ECLI:NL:RBLIM:2018:11250

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 november 2018
Publicatiedatum
29 november 2018
Zaaknummer
7290597 CV EXPL 18-6553
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding huurachterstand en ontruiming met regeling tussen verhuurder en huurder

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg te Maastricht is behandeld, heeft de kantonrechter op 28 november 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Brand Bierbrouwerij B.V. en De Bengel van Maastricht B.V. De eisende partij, Brand, vorderde ontruiming van het gehuurde pand aan de Kesselskade 65 te Maastricht vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 76.827,52. De huurovereenkomst dateert van 1 april 2014 en de huurprijs bedraagt € 4.981,35 per maand. De Bengel heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vorderingen van Brand.

Tijdens de zitting is gebleken dat partijen een regeling hebben getroffen, waarbij Brand heeft aangegeven niet tot executie over te gaan zolang De Bengel de gemaakte afspraken nakomt. De rechter heeft geoordeeld dat het spoedeisende belang van Brand voortvloeit uit de oplopende huurachterstand en heeft de vorderingen van Brand toegewezen. De rechter heeft De Bengel veroordeeld tot ontruiming van het pand en betaling van de huurachterstand, rente en proceskosten. Tevens is bepaald dat Brand niet tot executie zal overgaan zolang De Bengel zich aan de afspraken houdt.

De rechter heeft de proceskosten aan de zijde van Brand begroot op € 1.437,79, bestaande uit salaris voor de gemachtigde, griffierecht en explootkosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met de voorwaarde dat De Bengel binnen acht dagen na betekening van het vonnis het pand moet ontruimen. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.P. van Unen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer 7290597 CV EXPL 18-6553
Vonnis van de kantonrechter in kort geding van 28 november 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap
BRAND BIERBROUWERIJ,
gevestigd te Wijlre, gemeente Gulpen-Wittem,
eisende partij,
gemachtigde mr. H.J. Heynen
tegen
de besloten vennootschap
de bengel van maastricht,
gevestigd (6211 EN) Maastricht aan de Kesselskade 65,
en haar vennoten
[naam vennoot sub 1] ,
en
[naam vennoot sub 2] ,
gedaagde partij,
ter zitting in rechte vertegenwoordigd door haar venoot [naam vennoot sub 2] .
Partijen zullen hierna Brand en De Bengel genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding van 24 oktober 2018
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 26 november 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Bengel huurt van Brand sinds 1 april 2014 het pand met aanhorigheden aan de Kesselskade 65 te Maastricht tegen een huurprijs van laatstelijk € 4.981,35 inclusief btw per maand.
2.2.
De Bengel heeft een huurachterstand van € 76.827,52 (om en nabij 15 huurtermijnen).

3.De vordering

3.1.
Brand vordert - kort gezegd - de veroordeling van De Bengel tot:
- ontruiming van het gehuurde;
- betaling van de huurachterstand, te vermeerderen met overeengekomen rente vanaf 30 oktober 2018 tot aan de dag van voldoening;
- betaling van de (toekomstige) overeengekomen huur vanaf 1 november 2018 tot aan de dag van ontruiming, indien deze niet tijdig wordt betaald steeds te vermeerderen met de overeengekomen rente vanaf de eerste dag van de maand tot aan de dag van voldoening;
- betaling van de onbetaald gelaten dranklevering ad € 2.343,13, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 oktober 2018 tot aan de dag van voldoening;
- betaling van de proceskosten met wettelijke rente vanaf de achtste dag na betekening van dit vonnis
- betaling van de nakosten.
3.2.
De Bengel heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisende belang vloeit voort uit de aard van de zaak (een oplopende huurachterstand).
4.2.
Brand heeft ter zitting een e-mailbericht overgelegd d.d. vrijdag 23 november 2018, waarin zij zich akkoord verklaard heeft met een door De Bengel gedaan voorstel om de zaak in der minne te schikken. De mail luidt als volgt:

Geachte mevrouw [naam vennoten] ,
Dank voor uw e-mail. Uw voorstel heb ik besproken met Brand Bierbrouwerij BV.
Brand kan leven met uw voorstel mits het volgende in aanmerking wordt genomen:
1. binnen zeven dagen na vandaag wordt een eerste aflossing op de achterstand gedaan van EUR
17.500,-;
2. maandelijks, telkens voor of op de eerste van iedere maand, wordt een verdere aflossing van
EUR 1.000,- gedaan om de achterstand in te lopen;
3. gedurende drukke periodes, waaronder in ieder geval wordt verstaan de carnavalsweek alsook
de maanden juni tot en met september, wordt een minimale maandelijkse aflossing op de
achterstand gedaan van EUR 2.000,-, te voldoen vóór of op de eerste van iedere maand;
Partijen zullen tevens in onderling overleg bezien in hoeverre een hogere deelbetaling mogelijk
is;
4. per heden worden alle bierleveranties weer afgenomen bij Brand Bierbrouwerij BV tegen
contante betaling en zal dus niet elders bier worden afgenomen;
5. De Bengel zal niet meer terugkomen op de begintoestand van het gehuurde en de door haar
gedane investeringen; dit is een afgesloten hoofdstuk.
Voor Brand blijft van belang dat er een stok achter de deur is. Brand zal dus maandag wel een
ontruimingsvonnis willen verkrijgen. Indien het bovenstaande
akkoord is, is Brand bereid te verklaren dat zij de ontruiming niet ten uitvoer zal leggen op het
moment dat u de afspraken correct nakomt.
4.3.
De omvang van de huurachterstand is ter zitting door De Bengel erkend. Die omvang rechtvaardigt de in kort geding gevorderde veroordeling tot ontruiming. Ook op de overige vorderingen is door De Bengel geen verweer gevoerd, zodat ook die zullen worden toegewezen, met dien verstande dat de wettelijke rente over de proceskosten toegewezen zal worden vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis, en dat de mede gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig te doen uitvoeren door politie en justitie zal worden afgewezen, omdat de bevoegdheid tot reële executie van de veroordeling tot ontruiming reeds voortvloeit uit de artikelen 555 e.v. juncto artikel 444 Rv.
4.4.
Gelet op de inhoud van het hierboven geciteerde bericht dient verstaan te worden dat Brand dit vonnis niet zal executeren zolang De Bengel de met dat bericht overeengekomen afspraken met Brand (correct) nakomt.
4.5.
De Bengel zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Brand tot de datum van dit vonnis begroot op
€ 1.437,79, bestaande uit € 400,00 aan salaris gemachtigde (eenvoudige zaak), € 952,00 aan griffierecht en € 85,79 aan explootkosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt De Bengel om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis het pand staande en gelegen te (6211 EN) Maastricht aan de Kesselskade 65 met al het hare en de haren te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Brand te stellen;
5.2.
veroordeelt De Bengel om aan Brand € 76.827,52 te betalen aan huurachterstand tot en met oktober 2018, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1% per maand vanaf 30 oktober 2018 tot aan de dag van voldoening;
5.3.
veroordeelt De Bengel tot betaling aan Brand van de geldende huur per maand
(€ 4.981,35) voor elke ingegane maand vanaf 1 november 2018 tot aan de dag van ontruiming, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1% per maand vanaf de eerste dag van elke maand tot aan de dag van voldoening voor zover De Bengel met voldoening van de huur in gebreke blijft;
5.4.
veroordeelt De Bengel tot betaling van € 2.343,13 inclusief btw aan Brand, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 oktober 2018 tot aan de dag van voldoening;
5.5.
veroordeelt De Bengel tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Brand tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.437,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening;
5.6.
veroordeelt De Bengel, onder de voorwaarde dat zij niet binnen twee weken na aanschrijving door Brand volledig aan de veroordelingen onder 5.1. tot en met 5.5. voldoet, tot betaling van de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 100,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van die betekening;
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af;
5.9.
verstaat dat Brand niet tot tenuitvoerlegging van dit vonnis zal overgaan zolang De Bengel de afspraken als genoemd in het onder 4.2. geciteerde e-mailbericht blijft nakomen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van Unen en is in het openbaar uitgesproken.
RK