Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
- wijst het verzoek tot verschoning toe;
- beveelt onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de rechter en aan partijen.
Rechtbank Limburg
Op 22 november 2018 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beslissing genomen in een verzoek tot verschoning van mr. K.J.H. Hoofs, rechter in de rechtbank Limburg. Het verzoek tot verschoning werd ingediend op 6 november 2018, naar aanleiding van een situatie die zich voordeed op 3 november 2018, waarbij de rechter in haar privésituatie in contact kwam met de gedaagde partij in een civiele procedure die zij behandelde. De rechter had op 3 september 2018 een comparitie gehad met deze gedaagde partij en er was een vervolg gepland op 19 februari 2019. Om de schijn van partijdigheid te vermijden, verzocht de rechter om haar verschoning in de zaak met zaaknummer 247622/HA ZA 18-149.
De verschoningskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de wettelijke criteria. Het uitgangspunt is dat een rechter geacht wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een vermoeden van vooringenomenheid rechtvaardigen. De verschoningskamer concludeerde dat de rechter terecht had verzocht om verschoning, gezien de omstandigheden die zij had uiteengezet. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning dan ook toegewezen en de beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. M.J.W.D. Janssen.