Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 oktober 2018 met producties, gericht tegen gemeente Maastricht, die vrijwillig is verschenen (dagvaarding I)
- de dagvaarding van 19 oktober 2018 met producties, gericht tegen het SSC-ZL, dat vrijwillig is verschenen (dagvaarding II)
- het verweerschrift van 9 november 2018 van de gemeente Maastricht en SSC-ZL
- de brief van 6 november 2018 van mr. Van Duren met productielijsten A, B, C en D
- de brief van 9 november 2018 van mr. Chinnoe met aanvullende producties
- de mondelinge behandeling van 12 november 2018, met de pleitnota van
2.De feiten
“Nadat de GO overleggen zijn afgerond zal er binnen 4 weken een collectieve ledenraadpleging georganiseerd worden”.
Er volgt een formele erkenning op intranet over integriteit in het SSC-ZL dossier. alsmede een rectificatie over de vermeende disloyaliteit. Voorstel is om deze berichtgeving samen met de OR en de heer [naam 1] op te pakken. De werknemersdelegatie zal het gewraakte artikel inzake de gemiste opbrengst van € 240.000,00 naar de burgemeester en gemeentesecretaris sturen.
De uitgangspunten worden gerespecteerd die in het SER-rapport over goede medezeggenschap zijn opgenomen.
De burgemeester brengt een advies in over de verantwoordelijkheid voor de portefeuille personeel. Dit advies zal worden meegenomen in het overdrachtsdocument naar de nieuwe raad.”
- een halve dag verlof in het kader van het teamuitje
- de werkgeversbijdrage voor de personeelsvereniging
iedereen die (mogelijk) in de huidige scope valt om over te gaan naar het SSC-ZL” (productie B18).
3.Het geschil
4.De beoordeling
onderhandelingsresultaatmet betrekking tot het Sociaal Plan is bereikt wanneer binnen het GO tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatie een akkoord is bereikt over de tekst van het document, dat zich leent voor voorlegging aan de achterban. Hetzelfde geldt voor het BGO met betrekking tot het Afsprakenkader en de Overgangsregeling.
onderhandelingsresultaatis bereikt over de inhoud van het Afsprakenkader en de Overgangsregeling, dat zal worden voorgelegd aan de achterban (zie 2.6). Dat laatste “als de rugzakjes lokaal geregeld zijn”, dat wil zeggen: nadat binnen het GO van de drie gemeenten afzonderlijk overeenstemming is bereikt over de sociaal plannen. Ook als die afzonderlijke overeenstemming (met name met de gemeente Maastricht) niet is bereikt, waarover hierna onder 4.4.2, heeft te gelden dat met betrekking tot het Afsprakenkader en Overgangsregeling sprake was van een onderhandelingsresultaat. Partijen bij de onderhandelingen, de werknemersdelegatie en de werkgeversdelegatie, waren het immers over inhoud van deze regelingen eens.
onderhandelingsresultaatis dat ter stemming aan de leden wordt voorgelegd. Aan de kwalificatie van deze overeenstemming in het GO als onderhandelingsresultaat doet niet af dat (volgens de vakbonden thans) nog de drie voorwaarden (zie 2.8) moesten worden vervuld en de twee punten (zie 2.9) moesten worden toegevoegd. De drie voorwaarden betreffen niet de inhoud van het Sociaal Plan maar zijn wensen - eisen zelfs - van de vakbonden met betrekking tot de erkenning door de gemeente van een integriteitsschending, het gedrag bij toekomstige onderhandelingen, en de verantwoordelijkheid voor de portefeuille personeel binnen de gemeente. De instemming (door de werknemersdelegatie) met een arbeidsvoorwaardelijke regeling zoals het Sociaal Plan kan echter in redelijkheid niet afhankelijk worden gesteld van de voldoening door de gemeente aan deze eisen, zo oordeelt de voorzieningenrechter voorshands.
akkoordis pas sprake als de achterban met het onderhandelingsresultaat instemt, en pas dan kan het bestuur van SSC-ZL het besluit nemen en publiceren (art. 11 leden 3 en 5 BGO-Regeling).
Overeenstemmingkan hier niet anders worden begrepen dan: instemming van (niet slechts van de werknemersdelegatie maar ook) de achterban, na ledenraadpleging. Voor het bereiken van een onderhandelings-
akkoordbinnen het BGO ten aanzien van de Overgangsregeling, het Afsprakenkader en het Sociaal Plan tezamen is dus instemming vereist van de achterban. Pas daarna kan worden overgegaan tot uitvoering van de genomen besluiten. Partijen zijn het er naar het oordeel van de voorzieningenrechter – anders dan door de vakbonden in de inleidende dagvaarding gesteld – in de vergaderingen van 21 juni 2017 en 27 september 2017 over eens geworden dat de ledenraadpleging binnen vier weken nadat het overleg over het Sociaal Plan binnen het GO zou zijn afgerond, diende plaats te vinden. Nadat er vervolgens een bericht op het intranet was geplaatst dat er op 1 maart 2018 een bijeenkomst zou plaatsvinden met aansluitend een ledenraadpleging, welk bericht kennelijk voor veel onrust zorgde onder de medewerkers (productie B20), werd door de werknemersdelegatie besloten dat de ledenraadpleging op 1 maart 2018 geen doorgang zou vinden (productie B22). Nadat de werkgeversdelegatie aan de werknemersdelegatie nog een handreiking bood om uiterlijk op
misbruik van bevoegdheid?
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat