ECLI:NL:RBLIM:2018:12478

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
22 mei 2019
Zaaknummer
C.03 / 250086 / HARK 18-121
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen de wrakingskamer van de rechtbank Limburg

Op 16 mei 2018 heeft de wrakingskamer van de rechtbank Limburg een beslissing genomen over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. D.J.E. Hamers-Aerts en de leden van de wrakingskamer. Het verzoeker heeft op 27 maart 2018, voor aanvang van de zitting, alle rechters van de wrakingskamer gewraakt. De wrakingskamer heeft op 12 april 2018 het verzoek afgewezen. Tijdens de behandeling op 16 mei 2018 heeft de verzoeker opnieuw de wrakingskamer gewraakt. De wrakingskamer concludeert dat het verzoeker geen vertrouwen heeft in de rechtbank Limburg en dat het wrakingsverzoek gericht is tegen alle leden van de wrakingskamer. De wrakingskamer oordeelt dat het verzoek tot wraking is gebaseerd op feiten die voor elke wrakingskamer gelden, en wijst het verzoek af op grond van artikel 9.1 onder h van het wrakingsprotocol. De beslissing is openbaar uitgesproken op 16 mei 2018 en op schrift gesteld op 25 mei 2018.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Wrakingskamer
Zaaknummer: 03/250086/HA RK/18-121
Beslissing van de meervoudige kamer belast met de behandeling van wrakingsverzoeken van 16 mei 2018
in de zaak van:
[verzoeker], wonende te [woonplaats verzoeker] aan de [adres verzoeker] ,
hierna genoemd: verzoeker,
indiener van een verzoek dat strekt tot wraking van de wrakingskamer belast met de beoordeling van het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek strekkende tot wraking van mr. D.J.E. Hamers-Aerts.

1.Procesverloop

1.1.
Op 27 maart 2018 heeft verzoeker voor aanvang van de zitting van de wrakingskamer belast met de beoordeling van het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek strekkende tot wraking van mr. D.J.E. Hamers-Aerts twee leden van de wrakingskamer, mr. Rijksen en mr. Steeghs voornoemd, als ook alle rechters van de wrakingskamer in de rechtbank Limburg gewraakt.
1.2.
Bij beslissing van de wrakingskamer van 12 april 2018 is het verzoek afgewezen.
1.3.
Op 16 mei 2018 heeft de behandeling van het wrakingsverzoek strekkende tot wraking van mr. D.J.E. Hamers-Aerts plaatsgehad. Verzoeker heeft bij aanvang van de behandeling van de wrakingsverzoek de wrakingskamer andermaal gewraakt.
1.4.
De leden van de wrakingskamer hebben niet in de wraking berust.

3.De beoordeling

3.1.
Uit de door verzoeker gebezigde bewoordingen, die de wrakingskamer geheel voor rekening van verzoeker laat, leidt de wrakingskamer af dat verzoeker alle rechters (van de wrakingskamer) in de rechtbank Limburg diskwalificeert. Verzoeker heeft desgevraagd bevestigd dat hij geen vertrouwen heeft in de rechtbank Limburg. De wrakingskamer gaat er daarom van uit dat het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek gericht is tegen alle leden van de wrakingskamer (en niet enkel tegen de expliciet genoemde mrs. Rijksen en Steeghs).
3.2.
De wrakingskamer is van oordeel dat sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 9.1 onder h van het wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg, nu het een verzoek tot wraking van de wrakingskamer betreft en het berust op feiten of omstandigheden die voor elke wrakingskamer – in welke samenstelling dan ook – gelden. Het wrakingsverzoek wordt daarom afgewezen.
4. Beslissing:
De wrakingskamer van de rechtbank Limburg:
- wijst het wrakingsverzoek af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.B.T.G. Steeghs, voorzitter, en mr. J.W. Rijksen en
mr. M.J.M. Goessen, leden, bijgestaan door P.J.C. Hendriks als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2018 en op schrift gesteld op 25 mei 2018.
type: ph
coll:
Tegen deze beslissing staat geen gewoon rechtsmiddel open.