ECLI:NL:RBLIM:2018:2572

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 maart 2018
Publicatiedatum
20 maart 2018
Zaaknummer
6490986 \ CV EXPL 17-9102
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor dakvernieuwing na ondeugdelijke werkzaamheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 7 maart 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eisende partij en een gedaagde partij. De eisende partij vorderde een betaling van € 8.997,94 van de gedaagde partij, die in 2011 werkzaamheden aan het dak van de woning van de eisende partij had uitgevoerd. De eisende partij stelde dat de gedaagde partij de werkzaamheden ondeugdelijk had uitgevoerd, wat leidde tot de eis om het volledige dak te vernieuwen op kosten van de gedaagde partij. De gedaagde partij voerde verweer en betwistte de noodzaak van een volledige vernieuwing, wijzend op eerdere reparaties die naar tevredenheid waren uitgevoerd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkzaamheden in 2011 niet als volledige vernieuwing van het dak zijn uitgevoerd, maar als reparaties. Na bijna zeven jaar sinds de oorspronkelijke werkzaamheden, en gezien de herhaalde reparaties die zijn uitgevoerd, oordeelde de kantonrechter dat de eis van de eisende partij om het volledige dak te vernieuwen op basis van vermeende ondeugdelijkheid van de werkzaamheden uit 2011 te ver gaat. De vordering werd als onvoldoende onderbouwd afgewezen. De eisende partij werd bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil werden begroot.

Dit vonnis benadrukt het belang van tijdigheid en onderbouwing van vorderingen in civiele procedures, vooral in gevallen waar lange tijd is verstreken sinds de oorspronkelijke werkzaamheden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6490986 \ CV EXPL 17-9102
Vonnis van de kantonrechter van 7 maart 2018
in de zaak van:
[eisende partij],
wonend te [woonplaats eisende partij] , [adres eisende partij] ,
eisende partij,
gemachtigde Pranger Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde partij] , h.o.d.n. [X],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In maart 2011 heeft gedaagde partij conform de uitgebracht offerte van 1 maart 2011 (Productie 2 bij dagvaarding) werkzaamheden aan het dak van de woning van eisende partij uitgevoerd. In de loop der jaren zijn er nog diverse malen herstelwerkzaamheden uitgevoerd aan het dak.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 8.997,94, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Eisende partij is van mening dat gedaagde partij de werkzaamheden ondeugdelijk heeft uitgevoerd en dat daarom, conform het op verzoek van eisende partij door [Y] uitgebrachte rapport, het dak volledig dient te worden vervangen op kosten van gedaagde partij.
4.2.
Gedaagde partij stelt dat eisende partij destijds voor een functionele oplossing heeft gekozen, dat het dak thans niet meer lekt, hij het er niet mee eens is dat het hele dak gesloopt en vernieuwd moet worden en hij de objectiviteit van [Y] in twijfel trekt.
4.3.
Bij repliek heeft eisende partij de opmerkingen van [Y] als productie 10 in het geding gebracht en stelt zij dat er op 14 december 2017 weer een reparatie is geweest aan de dakrand. Gedaagde partij heeft hierop niet meer gereageerd.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat de werkzaamheden in 2011 zijn uitgevoerd en deze werkzaamheden betrekking hadden op reparatie van de aanwezige dakbedekking. Het betrof in elk geval geen volledige vernieuwing van de dakbedekking. Inmiddels zijn bijna 7 jaren verstreken. Uit de stukken blijkt dat er in de tussenliggende periode meermaals sprake is geweest van reparaties aan het dak die kennelijk telkens tot tevredenheid zijn opgelost. Het gaat naar het oordeel van de kantonrechter te ver om na bijna 7 jaren op grond van kennelijk in 2011 ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden thans de kosten van vernieuwing van het volledige dak op gedaagde partij te verhalen. Een dergelijke eis is naar het oordeel van de kantonrechter tardief. De vordering wordt daarom als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
4.5.
Eisende partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde partij worden begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt eisende partij in de proceskosten aan de zijde van gedaagde partij gevallen en tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: