ECLI:NL:RBLIM:2017:9531

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 oktober 2017
Publicatiedatum
3 oktober 2017
Zaaknummer
03/008145-97
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde met het syndroom van Asperger en verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling

Op 3 oktober 2017 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde, hierna te noemen [naam verdachte]. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de TBS met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank oordeelt dat het van belang is om het zelfstandig wonen van [naam verdachte] te blijven volgen en zicht te houden op zijn resocialisatietraject. De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam verdachte] gediagnosticeerd is met het syndroom van Asperger en een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische kenmerken. Hij woont sinds 1 mei 2017 zelfstandig in Nijmegen, maar heeft momenteel geen werk of gestructureerde dagbesteding, wat als een risico voor recidive wordt gezien.

De rechtbank heeft de procesgang en de eerdere beslissingen in de zaak in overweging genomen, waaronder een eerdere verlenging van de TBS op 27 september 2016. De officier van justitie heeft benadrukt dat er nog steeds gevaar voor de veiligheid van anderen bestaat, en dat de verlenging van de TBS noodzakelijk is. [naam verdachte] heeft aangegeven in te stemmen met de verlenging en het streven naar proefverlof. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS eist, en dat het belangrijk is om de ontwikkelingen in de resocialisatie van [naam verdachte] te blijven volgen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d, 38e van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 509o, 509t van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/008145-97 (vordering verlenging TBS)
Datum uitspraak : 3 oktober 2017
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
De vordering houdt in dat de rechtbank beslist op de op 3 augustus 2017 ter griffie van de rechtbank ingekomen vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van
[naam verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adres verdachte] ,
hierna te noemen [naam verdachte] .
Raadsman is mr. L.E.M. Hendriks, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de vordering van de officier van justitie d.d. 3 augustus 2017;
  • het verlengingsadvies van [naam psychiater] , plv. hoofd van de inrichting, psychiater, en drs. [naam coördinator] , behandelcoördinator, verbonden aan de inrichting waar [naam verdachte] verblijft, d.d. 4 juli 2017;
  • de beslissing van rechtbank Limburg d.d. 27 september 2016, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar is verlengd;
  • een arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 2 mei 2001, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege aan [naam verdachte] is opgelegd;
  • het persoonsdossier van [naam verdachte] .
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met verpleging van overheidswege zal verlengen voor de duur van één jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 2 mei 2001 is [naam verdachte] ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van moord, terwijl de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde delict betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 8 september 2004.
De terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank
d.d. 27 september 2016 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 19 september 2017. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [naam verdachte] , zijn raadsman en drs. [naam coördinator] , behandelcoördinator bij de [naam stichting] .

3.Het standpunt van de inrichting

In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
[naam verdachte] is gediagnosticeerd met het syndroom van Asperger, in combinatie met een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische kenmerken en er was sprake van verslavingsgevoeligheid.
Sinds 1 mei 2017 woont [naam verdachte] zelfstandig in een appartement in een rustige woonwijk in Nijmegen. Omdat [naam verdachte] in de omgang een moeilijke man is heeft de kliniek al een aantal jaren op een laag pitje contact met de reclassering, die bij elke stap betrokken is en meedenkt. Als het zelfstandig wonen goed verloopt zal de reclassering over een aantal maanden gevraagd worden om een adviesrapport voor proefverlof uit te brengen. Tegen de tijd dat proefverlof wordt aangevraagd, zal ook contact worden gelegd met het Forfact-team van [naam kliniek] , de forensische polikliniek van de [naam stichting] . De relatie met de kliniek kan dan komend jaar grotendeels losgelaten worden. De toekomstige begeleiders van [naam verdachte] moeten zorgvuldig worden gekozen, aangezien een goede match tussen hem en zijn hulpverleners essentieel is voor het welslagen van het traject. Het is daarom van belang om de reclassering ruimschoots de tijd te geven om te leren omgaan met de complexe manier van interacteren van [naam verdachte] .
In het algemeen wordt het hebben van werk of andere vormen van gestructureerde dagbesteding gezien als beschermende factor tegen recidive. [naam verdachte] heeft momenteel geen werk of andere gestructureerde dagbesteding. Steeds is gebleken dat hij in dergelijke situaties in aanvaring komt met anderen, waarna hij zijn activiteiten moet staken. In afgelopen periode is zichtbaar geworden dat hij zonder werk of gestructureerde dagbesteding zelf voldoende structuur in zijn leven weet aan te brengen.
Binnen het dwingende kader van de TBS zijn de risico’s laag tot matig. Bij voorwaardelijke beëindiging van de TBS met dwangverpleging wordt het risico als hoog geschat, omdat een kader waarin de problematiek van [naam verdachte] zo min mogelijk geactiveerd wordt, ontbreekt. Bij voorwaardelijke beëindiging zou [naam verdachte] geconfronteerd kunnen worden met situaties die hij nauwelijks kan hanteren en zich moeten verhouden tot bijvoorbeeld de reclassering of andere nieuwe instanties waar hij mee te maken krijgt. Dat zou hem ruimschoots overvragen. Bij beëindiging van de TBS met dwangverpleging wordt het risico op terugval in crimineel gewelddadig gedrag als hoog ingeschat.
Gezien zijn beperkingen in de sociale interactie en zijn moeite met veranderingen blijft het van belang dat de resocialisatie geleidelijk verloopt.
Conclusie is dat zijn autistiforme problematiek nog aanwezig is en als belangrijkste risicofactor gezien wordt. Andere aspecten van zijn stoornis zijn in de loop der jaren meer naar de achtergrond gedrongen. Geconcludeerd wordt dat het met name de stoornis van Asperger is waardoor [naam verdachte] nu en in de toekomst in delict gerelateerde problemen kan komen.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met één jaar.
Ter zitting heeft deskundige [naam coördinator] – zakelijk weergegeven – onder meer verklaard dat [naam verdachte] zelfstandig woont in het kader van transmuraal verlof en dat er voor hem niet naar enige vorm van dagbesteding is gezocht, omdat prikkels en interactie met derden juist moeten worden beperkt. Het rustig in zijn eigen leefomgeving verblijven, zonder te veel prikkels van buitenaf, maakt dat [naam verdachte] op dit moment – zonder dat op dit moment sprake is van enige vorm van dagbesteding - goed functioneert. Zodra extern een begeleider is gevonden waarmee [naam verdachte] goed overweg kan, zal de relatie met de kliniek grotendeels worden logelaten en dan kan volgend jaar eventueel over een voorwaardelijke beëindiging worden gesproken.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Er is nog steeds sprake van gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en daarom is nog steeds vereist dat de TBS van [naam verdachte] wordt verlengd. Hoewel het recidiverisico binnen de huidige context laag wordt geschat, heeft de kliniek geconcludeerd dat indien het TBS kader wegvalt, er een toename zal zijn van spanningen en agressie, die zouden kunnen leiden tot gewelddadig gedrag. Over één jaar kan wellicht worden bekeken of een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling aan de orde is.

5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

[naam verdachte] heeft verklaard dat hij het eens is met een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en met het streven om komend jaar proefverlof te realiseren.
De raadsman heeft aangevoerd dat hij zich niet zal verzetten tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. Hij acht het noodzakelijk dat de rechtbank een vinger aan de pols houdt, nu het streven is om komend jaar het proefverlof te realiseren.

6.De beoordeling

De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling ingediend binnen de daarvoor in artikel 509o, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn. De officier van justitie is derhalve ontvankelijk in zijn vordering.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank dient te beoordelen of het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen nog steeds vereist dat de TBS van [naam verdachte] wordt verlengd.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige [naam coördinator] , optredende namens voormelde inrichting om de TBS te verlengen. Uit het verlengingsadvies volgt dat er bij [naam verdachte] sprake is van het syndroom van Asperger en van een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische kenmerken en dat er sprake was van verslavingsgevoeligheid.
Bij het wegvallen van de huidige structuur en bij beëindiging van de terbeschikkingstelling is de inschatting dat het recidiverisico hoog is. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege eist.
De rechtbank neemt in aanmerking dat uit het verlengingsadvies van de inrichting volgt dat [naam verdachte] een goede start heeft gemaakt in zijn appartement, maar dat het nog te vroeg is om te constateren dat het zelfstandig wonen daar op dezelfde manier zal verlopen als het eerdere transmurale verlof bij [M.] . Gezien zijn beperkingen in de sociale interactie en zijn moeite met verandering is het van belang dat dit proces geleidelijk verloopt en dat stapsgewijs wordt toegewerkt naar een geslaagde resocialisatie. Daarin past het voornemen van de kliniek om komend jaar proefverlof te realiseren.
De rechtbank acht het van belang deze ontwikkelingen te blijven volgen en zicht te blijven houden op het verloop van het resocialisatietraject en is daarom van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar geïndiceerd is.

7.Wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 38d, 38e van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 509o, 509t van het Wetboek van Strafvordering.

8.De beslissing

De rechtbank:
-
verlengtde termijn gedurende welke [naam verdachte] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulenmeester, voorzitter,
mr. C.M. Nollen en mr. J.M.G. Gunsing, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. N.M.J.G.A. van Hinsberg, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op
3 oktober 2017.
Buiten staat
Mr. J.M.G. Gunsing is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/008145-97 (vordering verlenging TBS)
Proces-verbaal van de openbare zitting van 3 oktober 2017 in de zaak tegen:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adres verdachte] ,
hierna te noemen [naam verdachte] .
Raadsman is mr. L.E.M. Hendriks, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
Driessen is wel/niet in de zittingzaal aanwezig. Tijdens de zitting van 19 september 2017 heeft hij afstand gedaan van zijn recht in persoon bij de uitspraak aanwezig te zijn.
De rechter spreekt de beslissing uit en deelt Driessen mede dat hij binnen veertien dagen na betekening van deze beslissing beroep kan instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.