Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
22 juli 2018 een rapport uitgebracht. De deskundige concludeert dat verdachte lijdt aan een lichte verstandelijke ontwikkelingsstoornis. Daarnaast is sprake van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling en is mogelijk sprake van ADHD. Verdachte heeft een gebrekkig functionerend geweten, is opportunistisch en gericht op de onmiddellijke bevrediging van zijn behoeftes. Deze factoren hebben ook een rol gespeeld bij het tot stand komen van het tenlastegelegde. Door zijn verstandelijke ontwikkelingsstoornis en eventueel ADHD kan betrokkene impulsief handelen en is hij minder dan een andere 18-jarige, in staat de vermoedelijke gevolgen van zijn gedrag te overzien. Het tenlastegelegde is echter niet impulsief gepleegd. Er zat een aantal uren tussen het idee om het tenlastegelegde te gaan plegen en uitvoering ervan. Ook was het tenlastegelegde goed voorbereid. Verdachte was en is door de antisociale trekken in zijn nog niet volledig uitgerijpte persoonlijkheid niet zo geïnteresseerd in de gevolgen daarvan voor het slachtoffer. Het is dus niet dat hij de gevolgen niet kón overzien, maar dat de gevolgen hem niet voldoende interesseerden om een andere keuze te maken. Daar de verstandelijke ontwikkelingsstoornis en eventueel de ADHD hem niet belemmeren in zijn keuzevrijheid ten tijde van het tenlastegelegde, adviseert de deskundige hem het tenlastegelegde - indien bewezen - volledig toe te rekenen.
6.De straf en/of de maatregel
10 dagen jeugddetentie. Tevens wordt opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis gevorderd.
180 dagen dient te worden opgelegd, waarvan 124 dagen voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van 2 jaar. Enerzijds wordt de verdachte hierdoor geconfronteerd met de ernst van het bewezenverklaarde en anderzijds fungeert de forse voorwaardelijke straf als stok achter de deur om hem er van te weerhouden in de toekomst weer strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal naast de algemene voorwaarden als bijzondere voorwaarden bepalen dat de verdachte zich gedurende de proeftijd op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de Stichting Bureau Jeugdzorg, afdeling jeugdreclassering, zo vaak en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht, waarvan de eerste zes maanden in het kader van het ITB HKA traject. Daarnaast moet de verdachte meewerken aan psychodiagnostiek en aan huisarrest indien en zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.3 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde het einde van een
stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
meldtbij de gecertificeerde instelling
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, afdeling jeugdreclassering, op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
eerste 6 maanden van de proeftijdmeewerkt aan het
ITB HKA-
aan huisarrestindien en zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht dit;
taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 170 uren;
85 dagen;
taakstraf in de vorm van een leerstraf, te weten Tools4U Regulier, voor de duur van 20 uren;
10 dagen;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
[benadeelde partij], wonende te Tilburg, te betalen
€ 1.114,47, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 29 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
kostendoor de benadeelde partij in het kader van deze
proceduregemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op
€ 300,00;
verplichtingop tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde partij] , van
€ 1.114,47,bij niet betaling en verhaal te vervangen door
10 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 29 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
13 november 2018.