In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 28 november 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Habenu-van de Kreeke Vastgoedservice B.V. en de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO). Habenu had deelgenomen aan een meervoudig onderhandse aanbesteding voor bouwkundig onderhoud van schoolgebouwen, maar haar inschrijving werd ongeldig verklaard door LVO. De reden voor de ongeldigverklaring was dat Habenu niet aan de vormvereisten voldeed, omdat zij haar prijzenblad niet in het voorgeschreven excel-formaat had ingediend. Habenu stelde dat dit een eenvoudig te herstellen fout was en dat de ongeldigverklaring disproportioneel was.
De rechtbank oordeelde dat de aanbesteding een knock-out vereiste bevatte, wat betekent dat inschrijvingen die niet aan de vormvereisten voldoen, uitgesloten worden van verdere beoordeling. De voorzieningenrechter concludeerde dat LVO terecht de inschrijving van Habenu ongeldig had verklaard, omdat de inschrijving niet voldeed aan de expliciet uitgevraagde elementen. De rechtbank benadrukte dat het aanbestedingsrecht een formaliteitenrecht is en dat de beginselen van gelijkheid en transparantie voorop staan. Habenu werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten vergoeden.
De uitspraak bevestigt de noodzaak voor inschrijvers om zorgvuldig te voldoen aan de eisen van aanbestedingsdocumenten en dat het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot uitsluiting van de beoordeling. De rechtbank wees de vordering van Habenu af en veroordeelde haar in de kosten van het geding.