In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 14 maart 2018, gaat het om een geschil tussen buren over schade aan de woning van de eisende partij, veroorzaakt door graafwerkzaamheden die door de gedaagde partij zijn uitgevoerd. De eisende partij vordert een schadevergoeding van € 11.480,47, vermeerderd met rente en kosten, en stelt dat de werkzaamheden aan de keerwand door de gedaagde partij scheuren in zijn woning hebben veroorzaakt. De gedaagde partij betwist deze aansprakelijkheid en verwijst naar de aannemer, Wijo Reuver B.V., die de werkzaamheden heeft uitgevoerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is van causaliteit tussen de werkzaamheden en de schade aan de woning van de eisende partij, gebaseerd op een rapport van EMN. De gedaagde partij heeft zijn verweer niet met bewijs kunnen onderbouwen en de kantonrechter gaat hier dan ook aan voorbij. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.518,46, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van de eisende partij, die zijn begroot op € 924,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.