ECLI:NL:RBLIM:2018:12483
Rechtbank Limburg
- Wraking
- M.B.T.G. Steeghs
- W.Th.M. Raab
- K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen leden van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Limburg
Op 19 juni 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.M.H. Römkens. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de leden van de meervoudige strafkamer, te weten mr. H.H. Dethmers, mr. C. Wapenaar en mr. C.M. Nollen. De verzoeker stelde dat de rechtbank onterecht had geweigerd om bepaalde getuigen te horen, en vond de beslissing om deze getuigen niet te horen onbegrijpelijk.
Tijdens de zitting op 19 juni 2018 hebben zowel de verzoeker als de rechters hun standpunten toegelicht. De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of er feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trokken. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor subjectieve partijdigheid van de rechters. De gronden van het wrakingsverzoek werden beoordeeld aan de hand van zowel het subjectieve als het objectieve criterium. De wrakingskamer oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om getuigen te horen niet onbegrijpelijk was en dat de schijn van vooringenomenheid niet kon worden afgeleid uit de beslissing van de rechtbank. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard.