In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 12 december 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonpunt en Stichting Saldo in de Plus, die als bewindvoerder optreedt voor een onderbewindgestelde huurder. De huurder, die lijdt aan een psychiatrische aandoening, veroorzaakte ernstige overlast voor omwonenden, waaronder stankoverlast en vervuiling van de woning. Ondanks meerdere waarschuwingen en pogingen tot hulpverlening, bleef de overlast aanhouden. Woonpunt vorderde de ontruiming van de woning en betaling van huur over de periode na de opzegging van de huurovereenkomst door de huurder. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd, omdat dit niet met goedkeuring van de bewindvoerder was gedaan. Echter, de huurder had zich niet als goed huurder gedragen, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter besloot dat de ontruiming van de woning noodzakelijk was om de omwonenden te beschermen tegen de aanhoudende overlast. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis, met de voorwaarde dat Woonpunt zich zou inspannen voor opvang van de huurder. Tevens werd de huurder veroordeeld tot betaling van de huurprijs tot aan de ontruiming.