Uitspraak
6.Ten aanzien van het beroep overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
11.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft eiser op 12 juli 2018 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas verzocht om handhavend op te treden tegen de bouw van recreatiewoningen op recreatiepark De Stille Wille. Daarnaast heeft eiser op 4 september 2018 een verzoek ingediend om handhaving tegen de bomenkap op hetzelfde park. Het college heeft het verzoek betreffende de bomenkap doorgezonden aan verweerder, die het op 28 september 2018 ontving. Eiser heeft op 19 september 2018 beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om het kappen van bomen en de bouw van recreatiewoningen stil te leggen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het beroepschrift wel melding maakt van het handhavingsverzoek tegen de bouw van recreatiewoningen, maar dat eiser de overschrijding van de beslistermijn enkel relateert aan het handhavingsverzoek voor de bomenkap. Hierdoor ontbreekt de noodzakelijke materiële connexiteit voor het verzoek tot voorlopige voorziening met betrekking tot de recreatiewoningen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot voorlopige voorziening voor dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaard.
Wat betreft het verzoek om voorlopige voorziening tegen de bomenkap, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat nader onderzoek niet zal bijdragen aan de beoordeling. Op basis van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de voorzieningenrechter niet alleen uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep. Het beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat niet voldaan was aan de voorwaarden voor het indienen van een beroepschrift tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De voorzieningenrechter heeft ook het verzoek om voorlopige voorziening voor de bomenkap afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.