Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
Perron 9, haar directeur de heer [X] .
2.De feiten
3.Het geschil
€ 700,00 betaald, zodat resteert € 950,00 netto.
€ 700,00 betaald zou worden. Dat was het bedrag voor de daadwerkelijk gewerkte uren omdat [verzoekende partij] een veelvuldig ziekteverzuim had. Perron 9 verkeerde dan ook in de veronderstelling dat een en ander netjes was afgewikkeld. Verbazend was vervolgens het door [verzoekende partij] ingenomen standpunt dat Perron 9 ernstig verwijtbaar had gehandeld. Perron 9 betwist dat daarvan sprake is geweest.
4.De beoordeling
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Het geven van een ontslag op staande voet dat niet rechtsgeldig wordt geacht, levert dus als zodanig al ernstig verwijtbaar handelen van een werkgever op. Nu hiervoor is geoordeeld dat geen sprake is van een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigde, is sprake van ernstig verwijtbaar handelen van Perron 9. Het verzoek van [verzoekende partij] om toekenning van een billijke vergoeding kan dus worden toegewezen.
New Hairstyle)). Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een ‘bestraffend’ effect heeft.
€ 400,00(2.0 punten x € 200,00 tarief)
5.De beslissing
8 mei 2018 tot de dag der voldoening;