5.1.Na heropening van het onderzoek heeft eiseres desgevraagd zich op het standpunt gesteld dat het voltijds dienstverband vanaf 1 december 2015 via [bedrijfsnaam] niet maakt dat het recht op de WW-uitkering eindigde. Vanaf juli 2015 geldt immers dat de inkomsten moeten worden verrekend. Nu het inkomen dat eiseres genoot voor haar werkzaamheden via [bedrijfsnaam] aanmerkelijk minder bedroeg dan het inkomen waaruit ze werkeloos is geworden, diende dit te worden verrekend. De gemachtigde van eiseres verwijst ook naar het bepaalde in artikel 20, eerste lid onder c van de WW. Nu de inkomsten per 1 december 2015 aanmerkelijk minder bedroegen dan 87,5% van het maandloon waaruit eiseres werkloos is geworden, is ook de werkaanvaarding per 1 december 2015 geen beëindigingsgrond voor de WW. Er is geen moment aan te wijzen waarop het WW-recht van eiseres tussentijds geheel of gedeeltelijk is geëindigd.
6. Bij de beoordeling door de rechtbank is het navolgende wettelijk kader van belang.
Op grond van artikel 5, eerste lid, onder a, van de Wet IOAW heeft de werkloze werknemer recht op een uitkering, indien het inkomen per maand minder bedraagt dan de overeenkomstig het derde tot en met zesde lid vastgelegde grondslag.
Op grond van artikel 2, aanhef en onder a, van de Wet IOAW wordt in die wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder werkloze werknemer de persoon die werkloos is en de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt en die:
1° geboren is voor 1 januari 1965 en na het bereiken van de leeftijd van 50 jaar werkloos is
geworden;
2° in verband met die werkloosheid recht heeft gekregen op een uitkering op grond van
hoofdstuk II van de Werkloosheidwet met een duur van meer dan drie maanden, en
3° nadien de volledige uitkeringsduur, bedoeld in hoofdstuk II van de Werkloosheidswet, inclusief een eventuele verlenging van deze duur op grond van artikel 76 van die wet, heeft bereikt, tenzij op dat tijdstip een maatregel van blijvend gehele weigering van de uitkering op grond van artikel 27, eerste of tweede lid, van de Werkloosheidswet van toepassing is.
In artikel 20 van de WW is bepaald dat het recht op uitkering eindigt:
a. a) met ingang van de dag waarop de werknemer geen recht op uitkering meer heeft op grond van artikel 19;
b) met ingang van de dag waarop de voor de werknemer geldende uitkeringsduur is verstreken;
c) met ingang van de eerste dag van de kalendermaand waarin de werknemer niet meer werkloos is omdat hij inkomen geniet dat, na vermenigvuldiging met de factor…[…] meer dan 87,5% van het maandloon bedraagt.
7. Tussen partijen is niet in geding dat eiseres voldoet aan de eerste twee voorwaarden die artikel 2, aanhef en onder a, van de Wet IOAW stelt om in aanmerking te komen voor een IOAW-uitkering. Tussen partijen is in geschil of eiseres aan de derde voorwaarde van dit artikel voldoet, namelijk dat zij “nadien de volledige uitkeringsduur van de WW heeft bereikt”. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
8. Aan eiseres is wegens het beëindigen van het dienstverband bij Abvakabo een uitkering op grond van de WW toegekend over de periode 4 maart 2013 tot en met
29 februari 2016. Omdat eiseres ook (deeltijd) werkzaamheden als wethouder heeft verricht, welke werkzaamheden tijdens het ontvangen van de WW-uitkering zijn beëindigd, heeft zij met ingang van 7 mei 2014 aanspraak op een APPA-uitkering. De inkomsten uit deze APPA-uitkering zijn op grond van het bepaalde in artikel 3:5, vierde lid, van het Algemeen Inkomensbesluit socialezekerheidswetten in mindering gebracht op de WW-uitkering van eiseres. Anders dan verweerder stelt, eindigt het recht op een WW-uitkering hierdoor niet. De rechtbank verwijst naar artikel 20 van de WW. Ook uit hetgeen in de beslissing op bezwaar van het UWV van 7 november 2014 is opgenomen, kan worden afgeleid dat het ontvangen van de APPA-uitkering niet betekent dat het recht op de WW-uitkering eindigt. Uit deze beslissing kan enkel worden afgeleid dat het ontvangen van de APPA-uitkering gevolgen heeft voor de hoogte van de WW-uitkering en in het verlengde hiervan op de uitbetaling.