Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- het mondeling genomen antwoord
- de conclusie van repliek
- de mondeling genomen dupliek.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 101,05
- griffierecht 223,00
- gemachtigde salaris
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de eisende partij, vertegenwoordigd door gemachtigde C.M. Eussen, betaling van een huurachterstand van € 2.000,00, kosten van rechtsbijstand van € 1.000,00 en incassokosten van € 300,00 van de gedaagde partij, die in persoon procedeert. De gedaagde partij heeft de huurovereenkomst aanvankelijk ontkend, maar dit verweer niet volgehouden. De kantonrechter gaat uit van de huurovereenkomst waarin is vastgelegd dat de gedaagde partij een garagebox huurt voor € 250,00 per maand. De eisende partij stelt dat de gedaagde partij de garagebox niet op de afgesproken datum heeft verlaten en dat er schade is aangericht. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en stelt dat hij de huur niet meer hoeft te betalen omdat hij dit wil verrekenen met een waarborgsom en kosten van een elektriciteitsmeter. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij geen bewijs heeft geleverd voor zijn tegenvordering, waardoor het beroep op verrekening niet kan slagen. De kantonrechter veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de openstaande huurpenningen en de gevorderde kosten, met wettelijke rente vanaf de datum van verzuim. De proceskosten worden eveneens aan de gedaagde partij opgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.