechtstreeks beroep kan doen op alle verplichtingen voortvloeiende uit de Samenwerkingsovereenkomst. Deze bepaling dient te worden gézien als een derdenbeding in de zin van artikel 6:253 8W. Het Ziekenhuis aanvaardt dit beding door ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst tussen het MSB en het Ziekenhuis.
Artikel 5 Opzegging, luidt voor zover relevant:
5.1
Het MSB kan de Ledenovereenkomst door opzegging beëindigen:
a. indien het Lid en/of de Medisch Specialist ondanks waarschuwing ernstig in verzuim blijft in de nakoming van deze Ledenovereenkomst en/of de Samenwerkingsovereenkomst;
[…]
e. indien door gebrek aan samenwerking van de Medisch Specialist binnen de onderneming van de Opdrachtgever, het MSB en/of de Vakgroep verdere uitvoering van de Opdracht door het lid bij het MSB redelijkerwijs van het MSB niet kan worden gevergd;
[…]
g. indien het lid en/of de Medisch Specialist de verplichtingen als bedoeld in artikel 14.3 of artikel 15 van deze Ledenovereenkomst niet in acht neemt;
[…]
j. op grond van (overige) omstandigheden, welke van dien aard zijn dat redelijkerwijs van het MSB niet kan worden verlangd de Ledenovereenkomst met het lid ongewijzigd in stand te houden.
[…]
5.4
De opzegging als bedoeld in dit artikel zal bij aangetekend schrijven moeten geschieden met vermelding van de gronden waarop zij berust. Bij deze opzegging zal een termijn van zes maanden in acht worden genomen, tenzij een dringende de andere partij onverwijld mede te delen reden de onmiddellijke beëindiging van de Ledenovereenkomst rechtvaardigt.
[…]
5.6
De Ledenovereenkomst eindigt van rechtswege:
[…]
g. op het moment dat de Medisch Specialist de toegang tot de Opdrachtgever definitief is ontzegd.
Artikel 14 Nevenactiviteiten en concurrentiebeding, luidt voor zover relevant als volgt:
14.1
Partijen houden rekening met elkaars gerechtvaardigde belangen en de continuïteit van de door het MSB verleende en te verlenen zorg.
14.2
Het lid draagt ervoor zorg dat de Medisch Specialist al [de tussen het MSB en het Lid overeengekomen] zijn werkkracht inzet ten behoeve van de uitvoering van de Opdracht en de Medisch Specialist verbindt zich hiertoe ook persoonlijk.
14.3
Het Lid en de Medisch Specialist onthouden zich, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het MSB en met inachtneming van eventuele reeds verstrekte goedkeuringen voor ten tijde van het ondertekenen van de Ledenovereenkomst bestaande participaties, van directe of indirecte participatie in een zorgaanbod binnen of buiten de onderneming van het MSB of een Opdrachtgever dat concurreert met het zorgaanbod van het MSB of een Opdrachtgever. Een zorgaanbod dat buiten het zorgprofiel van de onderneming van de Opdrachtgever valt, wordt geacht niet concurrerend te zijn. In geval van redelijke twijfel over het concurrerend zijn van het zorgaanbod vraagt het Lid, dan wel de Medisch Specialist toestemming als vorenbedoeld. Voor directe of indirecte participatie in een zorgaanbod binnen of buiten de onderneming van een Opdrachtgever dat concurreert met het zorgaanbod van de onderneming van een Opdrachtgever behoeven het Lid en de Medisch Specialist ook toestemming van een Opdrachtgever.
[…]
14.5
In het geval van beëindiging van zijn lidmaatschap van het MSB, zullen het Lid en de Medisch Specialist zich gedurende een periode van twee jaar van directe en indirecte participatie onthouden in een zorgaanbod buiten de onderneming van het MSB of een Opdrachtgever dat concurreert met de overgedragen Opdracht, tenzij Partijen anders overeenkomen. Van concurrentie is in elk geval sprake indien de participatie plaatsvindt binnen een straal van 30 kilometer van een Opdrachtgever. Het lid en de Medisch Specialist zullen gedurende dezelfde periode van twee jaar niet actief werven onder patiënten van een Opdrachtgever. In geval van schending van de verplichting in dit artikel komt de aanspraak op de op grond van artikel 6 betaalde vergoeding te vervallen en betaalt het voormalig Lid en/of de Medisch Specialist deze integraal terug aan (de Leden) van het MSB op de daartoe bestemde rekening. Terugbetaling van de vergoeding ontslaat het voormalig Lid en/of de Medisch Specialist niet van het concurrentieverbod in dit artikel.
2.14.
De volgende artikelen uit de Samenwerkingsovereenkomst zijn van belang.
Artikel 1 - Doel overeenkomst: geïntegreerd aanbod medisch specialistische zorg, luidt voor zover relevant:
6. De Instelling sluit geneeskundige behandelingsovereenkomsten met de patiënten die zich aan de zorg van de instelling toevertrouwen.
[…]
11. De Instelling kan een Lid de toegang tot de instelling ontzeggen, zodra het Lid niet langer lid is van het MSB. Het MSB en de Leden laten zich bij hun werkzaamheden leiden door de op de Instelling rustende wettelijke verplichtingen en de regels die de Instelling vaststelt of heeft vastgesteld omtrent de zorgverlening.
12. Alle Leden zijn gebonden aan de verplichtingen die voor (ieder van) hen te eniger tijd, direct of indirect, mede gelet op het zijn van Vrijgevestigd Lid of Dienstverband-Lid, uit deze Samenwerkingsovereenkomst voortvloeien door ondertekening van de als bijlage aangehechte Ledenovereenkomst. Het MSB draagt er zorg voor dat de Instelling ieder van de Leden rechtstreeks kan en mag aanspreken tot nakoming van alle verplichtingen in deze Samenwerkingsovereenkomst die (direct of Indirect) betrekking hebben op de Leden, door in de Ledenovereenkomst tussen het MSB en het Lid een bepaling op te nemen dat de Instelling jegens het Lid een rechtstreeks beroep kan doen op alle verplichtingen van het Lid (direct of indirect) voortvloeiende uit de Samenwerkingsovereenkomst. Een dergelijke bepaling wordt hierbij door de Instelling aanvaard.
Artikel 2 - Zorgprofiel, productie en prijs, luidst voor zover relevant:
2. De Instelling en het MSB stemmen onderling het zorgaanbod af, waaronder de soorten, aantallen en kwaliteit van te leveren zorgprestaties.
Artikel 14 - Toegangsontzegging, luidt voor zover relevant:
1. De Instelling kan – behoudens in spoedeisende gevallen waarbij overleg niet mogelijk is – na overleg met het bestuur MSB een Lid, of een andere natuurlijke persoon die door het MSB wordt ingezet, de toegang tot de Instelling ontzeggen op grond van omstandigheden van zo ernstige aard of een gegrond vermoeden van zodanige aard dat aanwezigheid van en/of het verrichten van enige werkzaamheid door dat Lid of die andere natuurlijke persoon in de Instelling niet langer kan worden geaccepteerd.
2. De Raad van Bestuur zal het besluit tot toegangsontzegging binnen tweemaal 24 uur na aanzegging (zaterdagen, zondagen en feestdagen niet meegerekend) bij aangetekend schrijven aan het MSB bevestigen onder vermelding van de gronden waarop deze berust.
Artikel 18 - Concurrentiebeding, luidt voor zover relevant als volgt:
1. Het MSB, haar Leden en de Instelling houden rekening met elkaars gerechtvaardigde belangen en de continuïteit van de in het ziekenhuis te verlenen zorg.
2. Het MSB en haar Leden onthouden zich zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Instelling van directe of indirecte participatie in een zorgaanbod dat concurreert met het zorgaanbod van de Instelling (Concurrente Zorg). De huidige inrichting van zorg of gevolgen in de inrichting van zorg, voortvloeiende uit de fusie, worden geacht concurrerend te zijn. Een zorgaanbod dat buiten het door de Instelling vastgestelde Zorgprofiel valt, wordt geacht niet concurrerend te zijn gedurende de periode waarvoor het Zorgprofiel door de Instelling is vastgesteld. In geval van redelijke twijfel over het concurrerend zijn van zorgaanbod vraagt MSB toestemming als hiervoor bedoeld. De Instelling kan aan haar toestemming voorwaarden verbinden en de toestemming verlenen voor een bepaalde termijn.
[…]
4. De Leden onthouden zich van het uitoefenen van nevenfuncties, niet bestaande uit het verlenen van Medisch Specialistische Zorg, indien deze schade kunnen berokkenen aan de Instelling en/of de goede reputatie van de Instelling. In geval van redelijke twijfel overlegt het Lid met het MSB en de instelling. De toestemmingen, welke zijn verleend voor de ondertekening van deze Samenwerkingsovereenkomst, worden gecontinueerd.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser, gedaagde in reconventie] vordert om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
1. het Zuyderland MC met onmiddellijke ingang na het in dezen te wijzen vonnis te gebieden [eiser, gedaagde in reconventie] weer toe te laten tot het ZMC;
2. het Zuyderland MC te gebieden om binnen 24 uur na het in deze te wijzen vonnis een rectificatie te doen uitgaan van haar bericht aan de patiënten onder behandeling van [eiser, gedaagde in reconventie] met de inhoud als door [eiser, gedaagde in reconventie] aangedragen, althans een in goede justitie door u Edelachtbare Voorzieningenrechter te bepalen tekst,
3. MSB met onmiddellijke ingang te gebieden [eiser, gedaagde in reconventie] weer in de gelegenheid te stellen om zijn normale werkzaamheden in het kader van de Ledenovereenkomst uit te voeren;
4. het Zuyderland MC te veroordelen aan [eiser, gedaagde in reconventie] dwangsommen te betalen van € 15.000 per dag in geval van overtreding van het in sub 1 en sub 2 genoemde gebod;
5. MSB te veroordelen aan [eiser, gedaagde in reconventie] dwangsommen te betalen van € 15.000 per dag in geval van overtreding van het in sub 3 genoemde gebod;
6. het Zuyderland MC en MSB hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten conform het geldende liquidatietarief, alsmede Zuyderland MC en MSB hoofdelijk te veroordelen in de nakosten, met bepaling dat Zuyderland MC en MSB de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is vanaf 14 dagen na de dag van het te dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eiser, gedaagde in reconventie] legt – samengevat – aan de vordering het volgende ten grondslag:
a. a) artikel 14 van de Ledenovereenkomst is niet van toepassing tussen [eiser, gedaagde in reconventie] en MSB;
b) [eiser, gedaagde in reconventie] schendt de verplichting uit artikel 14.2, 14.3 en 14.5 van de Ledenovereenkomst niet;
c) [eiser, gedaagde in reconventie] handelt niet in strijd met artikel 18 van de Samenwerkingsovereenkomst juncto artikel 2.2. van de Ledenovereenkomst;
d) Het Ziekenhuis heeft zijn rechten verwerkt ex artikel 6:89 BW;
e) MSB dient de contractuele opzegtermijn van zes maanden in acht te nemen;
f) De maatregelen van het Ziekenhuis zijn disproportioneel.
[eiser, gedaagde in reconventie] stelt spoedeisend belang bij en recht op de gevraagde voorziening te hebben.
3.3.
Ziekenhuis voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
3.4.
Het Ziekenhuis vordert voorwaardelijk, voor het geval één of meer van de vorderingen van [eiser, gedaagde in reconventie] worden toegewezen, om bij vonnis in kort geding:
I. [eiser, gedaagde in reconventie] te gebieden artikel 14.2 van de Ledenovereenkomst na te komen, en als gevolg daarvan voor de duur van zijn werkzaamheden binnen Zuyderland MC:
a. te verbieden contact te hebben met ziekenhuizen of andere aanbieders van medisch specialistische zorg over samenwerking met CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
b. te verbieden contact te hebben met huisartsen, bedrijfsartsen, sportartsen, fysiotherapeuten of organisaties van deze beroepsbeoefenaren over samenwerking met of verwijzing naar CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
c. te verbieden contact te hebben met patiënten over zorgverlening door of samenwerking met CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
d. te verbieden contact te hebben met artsen, verpleegkundigen of andere in de gezondheidszorg werkzame personen over samenwerking met of werkzaamheden voor CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
e. te verbieden contact te hebben met zorgverzekeraars over mogelijke samenwerking met of zorginkoop bij CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
f. te verbieden contact te hebben met banken of andere financiers over mogelijke geldleningen aan of participatie in CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
g. te verbieden anderen opdracht te geven tot of medewerking te verlenen aan anderen bij handelingen in strijd met de onderdelen a tot en met f en
h. te gebieden bestaande opdrachten en medewerkingen als genoemd onder g met onmiddellijke ingang te beëindigen;
II. [eiser, gedaagde in reconventie] te gebieden artikel 14.3 en 14.5 Ledenovereenkomst en artikel 18.2 Samenwerkingsovereenkomst na te komen, en als gevolg daarvan tot twee jaar na het einde van zijn werkzaamheden in Zuyderland MC:
a. te verbieden contact te hebben met ziekenhuizen of andere aanbieders van medisch specialistische zorg gelegen binnen een reisafstand per auto van 60 minuten, althans een in goede justitie te bepalen aantal minuten, van één of meer van de vestigingen van Zuyderland MC over samenwerking met CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
b. te verbieden contact te hebben met huisartsen, bedrijfsartsen, sportartsen, fysiotherapeuten of organisaties van deze beroepsbeoefenaren gevestigd binnen een reisafstand per auto van 60 minuten, althans een in goede justitie te bepalen aantal minuten, van één of meer van de vestigingen van Zuyderland over samenwerking met of verwijzing naar CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
c. te verbieden contact te hebben met patiënten woonachtig binnen een reisafstand per auto van 60 minuten, althans een in goede justitie te bepalen aantal minuten, van één of meer van de vestigingen van Zuyderland MC over zorgverlening door of samenwerking met CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
d. te verbieden contact te hebben met artsen, verpleegkundigen of andere in de gezondheidszorg werkzame personen die binnen een reisafstand per auto van 60 minuten, althans een in goede justitie te bepalen aantal minuten, van één of meer van de vestigingen van Zuyderland MC werkzaam zijn over werkzaamheden voor of samenwerking met CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
e. te verbieden contact te hebben met zorgverzekeraars over mogelijke samenwerking met of zorginkoop bij CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg,
f. te gebieden de toelating van CortoClinics op grond van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi) onverwijld te doen intrekken en niet opnieuw een toelating voor CortoClinics of enig ander initiatief voor orthopedische zorg aan te vragen,
g. te gebieden de website www.cortoclinics.com met onmiddellijke ingang van het internet te verwijderen en verwijderd te houden,
h. te verbieden uitingen te doen, in welke vorm dan ook, met gebruikmaking van de aanduiding ‘CortoClinics’,
i. te verbieden anderen opdracht te geven tot of medewerking te verlenen aan anderen bij handelingen in strijd met de onderdelen a tot en met h en
j. te gebieden bestaande opdrachten en medewerkingen als genoemd onder i met onmiddellijke ingang te beëindigen;
III. te bepalen dat [eiser, gedaagde in reconventie] bij overtreding van één of meer van de onder I of II bedoelde bevelen een direct opeisbare dwangsom verbeurt van € 15.000 per dag dat de overtreding voortduurt en te bepalen dat [eiser, gedaagde in reconventie] hoofdelijk aansprakelijk is voor de voldoening van deze dwangsom;
IV. [eiser, gedaagde in reconventie] te gebieden binnen twee weken na het te dezen wijzen vonnis aan alle in vordering II bedoelde ziekenhuizen, huisartsen, bedrijfsartsen, sportartsen, fysiotherapeuten, organisaties van deze beroepsbeoefenaren, patiënten en zorgverzekeraars met wie hij contact heeft gehad in verband met CortoClinics een door hem te ondertekenen brief te zenden met de volgende tekst:
“De voorzieningenrechter in de Rechtbank Limburg heeft mij op [datum vonnis] verboden tot twee jaar na het einde van mijn werkzaamheden in Zuyderland Medisch Centrum activiteiten te ontplooien die met Zuyderland concurreren.
Dit betekent dat ik de voorbereidingen voor CortoClinics, waarover wij contact hebben gehad, met onmiddellijke ingang beëindig. Ik zal die voorbereidingen niet eerder dan na het einde van de genoemde termijn opnieuw starten.”
V. te bepalen dat [eiser, gedaagde in reconventie] bij overtreding van het onder IV genoemde bevel een dwangsom verbeurt van € 15.000 per organisatie of persoon waaraan hij de bevolen brief niet of niet tijdig heeft verzonden;
VI. [eiser, gedaagde in reconventie] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding in reconventie, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het te dezen te wijzen vonnis en te vermeerderen met de wettelijke rente over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
VII. te bepalen dat de veroordelingen onder 1 tot en met VI uitvoerbaar bij voorraad zullen zijn.
3.5.
Het Ziekenhuis legt het volgende aan de voorwaardelijke vordering ten grondslag. [eiser, gedaagde in reconventie] is op grond van de Samenwerkingsovereenkomst en de Ledenovereenkomst verplicht zich te onthouden van concurrerende activiteiten en hij is gehouden al zijn werkkracht in te zetten gedurende de werkzaamheden in Zuyderland MC. Het Ziekenhuis kan [eiser, gedaagde in reconventie] gedurende zijn werkzaamheden en tot twee jaar na beëindiging daarvan houden aan het verbod van directe of indirecte participatie in zorgaanbod dat concurreert met dat van het Ziekenhuis, in ieder geval als dat binnen een straal van 30 kilometer, en op basis van economisch onderzoek in een straal van 60 reisminuten per auto, van een vestiging van Zuyderland MC plaatsvindt.
3.6.
[eiser, gedaagde in reconventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
De spoedeisendheid vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.2.
[eiser, gedaagde in reconventie] stelt zich op het standpunt dat het Ziekenhuis zich niet op artikel 14 van de Ledenovereenkomst kan beroepen, omdat [eiser, gedaagde in reconventie] bij ondertekening uitdrukkelijk heeft verklaard door middel van een aantekening op de getekende exemplaren dat die bepaling niet van toepassing is.
4.3.
De voorzieningenrechter kan [eiser, gedaagde in reconventie] daarin niet volgen. Het Ziekenhuis heeft bij conclusie van antwoord uiteengezet op welke wijze de ondertekening van de ledenovereenkomsten in zijn werk is gegaan en dat de medisch specialisten hun handtekening pas hebben gezet nádat F. Stals namens MSB had ondertekend. Opmerkingen of voorbehouden die door de medisch specialist op zijn individuele Ledenovereenkomst zijn aangebracht maken daarom geen deel uit van hetgeen is overeengekomen. [eiser, gedaagde in reconventie] heeft dat standpunt ter [eiser, gedaagde in reconventie] gedingzitting niet meer inhoudelijk betwist. De voorzieningenrechter gaat er dan ook vanuit dat artikel 14 van de Ledenovereenkomst onverkort gelding heeft.
4.4.
De voorzieningenrechter dient de vraag te beantwoorden of naar haar oordeel de rechter in een bodemprocedure tot het oordeel zal komen dat [eiser, gedaagde in reconventie] op de juiste grond de toegang is ontzegd en of de Ledenovereenkomst op de juiste gronden per direct is opgezegd.
De vraag die daarbij beantwoord moet worden is of [eiser, gedaagde in reconventie] met zijn kliniek voor knie- en heupaandoeningen i.o. concurrerend in het zorgprofiel van Zuyderland MC treedt. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat deze vraag positief moet worden beantwoord.
4.5.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de Ledenovereenkomst in hoge mate het karakter draagt van een overeenkomst waarbij de ene partij – in casu de medisch specialist – niet individueel heeft kunnen onderhandelen, zodat bij de uitleg van de overeenkomst niet de bedoeling van partijen als uitgangspunt genomen moet worden, maar de CAO-norm van toepassing is. Met de CAO-norm wordt gedoeld op een objectieve uitleg van documenten. Deze uitleg richt zich niet alleen op de tekst van het document, maar kan ook naar andere factoren wijzen mits deze maar objectief zijn vast te stellen.
4.6.
[eiser, gedaagde in reconventie] dient zich – kort gezegd – op grond van artikel 14.3 van de Ledenovereenkomst te onthouden van directe of indirecte participatie in een zorgaanbod dat concurreert met MSB of het Zuyderland MC, tenzij voor een dergelijk initiatief toestemming is verkregen van MSB. Ook op grond van artikel 18.2 van de Samenwerkingsovereenkomst dient [eiser, gedaagde in reconventie] als lid van MSB zich te onthouden van directe of indirecte participatie in een zorgaanbod dat concurreert met het zorgaanbod van de opdrachtgever, het Zuyderland MC.
4.7.
Zorgaanbod dat binnen het zorgprofiel van het Zuyderland MC valt, wordt in de Samenwerkingsovereenkomst aangemerkt als concurrent.
De term zorgprofiel wordt in de Samenwerkingsovereenkomst gedefinieerd als (pagina 4 van 17): “het zorgaanbod van het ziekenhuis, waarover het op de zorginkoopmarkt met zorgverzekeraars in onderhandeling treedt.”
4.8.
Uit de brief 31 juli 2017van Zuyderland MC blijkt dat [eiser, gedaagde in reconventie] niet alleen een vennootschap waarin de activiteiten van het door [eiser, gedaagde in reconventie] te leiden zelfstandig behandelcentrum op het gebied van knie- en heupaandoeningen heeft opgericht, maar dat hij ook al een WTZi-vergunning heeft. De voorzieningenrechter begrijpt de stellingen van het Ziekenhuis zo dat [eiser, gedaagde in reconventie] daardoor in staat is om al met zorgverzekeraars te onderhandelen en eventueel contracten af te sluiten en dat daarmee concurrentie een feit is.
4.9.
Tijdens het gesprek op 7 juli 2017 tussen vertegenwoordigers van het Ziekenhuis en [eiser, gedaagde in reconventie] is hem te kennen gegeven dat er niet op zijn voorwaarden met hem kon worden gekomen tot een samenwerking. Daarmee is als het ware door het Ziekenhuis een streep getrokken. [eiser, gedaagde in reconventie] had naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dat moment al kunnen en ook behoren te begrijpen dat MSB geen toestemming verleende voor verdere ontwikkeling van CortoClinics en dat dit consequenties zou kunnen hebben inzake het oordeel over de vraag of er sprake van was dat [eiser, gedaagde in reconventie] het Ziekenhuis concurrentie aandeed. Niet betwist is immers door [eiser, gedaagde in reconventie] ter kort gedingzitting de opmerking van Sterk dat over het concurrentiebeding op 7 juli 2017 opmerkingen zijn gemaakt.
Desondanks is [eiser, gedaagde in reconventie] voortgegaan met het initiatief. Zijn adviseur heeft immers op 13 juli 2017 nog eens een e-mail gestuurd aan het Ziekenhuis en de vakgroep met een rappel om te antwoorden op vragen over participatie en samenwerking op medisch gebied en ter zake onderzoek en ontwikkeling die hij eerder had voorgelegd.
4.10.
Vast staat dat [eiser, gedaagde in reconventie] – na een aanvankelijke positieve grondhouding van het Ziekenhuis – op 7 juli 2017 moest begrijpen dat hij geen toestemming van het Ziekenhuis had om zijn initiatief verder te ontwikkelen. Hij weigerde immers de vakgroep of het Ziekenhuis enige daadwerkelijke zeggenschap te geven in CortoClinics. Dat [eiser, gedaagde in reconventie] ná 7 juli 2017 het Ziekenhuis op dat punt een realistische opening heeft geboden, is onvoldoende gebleken. Nu moet worden beoordeeld of het initiatief van [eiser, gedaagde in reconventie] als concurrerend is te beschouwen in die zin dat het Ziekenhuis last heeft van deze activiteiten in haar zorgprofiel.
4.11.
Het Ziekenhuis stelt dat [eiser, gedaagde in reconventie] op allerlei wijzen publiciteit maakt en professionele contacten legt die er op wijzen dat hij met een product dat het Ziekenhuis ook aanbiedt, namelijk orthopedische zorg inzake knie- en heupaandoeningen, op termijn – waarschijnlijk in de loop van 2018 – op de markt zal komen. Ketenpartners, patiënten, zorgverzekeraars en concurrenten van het Ziekenhuis kennen inmiddels door de website en de professionele brochure zijn initiatief en het Ziekenhuis bemerkt intern en extern onrust. Het Ziekenhuis stelt dat haar positie op het gebied van orthopedie wordt ondermijnd door het initiatief van [eiser, gedaagde in reconventie] , omdat interne en externe partijen een vragende of afwachtende houding (kunnen) aannemen.
4.12.
[eiser, gedaagde in reconventie] stelt dat hij nog geen daadwerkelijk zorgaanbod heeft, omdat CortoClinics nog geen zorgproducten aanbiedt. CortoClinics is nog niet operationeel, de website is “under construction” en contacten met het MUMC richten zich slechts tot een daaraan verbonden hoogleraar. De opgestelde brochure is niet aangeboden aan de Raad van Bestuur van het MUMC. [eiser, gedaagde in reconventie] stelt dat dit contact slechts is gelegd, omdat verzekeraars een achterwacht eisen en het MUMC als nationaal verwijscentrum geldt voor heup- en knierevisie en prothese-infecties.
4.13.
Voor zover de stellingen van [eiser, gedaagde in reconventie] zo moeten worden begrepen dat hij niet in het zorgprofiel treedt, omdat hij nog geen zorgproducten aanbiedt en dat ook niet kan, omdat hij nog geen fysieke behandellocatie heeft, wordt dit gepasseerd, omdat naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter van concurrentie als bedoeld in artikel 14.3 van de Ledenovereenkomst sprake is als in het zorgprofiel van Zuyderland MC wordt getreden. De WTZi-vergunning maakt dit reeds nu al mogelijk en [eiser, gedaagde in reconventie] heeft niet betwist dat hij al daadwerkelijk in gesprek is met zorgverzekeraars.
Uit feiten als het in de lucht brengen van een website, het uitgeven van brochures voor professionals en hetleggen van contacten met een of meerdere ziekenhuizen, mocht het Ziekenhuis naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook opmaken dat [eiser, gedaagde in reconventie] zich niets gelegen liet liggen aan hetgeen op 7 juli 2017 was besproken noch aan de belangen van het Ziekenhuis.
4.14.
[eiser, gedaagde in reconventie] heeft een aantal medisch specialisten met naam en toenaam genoemd die activiteiten hebben of bedrijven runnen die ook in het zorgaanbod van het Ziekenhuis vallen. Hij merkt op dat met twee maten wordt gemeten, als het om initiatieven als het zijne gaat: zijn initiatief CortoClinics is nog niet eens actief en wordt al als concurrerend beschouwd.
Het Ziekenhuis heeft ter zitting van elk van deze initiatieven aangegeven dat er ofwel voorafgaande goedkeuring of toestemming was voor de activiteiten, ofwel dat de (bedrijfsmatige) activiteiten niet als concurrerend worden beschouwd, bijvoorbeeld omdat ze in de eerste lijn plaatsvinden. Ook zijn met enkele van deze medisch specialisten vaststellingsovereenkomsten gesloten ter beslechting van een geschil. Voor zover er foldermateriaal van een van deze initiatieven in het Zuyderland MC wordt aangetroffen, gaat het om een initiatief met betrekking tot sporters en sportblessures, waarvan doorverwijzing plaatsvindt en behandeling in het Zuyderland MC.
[eiser, gedaagde in reconventie] heeft de door het Ziekenhuis naar voren gebrachte argumentatie ter kort gedingzitting niet meer betwist, zodat dit verweer wordt verworpen.
4.15.
Op grond van artikel 5.4 van de Ledenovereenkomst kan in geval van een dringende reden de onmiddellijke beëindiging van de Ledenovereenkomst door MSB gerechtvaardigd zijn. Op grond van artikel 14 van de Samenwerkingsovereenkomst kan het Zuyderland MC een medisch specialist de toegang ontzeggen op grond van omstandigheden van zo ernstige aard of gegrond vermoeden van zodanige aard dat de aanwezigheid of het verrichten van enige arbeid niet langer kan worden geaccepteerd.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat van dergelijke omstandigheden dan wel vermoedens bij het Ziekenhuis terecht sprake was, omdat uit de gedragingen van [eiser, gedaagde in reconventie] opgemaakt kon en mocht worden dat hij zich niets gelegen liet liggen aan het concurrentiebeding.
4.16.
De onmiddellijke toegangsontzegging op 27 juli 2017 moet naar het oordeel van de voorzieningenrechter voor niet onredelijk worden gehouden, omdat door het Zuyderland MC niet uitgesloten kon worden dat [eiser, gedaagde in reconventie] door de brief van MSB terzake het voornemen tot opzegging van de Ledenovereenkomst met [eiser, gedaagde in reconventie] zodanig geëmotioneerd zou kunnen zijn dat de patiëntenveiligheid niet op een andere manier dan door ontzegging gewaarborgd kon worden. Dat [eiser, gedaagde in reconventie] na ontvangst van de brief had gewerkt en ook contact met patiënten had gehad, doet daar niet aan af. Voor vrijdag 28 juli 2017 stonden immers operaties gepland, die van andere orde moeten worden geacht dan patiëntgesprekken.
4.17.
Uit de brief van 31 juli 2017 van het Zuyderland MC aan MSB inzake de onderbouwing van de toegangsontzegging blijkt dat deze ontzegging definitief is en niet slechts beperkt is tot 28 juli 2017. Ter kort geding zitting is door Sterk toegelicht dat uit de reactie van 28 juli 2017 van de gemachtigden van [eiser, gedaagde in reconventie] is geconcludeerd dat er geen ruimte meer was om tot een minnelijke oplossing te komen, omdat de standpunten diametraal tegenover elkaar stonden.
Het feit dat [eiser, gedaagde in reconventie] definitief de toegang is ontzegd, is naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter op grond van artikel 5.6 aanhef en sub g van de Ledenovereenkomst voldoende reden om een beëindiging van de Ledenovereenkomst van rechtswege aan te nemen, in ieder geval is het een voldoende dringende reden om op grond van artikel 5.4 van de Ledenovereenkomst de onmiddellijke opzegging van de Ledenovereenkomst te rechtvaardigen.
4.18.
Op grond van het bovenstaande is het Ziekenhuis op goede gronden tot de toegangsontzegging overgegaan en is MSB op goede gronden tot opzegging van de Ledenovereenkomst overgegaan. Er is door [eiser, gedaagde in reconventie] geen overtuigend argument naar voren gebracht op grond waarvan desondanks toch geoordeeld moet worden dat de bodemrechter anders zal oordelen en een maatregel als gevorderd op zijn plaats moet worden geacht. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.19.
[eiser, gedaagde in reconventie] zal als de in conventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van het Ziekenhuis. Deze worden begroot op € 1.434,00 (€ 618,00 griffierecht en € 816,00 salaris advocaat). De rente en nakosten worden toegewezen als in het dictum.
in voorwaardelijke reconventie
4.20.
Nu de vorderingen in conventie integraal zijn afgewezen, komt de voorzieningenrechter niet meer toe aan de eis in voorwaardelijke reconventie.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser, gedaagde in reconventie] in de kosten van het geding aan de zijde van het Ziekenhuis begroot op € 1.434,00, vermeerderd met de nakosten ad € 131,00 indien slechts aanschrijving en geen betekening van dit vonnis plaatsvindt, en ad € 199,00, indien betekening van dit vonnis plaatsvindt, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, indien niet binnen veertien dagen na betekening aan dit vonnis is betaald, tot aan de dag der algehele betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad wat betreft de kostenveroordeling
van 5.2.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB