3.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de voorbereidingshandelingen en het vervaardigen van amfetamine op de [adres 3] , de zaken met parketnummer 03/700610-15 feit 2 en parketnummer 03/866394-16
Bewijsmiddelen
Inleiding
Op 2 september 2015 zien verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] een BMW met hoge snelheid in Hoensbroek rijden. Na controle blijkt het kenteken afgegeven te zijn voor een Renault Clio. De verbalisanten hebben vervolgens de achtervolging ingezet en even later wordt de BMW aangetroffen. In de buurt van de BMW wordt de bestuurder aangehouden, te weten medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna te noemen: [medeverdachte 2] ). Tijdens de fouillering worden bij [medeverdachte 2] gripzakjes met poeder, pillen en briefjes met aantekeningen over de productie van drugs aangetroffen. Tijdens het transport ruiken de verbalisanten de geur van amfetamine. Daarnaast worden in de BMW een aantal goederen die te maken kunnen hebben met de productie van drugs, aangetroffen.
Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen kreeg de politie het ernstige vermoeden dat [medeverdachte 2] zich bezig hield met de productie van synthetische drugs. Volgens het kadaster was [medeverdachte 2] ten tijde van zijn aanhouding eigenaar van het pand aan de [adres 3] te Hoensbroek. Verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11] zijn op 3 september 2015 naar deze woning gegaan. Medeverdachte [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4] ) was in de woning aanwezig en gaf toestemming aan de verbalisanten om de woning te betreden. Zij gaf aan dat de bovenverdieping werd verhuurd aan een dikkere man voor opslag en dat de verbalisanten op de bovenverdieping konden gaan kijken. Wanneer verbalisant [verbalisant 10] zich op de bovenverdieping bevindt, ziet hij in de badkamer een laboratoriumopstelling staan. Op zolder worden aangesloten vaten met daaromheen warmtedekens aangetroffen. [medeverdachte 4] wordt daarop eveneens door de politie aangehouden.
Ter plaatse
Door de verbalisanten van de LFO wordt op 3 september 2015 op het adres [adres 3] te Hoensbroek een groot aantal goederen en chemicaliën in beslag genomen. De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. De zolder van deze woning was zeer waarschijnlijk ingericht en in gebruik voor het op grote schaal omzetten van een precursor van BMK (een zout van BMK-Glycidezuur) in BMK. BMK is een grondstof voor (met)amfetamine. De reactievaten ten behoeve van deze omzetting waren ten tijde van de ontdekking in werking. De badkamer was ingericht en gebruikt voor het vervaardigen van synthetische drugs, vermoedelijk amfetamine middels de Leuckart methode met behulp van BMK, welke vermoedelijk ter plaatse was vervaardigd.
Het NFI heeft een onderzoek verricht aan het onderzoeksmateriaal (te weten monsters van de aangetroffen (vloei)stoffen) en heeft op basis van de onderzochte stoffen geconcludeerd dat de zolder van de woning zeer waarschijnlijk is ingericht en in gebruik is voor het op grote schaal omzetten van een precursor van BMK in BMK. Dit is een grondstof voor (met)amfetamine. De reactievaten voor de omzetting waren in werking. De badkamer was ingericht en werd gebruikt voor het vervaardigen van synthetische drugs, vermoedelijk amfetamine via de Leuckart-methode met behulp van BMK. In het onderzoeksmateriaal is APAAN, BMK, amfetamine, MDMA, metamfetamine, zoutzuur en zwavelzuur aangetoond. Ten aanzien van dit onderzoeksmateriaal heeft het NFI geconcludeerd dat een groot deel van het onderzoeksmateriaal gerelateerd is aan de vervaardiging van BMK uit het natriumzout van BMK-glycidezuur en citroenzuur en de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode.
Het NFI heeft voorts een rapport opgesteld met betrekking tot de capaciteits- en opbrengstschatting. De geschatte hoeveelheid ruwe (ongezuiverde BMK die geproduceerd had kunnen worden uit de in totaal 95 kilogram grondstof die aanwezig is geweest op de locatie is circa 34 liter (circa 17 liter zuivere BMK). De geschatte totale opbrengst van de volgens opgave op deze locatie verbruikte 960 kilogram grondstof is circa 342 liter ruwe, ongezuiverde, BMK (dit is circa 174 liter zuivere BMK). Hiervan was volgens de opgave nog ongeveer 96 liter op de locatie aanwezig.
De rol van de verdachte
Medeverdachte [medeverdachte 4] is een aantal malen door de politie als verdachte gehoord. Zij heeft bij de politie verklaard dat de woning in eigendom toebehoort aan medeverdachte
[medeverdachte 2] en dat zij sinds vier maanden in de woning aan de [adres 3] woont. De bovenverdieping van de woning wordt aan iemand anders verhuurd, te weten aan een dikkere man, voor de opslag van goederen. De geur in de woning komt van de bovenverdieping en is al twee of drie maanden aanwezig. [medeverdachte 4] heeft vervolgens een signalement en een beschrijving van de huurder van de bovenverdieping gegeven. De huurder heet [verdachte] , is 72 jaar oud, heeft twee dochters en woont op de [adres 5] in Hoensbroek.
De politie heeft vervolgens een onderzoek naar deze ‘ [verdachte] ’ ingesteld en is tot de conclusie gekomen dat de persoon die [medeverdachte 4] omschrijft, de verdachte betreft. Aan [medeverdachte 4] wordt alsdan een foto van de verdachte getoond, waarna door [medeverdachte 4] wordt bevestigd dat de verdachte degene is die de bovenverdieping van het pand huurt.
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard dat de bovenverdieping van de woning door een derde persoon werd gehuurd. [medeverdachte 2] wenst de identiteit van deze derde persoon niet prijs te geven.
De verdachte heeft ter terechtzitting ontkend enige betrokkenheid te hebben gehad met het tenlastegelegde.
Het oordeel van de rechtbank naar aanleiding van de bewijsmiddelen
Uit vaste jurisprudentie volgt dat de vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) is voldaan, zich niet in algemene zin laat beantwoorden. Daarbij moeten telkens de concrete feiten en omstandigheden van het geval in ogenschouw worden genomen. De bepaling van artikel 342, tweede lid, Sv strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. Wanneer het bewijs praktisch gesproken uitsluitend berust op de verklaring van een getuige moet gemotiveerd worden waarom het verantwoord is de bewezenverklaring op die ene verklaring te baseren. Het oordeel of de verklaring van een getuige betrouwbaar is, moet dus met objectieve gegevens worden onderbouwd.
De rechtbank stelt vast dat de bewijsconstructie van de officier van justitie in beslissende mate steunt op de getuigenverklaring van [medeverdachte 4] , die de rechtbank betrouwbaar acht, omdat deze informatie wat betreft de
persoonvan de verdachte juist is gebleken . De rechtbank stelt echter vast dat die verklaring over de
rolvan de verdachte bij de productie op deze locatie niet wordt ondersteund door enig ander bewijs. Daarom komt de rechtbank tot het oordeel dat er onvoldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten te kunnen komen. Verdachte moet om die reden van de voorbereidingshandelingen en het vervaardigen van amfetamine op de [adres 3] , de zaken met parketnummer 03/700610-15 feit 2 en parketnummer 03/866394-16
worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine op de [adres 5] , parketnummer 03/700610-15 feit 1
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op 17 november 2015 in de gemeente Heerlen voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de vervaardiging van amfetamine, gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting;
- de bevindingen van de LFO;
- de bevindingen van het NFI.