Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- de verdachte is de eigenaar van de betreffende woning;
- in de woning is post, geadresseerd aan de verdachte, aangetroffen;
- de verklaringen van de getuigen [getuige 5] , [getuige 6] en [getuige 7] , inhoudende dat een man genaamd [verdachte] in de woning woont;
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 4] , inhoudende dat ze heeft gezien dat de verdachte op de badkamer in het laboratorium bezig was. Ook zou de verdachte haar hebben verteld dat hij op de bovenverdieping experimenteerde met citroenzuur;
- de twee handschoenen met het DNA van de verdachte, welke zijn aangetroffen in de badkamer;
- het gegeven dat de verdachte bij zijn aanhouding naar amfetamine rook;
- de spullen die in de auto van de verdachte werden aangetroffen, te weten een glazen bol en aan aantal maatbekers.
- op 21 oktober 2016 is de verdacht zichtbaar op camerabeelden, met ontbloot bovenlijf en met handschoenen aan. Ook is op camerabeelden zichtbaar dat de verdachte met een jerrycan in de weer is;
- op de camerabeelden van 23 oktober 2016 is te zien dat de verdachte zich in een ruimte bevindt met blauwe vaten en een drukvat;
- op de camerabeelden van 27 oktober 2016 is de verdachte opnieuw te zien en draagt hij wederom handschoenen;
- er zijn DNA-sporen van de verdachte aangetroffen op een tweetal handschoenen, aangetroffen in de woonkamer en in de keuken van de woning, welke handschoenen ook sporen van amfetamine en BMK bevatten;
- er is een DNA-spoor van de verdachte aangetroffen op een kraantje en een warmtemeter, welke voorwerpen zijn te relateren aan het productieproces van amfetamine.
inhet laboratorium bevond. Hij was in de loods aanwezig, omdat medeverdachte [medeverdachte] hem had gevraagd of hij met hem wilde samenwerken in zijn te vestigen bedrijfje waar hij auto’s “uitdeukt zonder spuiten”. De verdachte zou door medeverdachte [medeverdachte] worden opgeleid. De verdachte ontkent iets te maken te hebben met het laboratorium. De bij zijn fouillering aangetroffen sleutels had hij gekregen van medeverdachte [medeverdachte] .
- 7-3-2015, 22:37:18, (verzonden): Hoi collega, ik ben druk met business plan voor de op te richten ondernemingen, vordert goed!...;
- 8-3-2015, 9:29:49, (lezen): Goedesmorgens collega. Als je je aant vervelen bent mag j ook eens kijken voor goedkope woongelegenheid ergens in het midden van het zuiden en roosendaal.;
- 27-3-2015, 17:44:45, (verzonden): Daar ben ik heel blij mee en het mee eens, ik ben ook een voorstander van dat ik jouw assistent wordt en blijft voor het opruimen en bijhouden van alles. Denk dat wij wel als team kunnen functioneren. En dan bedoel ik GOED functioneren.;
- 28-3-2015, 11:00:06 (lezen): …Dadelijk ff contacten met mannetjes en dan zien we weer verder;
- 30-3-2015, 18:01:52 (lezen): Yup is perfect Verder niks zeggen. Dat eene is ook geregeld…;
- 11-4-2015, 9:11:51 (lezen): Goedemorgen collega. Beetje goed geslapen? Bro gaat toch eerst Door naar jullie in plaats van naar het zuiden…”;
- 19-5-2015, 11:07:50 (lezen): Er mag niet meer alleen in de spuitcabine gewerkt worden. Dus jij bent er vandaag of er moet gewacht worden.
- 19-5-2015, 17:50:52 (verzonden): “Nee, morgen is goed, vroeg het omdat bro verder wil maar ik wil wachten dat jij er bent. Straks zit die car weer helemaal onder de zakkers en dat willen we niet toch...”;
- 19-5-2015, 17:58:31 (verzonden): Hij stuurt mij net dat hij weer aan de slag wilt, neem jij contact met hem op? +31 6 85 66 89 54;
- 19-5-2015, 18:18:29 (lezen): Zou dat wel het liefste willen maar die f is er pas om 1uur;
- 19-5-2015, 18:32:24 (lezen): Morgen zijn alle ontbrekende kleuren daar…
- 21-5-2015, 7:42:16 (lezen): Zijn jongens nog niet daar?
- [medeverdachte] , inhoudend dat hij het bedrijfspand, gelegen aan [adres 2] te Etten-Leur vanaf 16 maart 2015 heeft gehuurd van [getuige 2] en dat de verdachte het achterste deel van de loods heeft gehuurd vanaf half april 2015 en deze meteen begon met inrichten;
- de verklaring van [getuige 2] , inhoudend dat ongeveer vier weken vóór 23 mei 2015 een wandje is geplaats in de bedrijfsruimte;
- de verklaring van [getuige 3] , inhoudend dat hij drie weken vóór 21 mei 2015 een groot blauw vat waar een slang uitkwam, op een sokkel zag staan en dat vanaf de tweede week van april dagelijks een stoomreiniger die bij de Limburgers stond, werd gebruikt, alsmede de verklaring van [getuige 3] dat hij in het begin van de huurperiode overal in het pand kon komen, maar op een gegeven moment niet meer omdat er sloten op de deuren waren geplaatst.
, ten tijde vandie verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist of ten minste redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het om een door misdrijf verkregen goederen ging. Nu op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen niet met zekerheid kan worden vastgesteld wanneer en onder welke omstandigheden verdachte de bewuste kentekenplaten heeft verworven of voorhanden heeft gekregen, kan ook niet worden bewezen dat verdachte op het moment van het verwerven of het voorhanden krijgen van deze goederen wist of had moeten vermoeden dat deze van enig misdrijf afkomstig waren. Dat [medeverdachte 4] verklaard dat die auto ‘niet eerlijk’ was, is daarvoor onvoldoende. Verdachte zal daarom eveneens van het onder feit 3 subsidiair tenlastegelegde worden vrijgesproken.
[verdachte]’ en deze persoon bevestigde dat hij de huurder van het pand was, dat hij niet aanwezig was en dat de verbalisanten het pand maar moesten betreden. [73]
- omzetting van vermoedelijk pre-precursor APAA in de precursor BMK;
- productie van amfetamine via de Leuckart synthese met behulp van formamide en mierenzuur;
- kristallisatie van amfetamine olie.
[naam school] , t.a.v. Magazijn, [getuige 13]. [85] Uit telecomonderzoek is gebleken dat het telefoonnummer van [getuige 13] meermalen contact heeft gehad met het telefoonnummer van de verdachte. [86] [getuige 13] is door de politie als getuige gehoord. Aan de getuige is een foto van de verdachte getoond. De getuige heeft verklaard dat de man die op de foto staat (hoogstens) twee keer glaswerk bij hem is komen ophalen naar aanleiding van een advertentie op Marktplaats. Dit zou in de zomer van of in mei 2016 zijn geweest. [87]
- Fragment 1 (29 oktober 2016 om 05:49:32): een man met ontbloot bovenlijf komt in beeld. Hij grijpt naar de camera en gaat weer uit beeld. De verbalisant herkent deze man als zijnde de verdachte.
- Fragment 2 (27 oktober 2016 om 22:53:18): een vrouw en een kind komen in beeld. Het kind heeft twee flexibele staven vast en legt deze in een auto. Op een gegeven moment heeft de vrouw een ton en een doos in haar handen en loop weer vanuit het pand richting de auto. Op ditzelfde moment heeft ook het kind een ton in haar handen. Door de vrouw en het kind worden de spullen in de auto gelegd. Terwijl zij dit doen, komt de verdachte in beeld en loopt vanuit het pand richting de auto. Er wordt nog een aantal keren op en neer gelopen en uiteindelijk vertrekken de vrouw en het kind met de auto.
- Fragment 3 (27 oktober 2016 om 21:31:22): de verdachte komt vanuit de richting van het pand aangelopen en opent de poort voor een auto. Uit deze auto stappen een vrouw en een kind. Tegelijkertijd komt de verdachte vanaf de poort aangelopen in de richting van het pand. De verdachte draagt aan beide handen handschoenen.
- Fragment 4 (27 oktober 2016 om 15:42:42):een auto rijdt het terrein op. De verdachte stapt uit deze auto en pakt een groene tas uit de kofferbak. De verdachte loopt dan met deze groene tas in zijn hand richting het pand.
- Fragment 5 (23 oktober 2016 om 16:54:13):de verdachte komt in beeld en de camera wordt door hem opgepakt. Op de achtergrond is de inmiddels verlichte ruimte waarin [medeverdachte 1] zich bevindt, zichtbaar. In deze ruimte bevinden zich onder andere blauwe vaten en een drukvat.
- Fragment 6 (21 oktober 2016 om 22:20:55):de verdachte komt in beeld en loopt richting het pand. Vlak na de verdachte komt ook de eerder genoemde vrouw in beeld. De vrouw draagt meerdere tassen en loopt ook richting het pand.
- Fragment 7 (21 oktober 2016 om 22:16:19):de verdachte komt vanuit de richting van het pand in beeld met een jerrycan in zijn hand. De verdachte zwaait met de jerrycan meerdere malen op en neer, waarna hij weer richting het pand loopt.
- Fragment 8 (d.d. 21 oktober 2016 om 18:30:20):de verdachte komt in beeld. Hij opent de kofferbak van de eerder genoemde zwarte auto en pakt hier een tas en een slang uit, waarna hij met de goederen richting het pand loopt. [89]
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
Een gedeelte van het pand werd door een van de verdachten onderverhuurd aan de heer [getuige 3] , die er zijn winkel in visbenodigdheden had gevestigd. Uit het dossier wordt de indruk gewekt, dat de eigenaar van de viswinkel niets vermoedend is aangeworven, om de verdachten een dekmantel te geven. Nadat de politie in het pand is ingevallen en het laboratorium ontdekte, is het pand voor de termijn van een jaar door de gemeente gesloten. Dit heeft verregaande gevolgen gehad voor zowel de verhuurder de heer [getuige 2] , die zijn pand gedurende een jaar niet kon verhuren. Het pand bleef gehavend achter en hij heeft de verontreinigde bodem moeten schoonmaken. De heer [getuige 3] kon ten gevolge van het handelen van de verdachte(n) zijn nieuw opgezette winkel op deze locatie niet langer voortzetten met alle gevolgen van dien. Ook hebben de heren [getuige 2] en [getuige 3] imagoschade geleden, nadat openbaar bekend werd dat in het betreffende pand een drugslaboratorium werd aangetroffen, terwijl zij zelf in het geheel niets met het drugslaboratorium te maken hadden.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
[verdachte] en [medeverdachte 1] . Immers zonder dit handelen zou deze schade niet zijn ontstaan.
nu die BTW voor [getuige 2] verrekenbaar is en dus geen schadepost vormt
€ 27.000,00
€ 34.876,44
€ 6,46
€ 4.006,46.
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot een gevangenisstraf van 6 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [getuige 2] , wonende te Breda, gedeeltelijk toe (de posten bodemsanering tuin, reiniging vloer pand en huurderving van 1 juni 2015 tot 1 juli 2016) en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 34.876,44, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 21 mei 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [getuige 2] ten aanzien van de posten niet betaalde huur, huurderving van de periode nadat het pand weer verhuurd mocht worden maar er nog geen nieuwe huurder was, reparatie vernielingen binnen en immateriële schade niet ontvankelijk is en dat zij dit gedeelte van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [getuige 2] , van € 34.876,44, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 209 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 21 mei 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [bedrijfsnaam 2] , vertegenwoordigd door [getuige 3] , wonende te Zegge, gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 4.006,46, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 21 mei 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [bedrijfsnaam 2] ten aanzien van de posten belangderving, reclamecampagne, diverse incassokosten, werk gemist en immateriële schade niet ontvankelijk is en dat zij dit gedeelte van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van de posten niet voldane rekening en advocaatkosten af, nu deze geen rechtstreeks verband hebben met het bewezenverklaarde feit;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op € 64,98;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [bedrijfsnaam 2] , van € 4.006,46, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 21 mei 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen.
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte in het kader van deze procedure gemaakt, tot op heden begroot op nihil;